2023_CBS_00628 - Herbestemming Sint-Martinuskerk - ereloonnota 4

De ontwerper stuurt nu zijn vierde ereloonnota in:

bouwbudget                                          6.325.009 euro (ramingsbedrag)

optelling van                                        1.403.194 euro (instandhoudingswerken) en 4.921.815 euro (culturele infrastructuur)

ereloonpercentage                             13,8%

ereloon totaal                                     490.148,40 euro

Globale project:

- reeds gevorderd

• fase IW;  5% van het ereloon 25.507,42 (i.p.v. 24.507,42);
• fase VO 100 %; 25% van het ereloon 122.537,10.

• uitvoeringsdossier opmaken voor deel instandhoudingswerken: fase U.O. 15% van het ereloon (€1.403.194*13,8%*15%) = 29.046,12 euro
• aanpassing van het ramingsbedrag voor deel culturele infrastructuur: fase VO 25% van het ereloon (4.921.815*13,8*25%) =169.802,62 euro

Hoewel de BA werd ingediend is er nog een periode om een aantal laatste documenten toe te voegen aan het dossier. Verder zijn er voor het DO nog de volgende openstaande punten: de raming, het definitieve concept van de technieken en de locatie van de hoogspanningscabine. Daarom vraagt de ontwerper om nu reeds  50% te mogen aanrekenen. Dit valt zeker te verdedigen omdat meerdere beslissingen nog door het gemeentebestuur zelf moeten genomen worden (mobiliteitsnota, beslissing i.v.m. verwarming, locatie van de hoogspanningscabine, etc.)

- dit is er nu vorderbaar:

• definitief ontwerp opmaken voor het deel culturele infrastructuur: fase DO 20% van het ereloon (4.921.815*13,8*20%) = 135.842 euro
• Indienen OVA voor het deel culturele infrastructuur: fase BA 5% van het ereloon (4.921.815*13,8*5%) = 33.961 euro

Totaal: 169.803 euro x 50 % = 84.902 euro

De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.