Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college treedt het advies bij zoals weergegeven onder punt 4 van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaren en maakt de tegenargumentatie in het verslag tot de hare.
Het college van burgemeester en schepenen komt tot de vaststelling dat het project niet voldoet aan de door het college principieel vastgestelde uitgangspunten die aan de architect zijn meegegeven, hoewel deze uitgangspunten aanvankelijk nochtans door hem werden onderschreven en overigens tot stand kwamen op basis van een kritische analyse van een vorig projectvoorstel waartegen de architect de buurt heeft gemobiliseerd. Deze uitgangspunten zijn goed doordacht. Ze doelen op een maatschappelijke en architecturale opgave waarbij de bebouwing van het betrokken bosrijk perceel, grenzend aan (de facto deel van) Neuzenbergbos en aan de brownfield-site Sidal, zich bij eventuele herontwikkeling stedenbouwkundig moet integreren in de (bebouwde en ecologische) omgeving; ofwel (1) als – niet te intensiveren – onderdeel van het geplande RUP Sidal, waarbij de bebouwing zich voornamelijk langs de kant van de Schelde zal situeren, ofwel (2) als een innovatief project (co-housing), goed ingepast in het bos en doorwaadbaar richting toekomstige herontwikkeling Sidal. De meegegeven randvoorwaarden (max. V/T, max. footprint, max. bouwhoogte, max. terrassen, max. dichtheid) vloeien voort uit een ontwerpoefening waaruit is gebleken dat gedeelde ruimte – complementair aan kleinere woonunits – noodzakelijk is om 25 woongelegenheden te bouwen met respect voor de bebouwde en de ecologische omgeving. De verschillende randvoorwaarden zijn daarbij te beschouwen als maxima en pas verworven voor zover aan de uitgangspunten voldaan is. Wil men uitsluitend volwaardige appartementen bouwen, dan is 25 een te groot aantal – zoals blijkt uit de monumentaliteit van het ingediende project.
Het college wenst gehoord te worden tijdens de eventuele hoorzitting.
Het college wenst de omgevingsambtenaar of zijn vervanger af te vaardigen voor deze zitting.
In voorkomend geval verzoekt het college de deputatie bij vergunning in beroep: