Ruil van perceel A 163 tegen A 175 A
Op 31 mei 2022 vond een overleg plaats met de heer Bert Verhelst. Het resultaat van de overleg wordt samengevat in het mailbericht van 01 juni 2022 (bijlage 4).
In het verleden vonden gesprekken plaats tussen schepen Vervaet en Bert Verhelst waaruit naar voren kwam dat dhr. Verhelst een ruil wenst van zijn perceel A 175 A tegen het gemeentelijk perceel A 163. Het gemeentelijk perceel is verpacht en ligt ingesloten door percelen die toebehoren aan dhr. Verhelst, waardoor er voor de gemeente en voor derden (zoals andere landbouwers die door het project Oosterweel ifv het bermenlandschap getroffen worden) geen gebruik in het vizier ligt. Samengevat komt het erop neer dat de heer Verhelst bereid is om over te gaan tot een grondruil met de gemeente, maar dan bij voorkeur uitsluitend voor het deel van het perceel dat noodzakelijk is voor de realisatie van het bermenlandschap, wat neerkomt op ongeveer de helft ervan. De reden is dat het restant aansluit bij zijn andere eigendommen, en hij wenst dat het restant niet braak blijft liggen, dat er bomen op geplant worden en dat het geheel wordt afgebakend met een “wolf-proof” draadafsluiting voor de alpaca’s die hij daar wil plaatsen. Voor het overige is hij bereid een opleg te betalen aan de gemeente op basis van het schattingsverslag van 16 mei 2019 van landmeter Vermeiren voor de beide percelen, die allebei werden geraamd op ongeveer 10 euro/m² (schattingsverslag A 163 bijlage 5 en schattingsverslag A 175 A bijlage 6).
Beide schattingsverslagen dateren van 16 mei 2019 en dienen dus geactualiseerd te worden indien het zou komen tot een grondruil.
Voor de opleg die de heer Verhelst aan de gemeente zou moeten betalen zal die actualisatie weinig verschil maken, het betreft een bedrag van 100.000 – 57.000 = 43.000 euro. Ingeval het perceel A 175 A maar voor de helft wordt geruild zal de opleg dan ongeveer neerkomen op 100.000 – 57.000/2 = 71.500 euro.
Bijkomend wordt perceel A 163 door de gemeente verpacht aan de heer Gunther Vinck sedert 04 april 2000. Volgens de heer Verhelst zou de heer Gunther Vinck afstand doen van zijn voorkooprecht als pachter. Als dat zo is – en dat moet uiteraard nog schriftelijk bevestigd worden door de heer Gunther Vinck, dan is er geen beletsel voor een grondruil tussen de gemeente en de heer Verhelst. Perceel A 175 A wordt niet verpacht, wat de heer Verhelst uitdrukkelijk mondeling heeft meegedeeld maar wat ook schriftelijk nog moet bevestigd worden.
Indien het college akkoord is voor een grondruil tussen de gemeente en de heer Verhelst dan:
Ruil van perceel A 217 E tegen A 204 A
A 204 A dat eigendom is van de heer Luc De Kerf zal waarschijnlijk volledig onteigend worden,… De Kerf kan met het restant immers niets doen. A 217 E is eigendom van de gemeente, en wordt voor meer dan de helft ingenomen, maar er blijft een restant dat bijna even groot is als A 204 A. Dat restant zou dan in een ruil met A 204 A kunnen betrokken worden. Evenwel: A 217 E wordt door de gemeente verpacht aan de heer Stefan Bogaert te Kieldrecht. Een pacht die een aanvang nam op 07 juni 2011. Dus als we willen ruilen met De Kerf dan zou die pachter ook een afstand moeten doen van zijn voorkooprecht, of eventueel moeten kunnen uitgekocht worden. Vermits A 217 E toch voor ongeveer de helft wordt onteigend, is de gemeente als eigenaar verplicht de pachter daarbij te betrekken.
We kunnen aan de dienst vastgoedtransacties, of aan landmeter Vermeiren, vragen om behoudens de grondwaarde ook de pachtverbrekingsvergoeding te berekenen. Indien de pachter daarmee akkoord gaat kan een grondruil plaatsvinden, in het andere geval, als de pachter het resterende deel van A 217 E wenst te blijven pachten, dan kan een grondruil niet plaatsvinden.
