De dienst Mobiliteit is in de huidige context geen vragende partij om nog bijkomend capaciteit en tijd te moeten investeren in een (niet verplicht) adviesorgaan. De dienst gaat daarbij uit van de vraag uit het overleg. We staan hierna dan ook even stil bij alle daarop aangehaalde punten en vullen dit nog kort aan.
Fietsbeleid: twee maal per jaar is er een structureel overleg met de Fietsersbond. Alle grote en kleine fietsthema’s komen daar aan bod. De Fietsersbond is vertegenwoordigd in de Milieuraad. Daarnaast zijn er bij beleidsnota’s en of grote fietsinfrastructuren specifieke participatietrajecten. Denk daarbij aan de aanleg van de fietsostrade F4, het fietsparkeerbeleidsplan,… Deze laatste kwam bv aan bod op een aparte themazitting waarop alle adviesraden werden uitgenodigd.
Openbaar vervoer: De gemeente Zwijndrecht staat op eenzame hoogte in het Vlaamse land als het gaat om de inspanningen die ze doet inzake openbaar vervoer. Recent werd een en ander op vraag van de gemeente doorgelicht naar aanleiding van de opstart van de vervoerregio’s. Deze doorlichting gebeurde door hét adviesorgaan bij uitstek omtrent openbaar vervoer, namelijk Trein Tram Bus (de vertegenwoordigers van de reizigers). Zij schreven daarover een gunstig en boeiend rapport. Dit rapport, dat ook werd toegelicht op een algemene raadscommissie van de gemeenteraad kan worden overgemaakt aan de diverse adviesraden.
Advies bij heraanleg straten / openbaar domein: Dit valt in principe niet onder Mobiliteit maar Projecten en Infrastructuur, wat niet betekent dat er vanuit de dienst Mobiliteit niet gekeken wordt naar de heraanleg alsdusdanig. Dat spreekt voor zich. Elke heraanleg van straten heeft ook een specifiek participatietraject.
Toegankelijkheid: Elk project van enige omvang waarbij een bouwvergunning afgeleverd wordt doorloopt al een verplicht adviestraject waarbij advies moet ingewonnen worden bij Inter, het Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid. Dat is maar goed ook. Toegankelijkheid en dus inclusie van bij het ontwerp (niet alleen van gebouwen maar zelfs van websites,…) is een zeer uitgebreid en specifiek werkveld. Een mobiliteitsraad op het niveau van onze gemeente kan onmogelijk met meer oog voor detail en meer kennis van zaken naar toegankelijkheid kijken. Het thema toegankelijkheid hoort ook niet exclusief thuis bij Mobiliteit.
Kort op de bal spelen: Leden van een adviesraad beschikken, in tegenstelling tot de doorsnee burger, over rechtstreekse aanspreekpunten binnen de diensten en het bestuur. Daarnaast hebben ze, net als elke burger, toegang tot onze melding- en of klachten kanalen en zijn ze daar zeer goed van op de hoogte. Deze laatste worden zeer kort opgevolgd. We merken trouwens via die kanalen dat er meer dan gemiddeld meldingen binnen komen die door leden van een van onze adviesraden geschreven werden. Dat siert hen. Een adviesraad heeft een belangrijke rol in de totstandkoming van gedragen beleid. In de rand van haar werking komen uiteraard al wel eens klachten aan bod, maar dit is in se niet haar taak.
Projectstuurgroep: Elk dossier van herinrichting van het openbaar domein dat enige belangrijke mobiliteitsimpact kan hebben moet decretaal dan wel omwille van subsidieerbaarheid voorgelegd worden aan een Projectstuurgroep (PSG). Naast de vaste leden wordt een PSG dossierafhankelijk aangevuld met vertegenwoordigers van betrokken diensten, raden,….
Zoals sommige leden van het overleg aangeven is het maar zeer de vraag of een aparte Adviesraad Mobiliteit voldoende leden op de been kan brengen, die over de nodige expertise en tijd beschikken. Dit is nochtans cruciaal wil deze raad een meerwaarde betekenen. We zien vandaag al dat sommige leden in meer dan één adviesraad zetelen. Dit zegt iets over het engagement van deze leden, maar tevens iets over het feit dat de spoeling in onze gemeente soms erg dun is. Dit is uiteraard geen enkel waarde oordeel en doet geenszins afbreuk aan de inspanningen die er geleverd worden.
De dienst Mobiliteit vraagt het college dan ook om zich aan te sluiten bij het eerder aan het Overleg van Raden toegelicht voorstel. Enerzijds willen we wel tegemoet komen aan de legitieme vraag vanuit dit overleg om het thema mobiliteit meer aan bod te laten komen, maar anderzijds stelt de dienst Mobiliteit voor om niet in te gaan op de vraag tot het institutionaliseren van een adviesraad Mobiliteit. Dit voorstel luidt als volgt:
Bij opmaak van de agenda voor het overleg van de raden, te informeren of er punten rond mobiliteit op de agenda geplaatst moeten worden. Dit kan op vraag van de raden of voorgesteld worden door de dienst. Dit geeft de kans om het gevoerde beleid rond een specifiek thema in de diepte toe te lichten en er feed back op te krijgen. Als er tussentijds belangrijke plannen of projecten rond mobiliteit lopen waarbij inspraak of advies gewenst is, kan door de dienst zo nodig een apart overlegmoment georganiseerd worden voor afgevaardigden van de raden (zoals bv met het fietsparkeerbeleidsplan gebeurde).
Het college beslist om niet in te gaan op de vraag van het Overleg van Raden tot oprichting van een aparte Adviesraad Mobiliteit maar wel om opdracht te geven tot: Bij opmaak van de agenda voor het overleg van de raden, te informeren of er punten rond mobiliteit op de agenda geplaatst moeten worden. Dit kan op vraag van de raden of voorgesteld worden door de dienst. Als er tussentijds belangrijke plannen of projecten rond mobiliteit lopen waarbij inspraak of advies gewenst is, kan door de dienst zo nodig een apart overlegmoment georganiseerd worden voor afgevaardigden van de raden.