Zie verslag van de GOA.
Het college treedt het advies bij zoals weergegeven onder punt 4 van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaren en maakt de tegenargumentatie in het verslag tot de hare.
Het college wenst aan het advies het volgende toe te voegen:
De eigenaar heeft destijds, na verkrijgen van een vergunning voor een appartementsgebouw op een daarvoor geschikt perceel (namelijk met tuin), de tuinzone met bijgebouw afgesplitst om ook deze nog eens te valoriseren. Het appartementsgebouw heeft daardoor geen noemenswaardige tuin meer, en elke nieuwe invulling van afgesplitst (en bovendien onvergund aangepast) bijgebouw met tuinzone legt een hypotheek op de goede ruimtelijke ordening en de woonkwaliteit van het hoofdgebouw.
Goede ruimtelijke ordening zou in feite zijn om de tuin terug bij het appartementsgebouw te voegen, en het bijgebouw terug een ondergeschikte functie bij het hoofdgebouw te geven (tuinberging, fietsenstalling of een andere gemeenschappelijke ruimte).
Minstens wenst het college beperkingen op te leggen aan het toekomstig gebruik van het gebouw, zodat de nadelige gevolgen van de afsplitsing in de toekomst beperkt blijven. Het verleden leert dat de aanvrager niet te goeder trouw is. De beperkingen zijn ingegeven door de invulling die de aanvrager belooft te zullen geven aan het bijgebouw.
Minstens wenst het college beperkingen op te leggen aan het toekomstig gebruik van het gebouw, zodat de nadelige gevolgen van de afsplitsing in de toekomst beperkt blijven. Het verleden leert dat de aanvrager niet te goeder trouw is. De beperkingen zijn ingegeven door de invulling die de aanvrager belooft te zullen geven aan het bijgebouw.
Het college wenst gehoord te worden tijdens de eventuele hoorzitting.
Het college wenst de handhavingsambtenaar Ilse Janssens en advocaat Jo Van Lommel af te vaardigen voor deze hoorzitting.