De gemeentelijke overheid beschikt over een breed gamma aan bevoegdheden om het woon- en ruimtelijk beleid te regelen. Bijgevolg beschikt zij ook over een breed gamma aan verplichtingen en taakstellingen die van haar worden verwacht door andere overheden en de bevolking. In de hierboven geschetste veranderende context moet het gemeentelijk ruimtelijk beleid tegemoetkomen aan onder meer de volgende taakstellingen, uit te werken in concrete projecten en gebiedsgerichte ontwikkelingen, om ruimtelijke kwaliteit en een duurzame woonomgeving te realiseren:
Duurzaam verhogen van het ruimtelijk rendement binnen het bestaande woonweefsel.
Tegemoetkomen aan de stijgende nood aan groen, een nood die logischerwijze voortvloeit uit de toename van het ruimtebeslag voor wonen en een hogere woondichtheid.
Actief realiseren, financieren, renoveren, onderhouden, beheren en subsidiëren van woonondersteunende infrastructuur, klein- en grootschalige ingrepen in de inrichting van het openbaar domein, meubelinfrastructuur, speeltoestellen, e.d.
De uitvoering en evenwichtige spreiding van grondgebonden klimaatadaptieve ingrepen en ecosysteemdiensten op het grondgebied van de gemeente.
Mobiliteitsondersteunende maatregelen voor een verbeterde ontsluiting van een project, woonomgeving of gebied en voor de inrichting van verkeersveilige infrastructuur ten behoeve van de zwakke weggebruiker (trage wegen e.d.).
Binnen deze context zijn er zeer specifieke problemen en uitdagingen rond parkeren waardoor het zoeken naar een goed evenwicht tussen parkeerbalans en goede architectuur niet altijd evident is. Bijkomend worden we geconfronteerd met regularisaties van oude niet vergunde opsplitsingen waar de nieuwe eigenaars vaak geen schuld aan treffen. Om de problematiek te ondervangen wordt er een kader uitgewerkt tot het betalen van een compensatoire vergoeding voor ontbrekende parkeerplaatsen bij omgevingsvergunning of regularisatie van woongebouwen. Dit nieuwe "kader" zal via een op te maken stedenbouwkundige verordening geformaliseerd moeten worden en fungeert binnen volgende beleidskaders en visie:
Op 24 mei 2023 keurde het Vlaams Parlement het Instrumentendecreet goed. Het decreet werd op 3 juli 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatblad.
De bepalingen rond stedenbouwkundige lasten treden in werking op 1 januari 2024, vanaf dan is er o.a. een stedenbouwkundige verordening noodzakelijk bij het opleggen van financiële lasten.
Instrumentendecreet
Het college beslist over te gaan tot de opmaak van een stedenbouwkundige verordening: stedenbouwkundige last: overeenkomsten tot betaling van een compensatoire vergoeding voor ontbrekende parkeerplaatsen bij omgevingsvergunning of regularisatie van woongebouwen .