Haven van Antwerpen-Brugge en Maatschappij Linkerscheldeoever hebben een strategisch MER opgesteld over de inname van restgronden op de Linkerscheldeoever.
Restgronden zijn een verzameling van diverse terreinen verspreid over het havengebied. Op basis van de huidige ruimtelijke bestemming kunnen ze ontwikkeld worden. Maar de terreinen overlappen met het Vogelrichtlijngebied 'Schorren en Polders van de Beneden-Schelde'. Conform artikel 36ter §4 van het Natuurdecreet kan de vergunningverlenende overheid geen omgevingsvergunningen afleveren om ontwikkeling op de terreinen mogelijk te maken. Hiervoor kan een uitzonderingsprocedure worden opgestart (artikel 36ter §5) en werd beslist de procedure voor een milieueffectenrapportage op te starten.
In dit strategisch MER wordt het onderzoek gevoerd naar mogelijke alternatieven voor invulling van de restgronden en zullen de nodige compenserende maatregelen worden toegelicht en onderworpen worden aan een milieutoets.
Dit strategisch MER bevat niet de ontwikkeling van de bedrijventerreinen. In latere fase is dit de opdracht van de exploitant om de uitbreiding van de industriële activiteiten te toetsen aan de MER-plicht. Het initiatief ligt hiervoor bij de bedrijven zelf. Het strategisch MER bevat ook niet de terreinen opgenomen in het complex project ECA.
Een passende beoordeling werd toegevoegd aan het strategisch MER. De conclusie van de passende beoordeling is dat door de cumulatieve inname van de braakliggende terreinen op de linkerscheldeoever, betekenisvolle effecten te verwachten zijn op tot doel gestelde Europese habitattypes en op de doelen voor bepaalde voor het Vogelrichtlijngebied tot doel gestelde vogelsoorten. Hierbij werd geconcludeerd dat het verlies significant is op basis van de cumulatieve inname van alle restoppervlaktes op de linkerscheldeoever, en niet op niveau van de individuele terreinen.
Natuurcompensatie wordt voorgesteld binnen 5 zones binnen 3 gebieden. De zones zijn alle gelegen buiten de gemeente Zwijndrecht.
Vanuit de dienst Leefomgeving stellen we voor om het strategisch MER een gunstig advies te geven mits de volgende voorwaarde:
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), en de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststellingen van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage.
Het college van burgemeester en schepen geeft een gunstig advies op het Strategisch MER mits de volgende voorwaarde: