Terug
Gepubliceerd op 13/12/2023

2023_CBS_01530 - 2023/00203 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Het slopen van een ééngezinswoning – Antwerpsesteenweg 21 – Afdeling 11011, sectie A, perceel 494F3: Vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 05/12/2023 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Verontschuldigd

Denise Melis-De Lamper, schepen

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2023_CBS_01530 - 2023/00203 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Het slopen van een ééngezinswoning – Antwerpsesteenweg 21 – Afdeling 11011, sectie A, perceel 494F3: Vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 5
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_CBS_01530 - 2023/00203 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Het slopen van een ééngezinswoning – Antwerpsesteenweg 21 – Afdeling 11011, sectie A, perceel 494F3: Vergunning onder voorwaarden. 2023_CBS_01530 - 2023/00203 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Het slopen van een ééngezinswoning – Antwerpsesteenweg 21 – Afdeling 11011, sectie A, perceel 494F3: Vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

De Vlakte NV - met adres Koningin Astridlaan 9 bus 1 te 2070 Zwijndrecht heeft een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend met referentie OMV_2023080676 en gemeentelijk dossiernummer 2023/00203 voor stedenbouwkundige handelingen: 

  • Het slopen van een ééngezinswoning.

De locatie van de aanvraag is Antwerpsesteenweg 21 te 2070 Zwijndrecht. Ze heeft de kadastrale omschrijving  Afdeling 11011, sectie A, perceel 494F3 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2023080676. De aanvraag werd ingediend op 7/09/2023 en versie V2 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 20/10/2023. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde  procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, wel het standpunt van de aanpalende eigenaars. Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 19/12/2023.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 46§1 en 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

 Opgelegde voorwaarden:

  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.

 Opgelegde lasten:

  • Er worden geen lasten opgelegd.

Artikel 2

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit

Artikel 3

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • De gevraagde werken en de opgelegde voorwaarden moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de vergunning. Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Elementen van de aanvraag die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, moeten volledig worden uitgevoerd om als vergund te worden beschouwd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
  • Bij de uitvoering moet de nodige aandacht besteed worden aan de stabiliteit en de waterdichte afwerking van scheimuren en andere constructies op of nabij de perceelgrenzen.
  • verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen