Dobbeleir Cindy – CVBA Woonpunt Schelde-Rupel met adres Struikheidelaan 2 te 2070 Zwijndrecht heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2022132414 en gemeentelijk dossiernummer 2022/00268 voor stedenbouwkundige handelingen en exploitatie van een ingedeelde inrichting:
De locatie van de aanvraag is Ernest Claesstraat 1, Ernest Claesstraat 10, Ernest Claesstraat 12, Ernest Claesstraat 2, Ernest Claesstraat 3, Ernest Claesstraat 4, Ernest Claesstraat 5, Ernest Claesstraat 6, Ernest Claesstraat 7, Ernest Claesstraat 8, Felix Timmermansstraat 15, Felix Timmermansstraat 19, Felix Timmermansstraat 2, Felix Timmermansstraat 3, Felix Timmermansstraat 5, Hendrik Consciencestraat 51, Hendrik Consciencestraat 53, Hendrik Consciencestraat 55, Hendrik Consciencestraat 57, Hendrik Consciencestraat 59, Hendrik Consciencestraat 62, Stijn Streuvelsstraat 3, Stijn Streuvelsstraat 5, Willem Elsschotstraat 21, Willem Elsschotstraat 23, Willem Elsschotstraat 46, Willem Elsschotstraat 48 te 2070 Zwijndrecht.
Ze heeft de kadastrale omschrijving Afdeling 11056, sectie B, perceel 680C2, 682A9, 682B, 682B6, 682B9, 682C, 682C6, 682D10, 682E10, 682F10, 682F7, 682G5, 682G7, 682H7, 682K10, 682K7, 682L, 682L10, 682L4, 682M, 682M4, 682P2, 682T2, 682V2, 682X7, 682X8, 682Z10, 682Z4 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2022132414.
De aanvraag werd ingediend op 23/11/2022 en volledig en ontvankelijk verklaard op 25/01/2023.
De aanvraag is onderworpen aan de milieueffectrapportage.
Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de gewone procedure is van toepassing.
Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd. Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd.
De aanvraag bevat openbare wegenis of wegenis met openbaar karakter en werd in kader van de ‘zaak van de wegen’ voorgelegd aan de gemeenteraad .
Op 19/06/2023 werd een wijzigingsverzoek gevraagd. De gewijzigde projectversie werd aanvaard op 22/06/2023.
Er werd geen administratieve lus toegepast.
De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 24/07/2023.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.
Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.
Bijgevolg beslist het college:
Deze omgevingsaanvraag deels te vergunnen onder voorwaarden en lasten krachtens artikel 32§1 en 33 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:
− Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd;
− Het grotendeels in overeenstemming zijn met de preadviezen;
− Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.
Deze aanvraag tot omgevingsvergunning deels te weigeren voor wat betreft de uitvoering van de gebouwen B1 en B2 krachtens artikel 32 §1van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning dd. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:
- Een ongunstig brandweeradvies.
Opgelegde voorwaarden:
Stedenbouwkundige voorwaarden en lasten:
- De bouwheer/promotor die houder is van de stedenbouwkundige vergunning van dit appartementsgebouw is ertoe gehouden de reglementen van de distributienetbeheerder Fluvius met als titel 'appartementsgebouwen en wooncomplexen privé' strikt na te leven.
- De platte daken bovenop het gelijkvloers die onderdeel zijn van de aanvraag dienen te worden uitgevoerd als groendak. Een groendak dient te bestaan uit een draineerlaag, een wortelscheidende laag, een waterhoudende laag, een vegetatielaag en beplanting.
- Aan te planten bomen hebben minimum een plantmaat van 14/16.
- De maatregelen in de archeologienota bekrachtigd op 02/10/2022 met referentienummer UID 23682 moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma in die bekrachtigde archeologienota, de voorwaarden bij de bekrachtiging en het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
- De nodige voorzieningen dienen getroffen om te voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders.
- Te rekenen vanaf de binnen de huidige vergunning goedgekeurde achtergevel dient in de toekomst steeds een tuinzone van minimaal 10 m gevrijwaard van bebouwing.
- Een waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een combinatie van een niet met cement gebonden fundering en een niet monoliet verhardingsmateriaal dat door zijn open structuur, brede voegen of de aanwezigheid van gaten doorheen het verhardingsmateriaal over een hogere waterdoorlatendheid beschikt dan traditionele verhardingsvormen.
- Respecteren van de kleuren van de rioleringsbuizen volgens gebruik, m.n. grijs voor RWA en oranje voor DWA .
- Regenwater RWA en afvalwater DWA dienen volledig gescheiden aangeboden te worden aan de perceelgrens zonder koppeling tussen de sifonputten.
- Contactname met technische dienst vóór aanvang rioleringswerken (03/250 48 70) of uitvoering@zwijndrecht.be.
- De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.
- Beplanting die in de vergunning is voorzien, wordt aangevraagd of als voorwaarde wordt opgelegd maar die niet gedijt, moet het eerstvolgende plantseizoen worden heraangeplant. Deze werkwijze moet worden herhaald tot de beplanting de voorgestelde aard heeft verkregen.
Bijzondere milieuvoorwaarden:
- Algemene milieuvoorwaarden
Omschrijving | Deel | Artikels |
Algemeen | Hfst. 4.1 Afd. 4.1.1 t/m 4.1.12 | Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.12.5
|
Oppervlaktewater | Hfst. 4.2 Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8 | Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1 |
Bodem en grondwater | Hfst. 4.3 Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3 | Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1 |
Lucht | Hfst. 4.4 Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8 | Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4 |
Geluid | Hfst. 4.5 Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7 | Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5 |
Licht | Hfst. 4.6 | Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.4 |
Asbest | Hfst. 4.7 | Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3 |
Energieplanning en energieaudits | Hfst. 4.9 | Art. 4.9.1.1 - Art. 4.9.3.4 |
BKG-emissies | Afd. 4.10.1 | Art. 4.10.1.1 - Art. 4.10.1.7 |
- Sectorale milieuvoorwaarden
Omschrijving | Rubriek | Deel | Artikels |
Gassen – Gemeenschappelijke bepalingen | 16 | Afd. 5.16.1 | Art. 5.16.1.1 - Art. 5.16.1.9 |
Koelinstallaties | 16.3.1 16.3.2 | Afd. 5.16.3 | Art. 5.16.3.3 |
Installaties voor het fysisch behandelen van gassen andere dan luchtcompressoren en koelinstallaties | 16.3.1 16.3.2 16.3.3 | Afd. 5.16.3 | Art. 5.16.3.4 |
Opgelegde lasten:
- Er worden geen lasten opgelegd.
Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten: