2023_VB_00075 - Kennisname addendum opvangnetwerk Waasland samenwerkingsakkoord 2021-2025

De OCMW's die samen een opvangnetwerk Waasland zijn gestart werkten steeds met referentieadressen. Dit houdt in dat een cliënt van OCMW 1 een referentieadres kreeg tijdens zijn verblijf in een noodwoning van OCMW 2. Dit is wettelijk niet correct. Men moet ingeschreven worden op zijn feitelijke verblijfplaats. Het probleem hierbij is dat OCMW 1 haar bevoegdheid verliest door inschrijving in een andere gemeente en dat is net niet de bedoeling. De begeleiding moet blijven bij het oorspronkelijke OCMW.

De jurist van het OCMW heeft samen met het VVSG een nieuwe regeling uitgewerkt om ervoor te zorgen dat de cliënten ingeschreven worden in de gemeente waar ze effectief verblijven MAAR wel dat het oorspronkelijke OCMW bevoegd blijft. 

Hiervoor is een addendum uitgewerkt. Dit wordt ter goedkeuring voorgelegd op de RMW van elk betrokken OCMW. 

Er zijn twee wijzigingen:

In toepassing van artikel 12 van de samenwerkingsovereenkomst van 11 december 2020 voor de periode 2021-2025 komen partijen na voorafgaand overleg volgend addendum aan de samenwerkingsovereenkomst overeen:

1.

Artikel 2 punt C wordt gewijzigd als volgt:

“Het aanvankelijk bevoegd OCMW, nl. het OCMW dat de beslissing aanmelding/toekenning noodwoning heeft genomen, blijft zich bevoegd verklaren voor de daaropvolgende hulpvragen (leefloon en maatschappelijke dienstverlening) van de cliënt. Ingeval de cliënt zich aanmeldt bij een ander bevoegd OCMW, bijvoorbeeld bevoegd omwille van woon- of verblijfplaats, zal die hem of haar doorverwijzen naar het aanvankelijk bevoegd OCMW.”

Toelichting:

De toekenning van leefloon of maatschappelijke dienstverlening impliceert een positieve bevoegdheidsverklaring van het aanvankelijk bevoegde OCMW ook al woont de cliënt ondertussen in een andere gemeente. De bevoegde minister van de POD MI verklaart zich via mail akkoord met deze werkwijze. Hierbij de desbetreffende passage uit het emailverkeer van Le Coq Mael, adviseur Minister Karine Lalieux op 22/02/2023

2. 

Artikel 12, punt 5

Het OCMW zal enkel een referentieadres toekennen aan cliënten die aan volgende voorwaarden voldoen:

de cliënt:

• is toegelaten of gemachtigd  om voor een langere termijn dan drie maanden in België te verblijven, is gemachtigd zich er te vestigen, of kan om een andere reden  ingeschreven worden overeenkomstig de Verblijfswet. 
• heeft geen verblijfplaats (meer) omdat hij/zij onvoldoende bestaansmiddelen heeft
• beschikt over geen enkele inschrijving in de bevolkingsregisters 
• vraagt maatschappelijke dienstverlening of maatschappelijke integratie aan.

In geval de cliënt voor een langere periode dan enkele dagen in een noodwoning zal verblijven zal de cliënt worden ingeschreven op het adres van de woning als feitelijke hoofdverblijfplaats.

Toelichting:

Een referentieadres zal voor de meeste cliënten in de noodwoning strikt genomen niet van toepassing kunnen zijn. In dat geval zal er worden ingeschreven op de feitelijke hoofdverblijfplaats.

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten

Bevoegdheidsregels voor OCMW’s, zoals voorzien in de wet van 2 april 1965