Terug
Gepubliceerd op 08/03/2023

2023_CBS_00236 - 2022/00275 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Nieuwbouw van een gesloten eengezinswoning – Alice Nahonlaan 101 – Afdeling 11056, sectie B, perceel 691/G3: Vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 28/02/2023 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2023_CBS_00236 - 2022/00275 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Nieuwbouw van een gesloten eengezinswoning – Alice Nahonlaan 101 – Afdeling 11056, sectie B, perceel 691/G3: Vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 6
Bruno Byl, Ann Van Damme, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_CBS_00236 - 2022/00275 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Nieuwbouw van een gesloten eengezinswoning – Alice Nahonlaan 101 – Afdeling 11056, sectie B, perceel 691/G3: Vergunning onder voorwaarden. 2023_CBS_00236 - 2022/00275 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Nieuwbouw van een gesloten eengezinswoning – Alice Nahonlaan 101 – Afdeling 11056, sectie B, perceel 691/G3: Vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

Robby Van den Bergh met adres Dorp West 101 te 2070 Zwijndrecht heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2022161194 en gemeentelijk dossiernummer 2022/00275 voor stedenbouwkundige handelingen: 

  • Nieuwbouw van een gesloten eengezinswoning. 

De locatie van de aanvraag is Alice Nahonlaan 101. Ze heeft de kadastrale omschrijving  Afdeling 11056, sectie B, perceel 691/G3 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2022161194. De aanvraag werd ingediend op 3/12/2022 en volledig en ontvankelijk verklaard op 17/01/2023. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning. Bijgevolg is de vereenvoudigde procedure van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, wel het standpunt van de aanpalende eigenaars. Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 18/03/2023.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren krachtens artikel 46§1 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de preadviezen.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Krachtens artikel 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, worden volgende bijkomende voorwaarden en/of lasten opgelegd:

  • De oppervlakte van de voortuin tussen en naast de toegangspaden moet worden aangelegd als kwalitatieve groene ruimte met levende aanplanting in volle grond, teneinde een goede integratie in het straatbeeld te realiseren. Parkeren in de voortuin is verboden.
  • Te rekenen vanaf de binnen de huidige vergunning goedgekeurde achtergevel dient in de toekomst steeds een tuinzone van minimaal 10 m gevrijwaard van bebouwing.
  • Respecteren van de kleuren van de  rioleringsbuizen volgens gebruik, m.n. grijs voor RWA en oranje voor DWA als van toepassing op deze aanvraag.
  • Regenwater RWA en afvalwater DWA dienen volledig gescheiden aangeboden te worden aan de perceelgrens zonder koppeling tussen de sifonputten. als van toepassing op deze aanvraag.
  • Contactname met Technische Dienst vóór aanvang rioleringswerken (03/250 48 70) of uitvoering@zwijndrecht.be.

Artikel 2

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Bij uitvoering moeten alle werken en opgelegde voorwaarden in overeenstemming met de vergunning worden uitgevoerd. Zoniet zijn de deels uitgevoerde werken als onvergund te beschouwen.
  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen