De nieuwe waterzuivering wordt ingepland op een braakliggend deel van het percelen bij de productie-eenheden.
Voor de zone die gebruikt zal worden voor de aanleg van de nieuwe WZI is in het BBO van 2006 besloten dat er een PerFluor-Alkyl Stoffen (PFAS-) en TriFluoroacetic Acid (TFA)-verontreiniging in het grondwater aanwezig is met een actueel risico op verspreiding en ecotoxicologisch risico. De verontreiniging met PFAS en TFA in het grondwater betreft een gemengd, hoofdzakelijk historische (74%) verontreiniging. Voor deze verontreiniging is er een saneringsnoodzaak toegekend in het BBO van 2006.
In het kader van de actualisatie van het BBO heeft ERM bijkomende onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het vaste deel van de aarde en grondwater binnen de zone nieuwe WZI. Het onderzoek heeft als doel de impact van de geïdentificeerde verontreinigingsbronnen na te gaan (o.a. voormalige testzone voor blusschuim, grondhopen) op de kwaliteit van het vaste deel van de aarde en het grondwater ter hoogte van de zone nieuwe WZI zodat de nodige maatregelen kunnen genomen worden voorafgaand aan de constructie van de nieuwe WZI. Uit dit recent onderzoek is gebleken dat er naast het eerder aangetoonde verspreidingsrisico voor grondwater er ook een potentieel humaan-toxicologisch risico en verspreidingsrisico via verwaaiing bestaat voor de verontreiniging met Perfluoroctaansulfonzuur (PFOS) in de grond. Deze bijkomende risico’s zijn gebaseerd op de huidige richtlijnen van een BBO voor industriële locaties.
De in voorliggend BSP uitgewerkte saneringsaanpak heeft als doel om binnen de zone nieuwe WZI
Naast deze 2 doelstellingen is ook nagegaan of maximaal kan ingezet worden op PFAS massaverwijdering.
De uit te voeren saneringsvariant voor de zone waar de nieuwe waterzuivering zal gebouwd worden bestaat uit een ontgraving tot 2 meter onder het maaiveld (m-mv) voor de ganse zone. Het doel van de ontgraving is het maximaal verwijderen van vuilvracht, om verdere uitloging naar het grondwater te voorkomen. Ontgraven tot 2,0 m-mv resulteert in het verwijderen van circa 85% van de aanwezige PFAS-vuilvracht boven de polderklei binnen de zone waar de nieuwe WZI zal komen. De ontgraven gronden die gestort kunnen worden, zullen rechtstreeks afgevoerd worden naar de erkende klasse I stortplaats (115.643 ton). De gronden die verbrand moeten worden (14.877 ton), zullen eerst naar de tijdelijke opslagplaats (TOP) gebracht worden waarna het verder getransporteerd wordt naar de verbrandingsoven, rekening houdend met de beperkte capaciteit van deze oven.
Voordat de ontgraving van start kan gaan dient het terrein vrijgemaakt te worden van verhardingen, bomen en struiken. Een bos, gelegen in het midden van de te saneren zone dient gekapt te worden evenals enkele bomen ter hoogte van de TOP. Aan het BSP is een boscompensatievoorstel toegevoegd om het gekapte bos te compenseren.
Om de graafwerken tot 2 m-mv uit te kunnen voeren dient het grondwater verlaagd te worden door middel van een tijdelijke bemaling. De ontgravingsput is opgedeeld in 4 zones. Deze 4 zones zijn zo bepaald opdat het maximale debiet van de bemaling de beschikbare capaciteit van de huidige bedrijfsafvalwaterzuiveringsinstallatie van 3M niet overschrijdt. Elke zone wordt achtereenvolgens bemaald en ontgraven. De totale duurtijd voor de sanering is ingeschat tussen de 20 en 30 weken. Het onttrokken water dient gezuiverd te worden. In eerste instantie is er een voorbehandeling die bestaat uit 2 stappen, een eerste stap voor flocculatie in een buffertank, en een tweede stap voor passage door een waterzijdige actiefkoolfilter. Na deze voorbehandeling wordt het water naar de bedrijfseigen waterzuivering gebracht waarna het geloosd wordt op de Schelde.
De analyseresultaten van zowel bodem als grondwater wijzen uit dat er zeer hoge concentraties PFAS worden aangetroffen. Een belangrijke bezorgdheid is het voorkomen van uitstroom van deze verontreiniging naar de omringende omgeving, en vooral naar het ernaast gelegen beschermd natuurgebied Blokkersdijk.
Het saneringsproject vermeldt als uitgangspunt dat de grondwaterbemalingen voor een verticale flux zorgen van de tweede aquifer (watervoerende laag) naar de eerste, zodat de verontreiniging wordt aangezogen, en via een voorzuivering naar de huidige waterzuivering van 3M wordt afgevoerd.
