Terug
Gepubliceerd op 19/10/2022

2022_CBS_01293 - 2022/00150 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Verbouwing en uitbreiding van ééngezinswoning – Gazetstraat 5 – 2de afdeling, sectie A, n° 147/R3: Vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 11/10/2022 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2022_CBS_01293 - 2022/00150 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Verbouwing en uitbreiding van ééngezinswoning – Gazetstraat 5 – 2de afdeling, sectie A, n° 147/R3: Vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 6
Bruno Byl, Ann Van Damme, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2022_CBS_01293 - 2022/00150 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Verbouwing en uitbreiding van ééngezinswoning – Gazetstraat 5 – 2de afdeling, sectie A, n° 147/R3: Vergunning onder voorwaarden. 2022_CBS_01293 - 2022/00150 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Verbouwing en uitbreiding van ééngezinswoning – Gazetstraat 5 – 2de afdeling, sectie A, n° 147/R3: Vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

Yahia Akarkach met adres Theo Van den Boschstraat 7 bus 101 te 2100 Antwerpen heeft een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend met referentie OMV_2022080557 en gemeentelijk dossiernummer 2022/00150 voor stedenbouwkundige handelingen:

  • Verbouwing en uitbreiding van eengezinswoning.

De locatie van de aanvraag is Gazetstraat 5. Ze heeft de kadastrale omschrijving 2de afdeling sectie A n° 147/R3. De aanvraag werd ingediend op 10/06/2022 en volledig en ontvankelijk verklaard op 24/08/2022. Conform art. 13 van het BVR dd. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning volgt het dossier de vereenvoudigde procedure. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, wel het standpunt van de aanpalende eigenaars. Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 23/10/2022.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren grotendeels bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare, maar wenst de achterbouwlijn te beperken tot 16 meter, gelet op de reeds vergunde achterbouwlijn op het aangrenzend perceel.
De motivatie voor deze aanpassing: eerst wordt de algemene regel toegepast (17 meter dan wel 2/3, afhankelijk van beschikbare tuindiepte), vervolgens wordt in alle redelijkheid een harmonie nagestreefd met vergunde/vergund geachte toestand links en rechts.

Bijgevolg beslist het college: 

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren krachtens artikel 46§1 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van: 

  • Het voldoen aan de voorschriften van het gewestelijk RUP 'Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen' voor de zone Woongebied Boskouter.
  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Krachtens artikel 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, worden volgende bijkomende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

  • De nodige voorzieningen dienen getroffen om te voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders. 
  • Te rekenen vanaf de binnen de huidige vergunning goedgekeurde achtergevel dient in de toekomst steeds de tuinzone gevrijwaard te worden van bebouwing. 
  • Respecteren van de kleuren van de  rioleringsbuizen volgens gebruik, m.n. grijs voor RWA en oranje voor DWA als van toepassing op deze aanvraag.
  • Regenwater RWA en afvalwater DWA dienen volledig gescheiden aangeboden te worden aan de perceelgrens zonder koppeling tussen de sifonputten. als van toepassing op deze aanvraag.
  • Contactname met Technische Dienst vóór aanvang rioleringswerken (03/250 48 70) of uitvoering@zwijndrecht.be.
  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.
  • De bouwdiepte op het gelijkvloers moet beperkt worden tot maximum 16 m.
  • De bouwhoogte op de verdieping moet beperkt worden tot maximum 6,5 m t.o.v. het niveau van de tuin.

Artikel 2

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen