Het openbaar domein is voor eenieder bestemd. Het komt billijk voor dat de persoon die een tijdelijk privaat genot krijgt van het openbaar domein voor het uitvoeren van bouwwerken, verbouwingen, aanlegwerken, slopingen, afbraak - en wederopbouwwerken, opruimwerken, het stockeren van materiaal, het verhuizen van materiaal, hiervoor een vergoeding betaalt.
Het in gebruik nemen van het openbaar domein brengt voor de gemeente bijkomende kosten met zich mee op het vlak van veiligheid, onderhoud van het openbaar domein, afvalbeheersing, openbare netheid, verkeersveiligheid en infrastructuur. Het openbaar domein moet zowel voor als na de inname van het openbaar domein in het kader van werkzaamheden net worden gehouden. Het ter beschikking stellen en onderhouden van het openbaar domein naar aanleiding van de inname van het openbaar domein in het kader van werkzaamheden veroorzaakt voor het gemeentebestuur bijkomende taken en kosten. Om kostenneutraal te kunnen blijven functioneren wordt door de gemeente een retributie geheven.
Het is nodig om de inname van het openbaar domein naar aanleiding van bouw -, afbraak - of onderhoudswerken te reglementeren, met name het verplicht stellen van een aanvraag tot het bekomen van een vergunning om een gedeelte van het aanpalend domein met materialen te bezetten en/of met schutsels af te sluiten, omdat deze inname van het openbaar domein van aard is om het openbaar verkeer te belemmeren en tot een minimum moet worden beperkt. Voor werken op het openbaar domein is het nodig om duidelijke werfsignalisatie te plaatsen. Vaak moeten er ook extra voorzieningen komen voor zwakke weggebruikers of moeten omleidingen worden voorzien. Hiervoor moet de gemeente toelating geven. Bij het uitvoeren van bouw-, verbouw-, herbouw-, sloop- of afbraakwerken door bedrijven of zelfstandigen wordt ook steeds meer gebruik gemaakt van containers voor het personeel van de bouwfirma of om er tijdelijk een handelszaak in onder te brengen. De hinder die gepaard gaat met het plaatsen van schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, e.d. op de openbare weg moet qua omvang en in de tijd worden beperkt.
Gezien de openbare besturen (gemeente en OCMW) instaan voor het beheer van het openbaar domein en dit één van de kerntaken (reguliere werking) is, worden ze vrijgesteld van deze retributie. Bijkomend zou dit enkel een administratieve last bezorgen inzake uitgaven door de ene dienst (dienst Uitvoering) en inzake inkomsten door de andere dienst (dienst Financiën). Voor de verenigingen erkend door gemeente Zwijndrecht wordt een vrijstelling toegekend om hun goede werking te kunnen garanderen en hen niet extra financieel te belasten
Wanneer de rechtspersoon of natuurlijke persoon die de werken uitvoert failliet gaat, dan kan de heffingsplichtige, behoudens wanneer hij de gefailleerde zélf is, een schorsing van belasting aanvragen. Hij is immers niet verantwoordelijk voor het faillissement van diegene die de werken uitvoert waardoor constructies mogelijks tijdelijk niet kunnen worden verwijderd van het openbaar domein.
Voor de verenigingen erkend door gemeente Zwijndrecht wordt een vrijstelling toegekend om hun goede werking te kunnen garanderen en hen niet extra financieel te belasten.
Voor aanvragen met betrekking tot gewestwegen wordt de retributie vrijgesteld aangezien de Vlaamse Regering hiervoor reeds een andere retributie aanrekent.
De Grondwet, meer bepaald artikel 173;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3 en 41, lid 2, 14°, inzake de bevoegdheid van de gemeenteraad om retributiereglementen te wijzigen, vast te stellen en goed te keuren;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 56, § 3, 7°, inzake de bevoegdheid van het college om beslissingen te nemen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikelen 286, 287 en 288, inzake de bekendmaking en de inwerkingtreding van het retributiereglement;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 330, inzake het bestuurlijk toezicht op de besluiten van de Gemeenteraad betreffende de retributiereglementen;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones;
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019;
Het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2015 betreffende het gemeentelijk bestuurlijk handhavingsreglement, zoals gewijzigd op 27 juni 2019 en 25 juni 2020;
Het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2019, betreffende de indirecte belasting op het plaatsen op het openbaar domein van schutsels, stellingen, kranen, containers, betonbakken, bouwmaterialen, e.d.;
Het gemeenteraadsbesluit van 27 februari 2020, betreffende “Delegatiereglement – delegatie van bevoegdheden van gemeenteraad aan college”;
Het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2020, betreffende “Huishoudelijk reglement betreffende de tijdelijke privatieve inname van het openbaar domein;
Het gemeenteraadsbesluit van 25 augustus 2022, betreffende "Retributiereglement op de tijdelijke privatieve inname van het openbaar domein".
De algemene commissie geeft positief advies over de wijzigingen aan het retributiereglement inname openbaar domein, goedgekeurd op 25 augustus 2022 en verwijst dit ter goedkeuring door naar de gemeenteraad.