In opdracht van 3M en in overleg met OVAM11 is bij OVAM op 1 juli 2022 een Memo ingediend opgemaakt door ERM waarin een maatregel wordt toegelicht om de instroom van met PFAS en TFA-verontreinigd grondwater vanuit het 'zuidelijke terreingedeelte' van de 3M-site te Zwijndrecht (site) naar de Palingbeek te beheersen. Deze memo bevat het conceptueel ontwerp voor en de redenering achter een hydraulische barrière als voorgestelde maatregel en dit in de vorm van een kleine wijziging op het reeds goedgekeurde 1ste gefaseerde bodemsaneringsproject12 (BSP) uit 2008.
Op basis van de op dit moment beschikbare informatie is in de memo besloten dat de Palingbeek de voornaamste receptor is van met PFAS en TFA-verontreinigd grondwater dat vanuit het zuidelijk terreingedeelte van 3M in zuidoostelijke richting stroomt. De PFAS-vuilvracht die in de Palingbeek terecht komt, bereikt uiteindelijk ook de Schelde.
Deze barrière wordt in de loop van 2023 verder uitgebreid.
Voor de projectlocatie, de zone voor aanbouw van de nieuwe WZI met bestemming industrie, zijn er 4 varianten opgesteld en geëvalueerd. Het vertrekpunt van iedere variant is de aanleg van de nieuwe WZI binnen deze zone.
Variant A: Omkeer van de verticale grondwaterflux door verharding maaiveld + leeflaagsanering tot 80 cm-mv
Variant B: Omkeer van de verticale grondwaterflux door verharding maaiveld + Ontgraving tot 2,0 m-mv met bemaling
Variant C: Omkeer van de verticale grondwaterflux door verharding maaiveld + Ontgraving tot 2,5 m-mv met bemaling
Variant D: Omkeer van de verticale grondwaterflux door verharding maaiveld + Ontgraving tot Polderklei (4,5 m-mv) met behulp van een tijdelijke damwand en bemaling
Naast de ontgravingen omvat iedere variant ook het installeren van nieuwe extractiefilters of horizontale drains voor grondwateronttrekking in de eerste aquifer binnen de zone nieuwe WZI, als vervanging voor de drie aanwezige pompputten binnen de zone, die deel uitmaken van de lopende sanering uit het BSP van 2008. De installatie van deze putten of drains is opgenomen in voorliggend BSP. Het actief onttrekken en zuiveren van het grondwater blijft vergund binnen het huidig lopende saneringsproject.
Uit de hoger beschreven saneringsalternatieven, de geraamde kosten, locatie-specifieke condities, de veldgegevens, de saneringsdoelstellingen en rekening houdend met bovenstaande technische, logistieke en economische argumenten, blijkt dus dat saneringsvariant A de best beschikbare techniek is tegen een redelijke kost voor het saneren van de gemengd overwegend historische verontreiniging met PFAS en TFA in het vaste deel van de aarde en het grondwater ter hoogte van de zone nieuwe WZI.
Door de aanleg van de nieuwe WZI is de aanwezige vuilvracht tijdelijk toegankelijk voor verwijdering. Na de aanleg van de WZI doet deze opportuniteit zich niet langer voor. 3M kiest ervoor een engagement aan te gaan naar optimale verwijdering van de PFAS-vuilvracht binnen deze zone, en wil daarom van deze opportuniteit gebruik maken om een meer doorgedreven saneringsvariant uit te voeren. Rekening houdend met de doelstelling uit het BSP van 2008, met name zoveel als technisch/financieel mogelijk massa te verwijderen, is daarom saneringsvariant B, die het tweede best scoort en waarbij 85 % van de aanwezige vuilvracht wordt verwijderd, weerhouden voor de zone nieuwe WZI. Kosten inclusief 10% onvoorziene kosten, inclusief 21% BTW: € 27.559.000.
Openbaar onderzoek:
Vermits het saneringsproject ingedeelde inrichtingen omvat, diende een openbaar onderzoek van 30 dagen te worden gehouden. Dat gebeurde van 6 januari 2023 tot en met 4 februari 2023. Er werd één bezwaar ingediend door de beheerder van het natuurgebied Blokkersdijk (toegevoegd als bijlage).
Het bezwaar omvat in hoofdzaak bemerkingen/bezwaren rond volgende items:
Alhoewel de gemeente de ingediende bezwaren niet te gronde dient te beoordelen, kunnen volgende overwegingen worden gemaakt:
De dienst Leefomgeving stelt voor om een gunstig advies te verlenen, mits volgende voorwaarden worden opgelegd in het conformiteitsbesluit:
Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Het college neemt kennis van het tweede gefaseerd bodemsaneringsproject 3M Belgium, zone nieuwe waterzuivering (Project Atlantis).
Het college verleent een gunstig advies, mits volgende voorwaarden in het conformiteitsbesluit worden ingeschreven: