Terug
Gepubliceerd op 11/10/2023

2023_CBS_01230 - 2023/00164 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Plaatsen van een fietsenstalling in de voortuinstrook – Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11011, sectie A, perceel 256D4: Vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 03/10/2023 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2023_CBS_01230 - 2023/00164 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Plaatsen van een fietsenstalling in de voortuinstrook – Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11011, sectie A, perceel 256D4: Vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 6
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Denise Melis-De Lamper, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_CBS_01230 - 2023/00164 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Plaatsen van een fietsenstalling in de voortuinstrook – Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11011, sectie A, perceel 256D4: Vergunning onder voorwaarden. 2023_CBS_01230 - 2023/00164 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Plaatsen van een fietsenstalling in de voortuinstrook – Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11011, sectie A, perceel 256D4: Vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

De Bruycker Katleen –  met adres Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht heeft een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend met referentie OMV_2023100532 en gemeentelijk dossiernummer 2023/00164 voor stedenbouwkundige handelingen: 

  • Plaatsen van een fietsenstalling in de voortuinstrook.

De locatie van de aanvraag is Boomgaardstraat 80 te 2070 Zwijndrecht. Ze heeft de kadastrale omschrijving  Afdeling 11011, sectie A, perceel 256D4 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2023100532. De aanvraag werd ingediend op 21/07/2023 en volledig en ontvankelijk verklaard op 7/08/2023. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, noch het standpunt van de aanpalende eigenaars. Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 6/10/2023.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 46§1 en 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van: 

  • Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
  • Het in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige inlichtingen.
  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de beleidslijn voortuininrichting.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening. 

Op te leggen voorwaarden:

  • Het ingediend aanplantingsplan voldoet niet aan de gemeentelijke beleidslijn Voortuininrichting; het college onderschrijft de beoordeling door de GOA niet. Het college legt een aangepast aanplantingsplan als voorwaarde op. Dit plan wordt bij de vergunning gevoegd. 
  • De fietsenstalling dient met groenaanplant aan het zicht vanop de straat onttrokken te worden.
  • Er dient 1 boom te worden aangeplant. Aan te planten bomen hebben minimum een plantmaat van 14/16. 
  • De resterende oppervlakte van de voortuin moet worden aangelegd als kwalitatieve groene ruimte met levende aanplanting in volle grond, teneinde een goede integratie in het straatbeeld te realiseren. Minstens 1/3 van de oppervlakte van de voortuinstrook dient met kwalitatief groen te worden aangeplant. 
    (Kwalitatief groen: groen dat door het voorkomen en vanuit ecologisch oogpunt waardevol is. Voorbeelden daarvan zijn inheemse bomen en struiken, bij- en insectvriendelijke bloemen en planten. Inheemse gemengde hagen bieden voedsel en beschutting aan tal van insecten en vogels. Coniferen bieden dit duidelijk niet. Gazon (intensief gemaaid gras) wordt niet als kwalitatief groen beschouwd, andere bodembedekkers (ook siergrassen en met kruidenmengsel ingezaaide, niet intensief gemaaide grassen) wel.
  • De hoogte van de haag dient beperkt te blijven tot 2 m. Bovendien dient de hoogte van levende hagen dusdanig beperkt te blijven dat in functie van de veiligheid het zicht op de openbare weg bij in- en uitritten gegarandeerd blijft. Een levende haag dient op minimaal 0,50 meter ten opzichte van de rooilijn ingeplant te worden, of op minder dan 0,50 m mits akkoord van de aanpalende eigenaar. De haag of beplanting mag het openbaar domein niet overgroeien.
  • De nodige voorzieningen dienen getroffen om te voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders. 
  • De voortuin dient als tuin te worden aangeplant en gehandhaafd in overeenstemming met de beleidslijn Voortuininrichting, CBS d.d. 14 september 2021.
  • Een waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een combinatie van een niet met cement gebonden fundering en een niet monoliet verhardingsmateriaal dat door zijn open structuur, brede voegen of de aanwezigheid van gaten doorheen het verhardingsmateriaal over een hogere waterdoorlatendheid beschikt dan traditionele verhardingsvormen.
  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.
  • Beplanting die in de vergunning is voorzien, wordt aangevraagd of als voorwaarde wordt opgelegd maar die niet gedijt, moet het eerstvolgende plantseizoen worden heraangeplant. Deze werkwijze moet worden herhaald tot de beplanting de voorgestelde aard heeft verkregen.
  • Deze fietsenstalling moet ook in de toekomst steeds dienst blijven doen als fietsenstalling. Als het gebruik ophoudt of wijzigt, moet zij verwijderd worden.
  • De zuiverheidstrook tegen de woning moet beperkt worden tot een breedte van 1 m.

Op te leggen lasten:

  • Er worden geen lasten opgelegd.

Artikel 2

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Bij uitvoering moeten alle werken en opgelegde voorwaarden in overeenstemming met de vergunning worden uitgevoerd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
  • Niet-vergunde bestaande constructies die geen onderdeel zijn van deze aanvraag, worden door deze beslissing niet geregulariseerd, met name:
    • De compleet verharde voortuinstrook. In het dossier, met gemeentelijk dossiernummer 2021/00259, werd de voortuinstrook deels onthard. Echter zijn deze werken nooit uitgevoerd. In deze aanvraag zal de verharding wel grotendeels verwijderd worden en deels heraangeplant.
  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen