Terug
Gepubliceerd op 02/08/2022

2022_CBS_00934 - 2022/00098 – Aanvraag omgevingsvergunning voor Aanleg van voortuinparkeerplaats – Lindenstraat 20 – 1ste afdeling sectie B n° 666/02E2: Vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 26/07/2022 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Denise Melis-De Lamper, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2022_CBS_00934 - 2022/00098 – Aanvraag omgevingsvergunning voor Aanleg van voortuinparkeerplaats – Lindenstraat 20 – 1ste afdeling sectie B n° 666/02E2: Vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Veerle Beernaert, Dennis Van den Broeck
Stemmen voor 4
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_CBS_00934 - 2022/00098 – Aanvraag omgevingsvergunning voor Aanleg van voortuinparkeerplaats – Lindenstraat 20 – 1ste afdeling sectie B n° 666/02E2: Vergunning onder voorwaarden. 2022_CBS_00934 - 2022/00098 – Aanvraag omgevingsvergunning voor Aanleg van voortuinparkeerplaats – Lindenstraat 20 – 1ste afdeling sectie B n° 666/02E2: Vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

Ines Saenen met adres Lindenstraat 20 te Zwijndrecht heeft een omgevingsaanvraag ingediend met referentie OMV_2022054634 en gemeentelijk dossiernummer 2022/00098 voor stedenbouwkundige handelingen:
Aanleg van een voortuinparkeerplaats.

De aanvraag heeft als locatie Lindenstraat 20 en als kadastrale omschrijving  1ste afdeling sectie B n° 666/02E2. 

De aanvraag werd ingediend op 13/04/2022 en volledig en ontvankelijk verklaard op 21/06/2022.

Conform art. 13 van het BVR dd. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning volgt het dossier de vereenvoudigde procedure.

De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 20/08/2022. 

Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, noch het standpunt van de aanpalenden.

Bij deze aanvraag werd geen openbaar onderzoek georganiseerd


Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie bijlage: verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaren.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren krachtens artikel 46§1 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd dd. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
  • het in overeenstemming zijn met de Beleidslijn Voortuininrichting dd. 14 september 2021.
  • het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Krachtens artikel 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, worden volgende bijkomende voorwaarden en/of lasten opgelegd: 

  • Een waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een combinatie van een niet met cement gebonden fundering en een niet monoliet verhardingsmateriaal dat door zijn open structuur, brede voegen of de aanwezigheid van gaten doorheen het verhardingsmateriaal over een hogere waterdoorlatendheid beschikt dan traditionele verhardingsvormen.
  • De inrichting van de voortuin moet steeds overeenkomstig de Beleidslijn Voortuininrichting dd. 14 september 2021 behouden en gehandhaafd worden.
  • Beplanting die in de vergunning als voorwaarde wordt opgelegd maar die niet gedijt, moet het eerstvolgende plantseizoen worden heraangeplant. Deze werkwijze moet worden herhaald tot de beplanting de voorgeschreven aard heeft verkregen. 

Artikel 2

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Niet-vergunde bestaande constructies die geen onderdeel zijn van deze aanvraag, worden door deze beslissing niet geregulariseerd, met name: het aangebouwde afdak aan de rechterkant van de aanbouw van de woning staat niet op 3 m van de perceelgrens. Dit betreft een recente constructie die nog niet verjaard is. Tegen deze bouwovertreding kan opgetreden worden.

Openbaar domein:

  • De bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De aanvraag voorziet een bodemingreep waarbij eventueel bronbemaling en /of grondverzet nodig zal zijn. De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem.
  • Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het standstill-principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan
  • Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.