Op 20 december 2022 keurde het college de beleidsvisie laadinfrastructuur goed. In deze visie werden volgende actiepunten opgenomen:
Bij aanvragen voor publieke laadpalen die binnenkomen via paal-volgt-wagen, is het uitgangspunt voor de keuze van de locatie dat die op een maximale wandelafstand van 250 meter ligt van het adres van de aanvrager. De diensten hebben intussen een aantal voorkeurlocaties aangeduid. Bij de aanvraag van een publieke laadpaal kan dan afgetoetst worden of deze op deze op één van de voorkeurlocaties geplaatst kan worden. Bij de locatiekeuze werd zo veel mogelijk geopteerd voor parkings of clusters van parkeerplaatsen. De locaties werden zo veel mogelijk verspreid over de gemeente, zodat een maximaal aantal woningen binnen de 250 meter wandelafstand liggen. Een lijst met de voorgestelde locaties en een presentatie met aanduiding van deze locaties op kaart zijn te vinden in de bijlagen bij deze nota.
Voor vervoerregio Antwerpen werd Engie als CPO geselecteerd. Aanvragen die binnenkomen via het paal-volgt-wagen principe, zullen ingevoerd worden in een digitale toepassing. Voor de verdere verwerking van de aanvragen dienen MOW, Engie en de gemeente een aantal stappen uit te voeren in deze toepassing. De gemeente dient hier het locatievoorstel te evalueren, en – indien nodig – aanpassingen aan het verkeersreglement in te voeren. MOW en Engie vragen om een contactpersoon binnen de gemeente aan te duiden. Deze zal als single point of contact (SPOC) toegang krijgen tot de toepassing. Na overleg met de diensten, wordt voorgesteld om hiervoor Paul Goossens aan te duiden.Het college neemt kennis van de lijst met voorkeurlocaties en de kaarten met aanduiding van deze locaties.
Het college keurt de locaties, zoals opgenomen in de lijst en de kaarten, goed.
Het college gaat akkoord met aanduiding van Paul Goossens als contactpersoon voor MOW en de CPO.