2022_CBS_00876 - 2022/00025 – Aanvraag omgevingsvergunning voor renoveren van een woning na brandschade – Pastoor Coplaan 20 – 1ste afdeling, sectie B, n° 679/B3: Voorstel vergunning onder voorwaarden

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.
Bijgevolg beslist het college:

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren krachtens artikel 46§1 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

• het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd dd. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd
• het in overeenstemming zijn met de preadviezen
• het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening

Krachtens artikel 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, worden volgende bijkomende voorwaarden en/of lasten opgelegd: 

• Te rekenen vanaf de binnen de huidige vergunning goedgekeurde achtergevel dient in de toekomst steeds een tuinzone van minimaal 10 m gevrijwaard van bebouwing.
• De inrichting van de voortuin dient te gebeuren overeenkomstig de Beleidslijn Voortuininrichting dd. 14 september 2021. Verhardingen in de voortuin zijn slechts toegelaten voor de strikt noodzakelijke toegang tot de woning en/of fietsstalplaats met een breedte van maximum 1,50 m, naar een vergunde garage, carport en/of naar vergunde autoparkeerplaatsen met een breedte van maximum 3 m en een zuiverheidsstrook tegen de vrije gevels van max. 1 m breedte. Voor het overige dienen de voortuinen beplant of ingezaaid.
  De strook van 0,46 m breed aan de rechterkant, verhard met kiezelstenen, moet onthard worden en aangeplant als voortuin.
• De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

• Openbaar domein:
  De bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.