Vergoeding voor de gemeente - kosteloos inbrengen gronden, in eigendom van de gemeente, voor realisatie bermenlandschap:
Een aspect dat geen verband houdt met de grondruil is de vergoeding voor de gemeente voor haar gronden. Uit recent mailverkeer blijkt dat daarvoor budget voorzien is. Lantis die als uitvoerder fungeert voor het bermenlandschap ifv Oosterweelproject heeft dit ook altijd meegenomen in zijn rekentabellen. Een en ander heeft te maken met al of niet latere overdracht van het bermenlandschap aan de gemeente:
Als de ingenomen percelen worden onteigend en daarna definitief in eigendom blijven van LANTIS of diens rechtsopvolgers, dan is het logisch dat de grond van de gemeente wordt vergoed, ongeacht wie er later het beheer van doet. Als de ingenomen gronden worden onteigend om daarna terug kosteloos aan de gemeente te worden overgedragen, dan kan een onteigeningsvergoeding enigszins eigenaardig overkomen. Waarom zou het Vlaams gewest gronden vergoeden die ze dan aan dezelfde eigenaar terug kosteloos afstaat?
Daartegenover staat evenwel dat het bermenlandschap wordt gerealiseerd in uitvoering van een overeenkomst die de gemeente met Lantis en de Vlaamse Overheid heeft afgesloten, waarbij Lantis/de Vlaamse Regering zich ertoe verbinden het snelweglawaai te reduceren. De financiële last daarvoor ligt bij Lantis / de Vlaamse overheid, en werd volledig begroot. De financiële bijdrage van de gemeente aan het leefbaarheidsproject bedraagt 500.000 euro. Een en ander spreekt er dus voor dat de waarde van de gemeentelijke gronden die deel zullen uitmaken van het bermenlandschap, geen bijkomende bijdrage aan het project kan zijn, zeker wanneer de gemeente hiervoor een perceel inzet dat buiten de contour van het project ligt.
Een ander scenario bestaat erin dat de percelen die nu in eigendom zijn van de gemeente niet worden onteigend door LANTIS, voor zover al de gronden van het bermenlandschap na inrichting toch aan de gemeente worden overgedragen. Hier is in het verleden al overleg over geweest, waarbij werd gesuggereerd dat het volledige bermenlandschap in eigendom en beheer zou worden overgedragen aan ANB, maar die piste was niet haalbaar, wat blijkt uit eerder mailverkeer. Ook AWV zal het bermenlandschap niet in eigendom en beheer overnemen, AWV is verantwoordelijk aan de zijde van de snelweg tot aan de bovenkant van het talud. De afspraken over eigendom en beheer dienen dus verder te worden uitgeklaard.
Het college gaat akkoord met een grondruil van perceel A 163 tegen een gedeelte van perceel A 175 A, laat beide percelen opnemen in een opmetingsplan (wat betreft A 175 A met onderscheid tussen het deel dat wel en het deel dat niet in een grondruil wordt betrokken) en laat het schattingsverslag actualiseren.
Het college gaat akkoord om aan de pachter van A 163 schriftelijk te laten bevestigen dat hij afstand doet van het voorkooprecht, en gaat akkoord dat de eigenaar van A 175 A schriftelijk bevestigt dat genoemd perceel vrij van pacht huur of gebruik is.
Het college gaat akkoord met een grondruil van perceel A 217 E (deel dat niet begrepen is in het bermenlandschap) tegen perceel A 204 A, voor zover de pachter van A 217 E bereid is om afstand te doen van diens voorkooprecht of akkoord is met een pachtverbrekingsvergoeding voor het volledige perceel, en dit alles na voorafgaand overleg met de eigenaar van A 204 A.
De exacte grens tussen het deel van A 175 A dat wel en het deel dat niet in een grondruil wordt betrokken, moet nog nauwkeurig worden vastgelegd op basis van het finaal ontwerp dat door Lantis zal worden aangeleverd.