In de maanden mei tot juli 2023 werden sterk verhoogde pfas-waarden vastgesteld in de meetpost in de Neerstraat. Aanhoudende droogte en noordelijke windrichtingen zorgen voor een verspreiding van pfas-houdende omgevingslucht richting de woonkern van Zwijndrecht.
Studiebureau Arche, dat onafhankelijk advies verleent voor de processen bij 3M Belgium, berekende dat zonder bijkomende beheersingsmaatregelen de waarde voor vrij gebruik van bodem binnen afzienbare tijd (ca. 4 jaar) zou worden overschreden; de door OVAM gehanteerde norm som-PFAS in grondwater wordt in een dergelijk scenario volledig met PFOS gevuld na 1 tot 5 jaar.
Bij een gebrek aan beheersingsmaatregelen stemmen de gemeten PFOS-grondwaterconcentraties ter hoogte van ZD08 met andere woorden overeen met de effecten van het realistisch scenario dat zich tot op vandaag voordoet: de grondwaterverontreiniging wordt als het ware permanent gevoed en in stand gehouden door nieuwe aanrijking. Er is geen reden om aan te nemen dat deze trend zich, zij het met een afnemende gradiënt, niet zou voortzetten verder weg van de site (namelijk buiten zone 1A), waar de impact van historische verontreiniging door blusschuim volgens ERM beperkt is, de impact van ongeleide emissie en aerosolen des te belangrijker.
Daarenboven blijkt 3M ook na de veiligheidsmaatregel van oktober 2021 processen te hebben laten lopen die, ten gevolge van verneveling, de toegelaten PFAS (met name PFBA en PFBrA)-aanrijking van het grondwater in de omgeving met een factor 10 overschrijden.
Op basis van deze vaststellingen moeten wij besluiten dat het door OVAM conform verklaarde tweede BBO van 3M (“Onder de E34/ Finale beoordeling van de humane risico-evaluatie voor PFAS in de bodem”) een aantal aanvullingen en correcties behoeft, bovenop het voorbehoud dat wij eerder formuleerden naar aanleiding van de conformverklaring (Brief gemeente Zwijndrecht aan OVAM van 23 mei 2023).
Niet alleen wordt ‘stof’ in het BBO fase 1 globaal geminimaliseerd als blootstellingsroute; de voortdurende ongeleide emissie zoals we deze nu hebben vastgesteld, blijft onderbelicht:
(BBO p. 147):
De gemeten waarden evenals de humane risicobeoordeling (studie Arche), naar aanleiding van de recente vaststelling van ongeleide emissie (verwaaiing of aerosolen) en de historische belasting van de bevolking in achtgenomen, spreken dit tegen. Tijdens een infoavond over PFAS in omgevingslucht (26 september 2023) citeerde Departement Zorg de analyse van Arche om het gebrek aan beheersingsmaatregelen zorgwekkend voor de volksgezondheid te noemen.
Bovendien wordt voor alle bronnen (aerosolen, bodemverwaaiing, historische depositie vanuit de schouw) gesteld (BBO p. 123):
Zoals de gemeente eerder heeft aangestipt, waait de tweede dominante windrichting van het noordoosten naar het zuidwesten, en leidt een beetje gedurende vele jaren tot veel, met (her)contaminatie tot gevolg.
In termen van directe humane blootstelling, en zeker in termen van voort-durende aanrijking van bodem en grondwater, is de ongeleide verspreiding van PFOS binnen de 3M-omgeving dan ook niet meer “verwaarloosbaar” te noemen.
2. Herziening van de kwalificatie “gemengde, overwegend historische verontreiniging”
Er is kennelijk sprake van een onophoudelijke aanrijking van de omgeving. De vuilvracht aanwezig op de 3M-terreinen is tot op vandaag bron van verhoogde depositiefluxen en contaminatie, hetzij door verwaaiing van bodem (ook na de verwijdering van partijen zwaar verontreinigde grond die in het verleden zonder afdoende beschermingsmaatregelen op de terreinen werden gestockeerd), hetzij door verneveling van schuim van de waterzuiveringsinstallatie, waarvoor 3M als vergunninghouder en exploitant aan de milieuzorgplicht gehouden is. Aangezien het “realistisch scenario” zonder bijkomende beheersingsmaatregelen een hercontaminatie op korte termijn voorspelt, kan de bijdrage van deze aanrijking niet onbelangrijk genoemd worden. Zij leidt immers tot een overschrijding van de saneringsdrempels. Bovendien is zij niet historisch maar nieuw: zij ontstaat ook vandaag, dus na 29 oktober 1995.
Er wordt voorgesteld om de vraag te richten aan Ovam om de genoemde elementen te laten opnemen als een addendum bij het goedgekeurd Beschrijvend Bodemonderzoek fase 1 (“Onder de E34”), en te laten integreren in de nog in te dienen bodemonderzoeken. Op die manier is de nodige correctie mogelijk zonder de procestiming in het gedrang te brengen.
Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Het college keurt de voorgestelde aanvullingen goed, en vraagt aan de dienst Leefomgeving om deze over te maken aan de Ovam en het kabinet van de minister van Omgeving Demir.