2023_CBS_01092 - 2023/00104 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Regularisatie tuinberging met overkapping – Dorp Oost 74 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11056, sectie B, perceel 881A4: gedeeltelijke weigering en gedeeltelijke vergunning onder voorwaarden.

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren wat betreft de zwarte doek van de tuinafsluiting krachtens artikel 46 §1van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

• Het niet in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden voor wat betreft de tuinberging, het overkapt terras en de verhardingen krachtens artikel 46§1 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

• Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd;
• Het grotendeels in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Opgelegde voorwaarden:

• De helft van de verharding, ca 13 m² naast en achter de berging en de verharding naast de achterbouw van ca. 9 m² dient op de infiltratievoorziening te worden aangesloten.
• Er moet een infiltratiesysteem met minimum een inhoud van 1610,5 liter en 2,58 m² oppervlakte worden geplaatst.

Opgelegde lasten:

• Er worden geen lasten opgelegd.

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

• Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
• De gevraagde werken en de opgelegde voorwaarden moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de vergunning. Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Elementen van de aanvraag die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, moeten volledig worden uitgevoerd om als vergund te worden beschouwd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
• Niet-vergunde bestaande constructies die geen onderdeel zijn van deze aanvraag, worden door deze beslissing niet geregulariseerd, met name:
1. Op het gelijkvloers zijn er 2 ramen in de zijgevel geplaatst i.p.v. 1 zoals vergund werd in vergunning 2015/0167;
2. De schouw op het plat dak van de eerste verdieping werd gesloopt i.p.v. behouden;
3. De regenput werd groter uitgevoerd nl. met een inhoud van 3000 l i.p.v. 1000l.
• Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
• Het perceel waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, is een risicoperceel, en is gelegen in de 'te saneren zone' volgens het beschrijvend onderzoek fase 1, uitgevoerd door 3M Belgium nv., Canadastraat 11.
  Alle uitgegraven bodem wordt als verdachte grond beschouwd.
  Alle verwijderingen van gronden moeten voldoen aan de regels van het grondverzet.
   In afwachting van de sanering van de betrokken percelen door 3M Belgium, is er een regeling om uitgegraven bodem te laten verwerken op kosten van 3M Belgium. Deze regeling staat uitgewerkt op de gemeentelijke website onder https://www.zwijndrecht.be/producten/detail/182/aanvraag-omgevingsvergunning.