Als men meent dat verwijlintresten van toepassing zouden zijn dienen we te kijken of de correcte procedures gevolgd werden. Intresten zijn enkel van toepassing indien de vastgestelde betalingstermijnen conform art. 95 §3 wordt overschreden. Dit artikel stelt duidelijk dat de betaling pas kan plaatsvinden “voor zover de aanbesteder tegelijk over de regelmatige factuur beschikt”. Bijgevolg zijn verwijlintresten pas van toepassing als er factuur wordt overgemaakt.
Bijkomend is evenmin sprake van een overschrijding van de verificatietermijn, gelet op het feit dat deze pas begint te lopen vanaf het overmaken van de gedateerde en ondertekende schuldvordering. Voor VS08bis, VS09 hebben we geen ondertekende schuldvordering mogen ontvangen. Voor VS27 hebben we pas een ondertekende schuldvordering mogen ontvangen op 10/06/23.
De factuur met betrekking tot de grondafvoer werd tijdig geprotesteerd door de gemeente, waardoor van rechtswege geen verwijlinteresten van toepassing zijn. Deze vordering kan onzes inziens tevens niet betaald worden door de gemeente gelet op de dwingende drempel van 30.000 euro (excl. BTW) voor ‘aanvaarde factuur’. Het betreft volgens ons dus een uitbreiding op de bestaande opdracht, waardoor ook hier de procedures omtrent indienen en goedkeuring van schuldvordering dienen gevolgd te worden.
Het voorstel van refractie t.g.v. de dikte wordt door jullie niet aanvaard aangezien er afspraken zouden gemaakt zijn voor een minder dikke fundering. Echter kunnen we deze afspraken niet traceren of terugvinden in de werfverslagen waar dergelijke afspraken zeker zouden moeten worden opgenomen.
Het KB Uitvoering stelt onder art. 80 §1 duidelijk “Elk bevel tot wijziging van de opdracht wordt schriftelijk gegeven. […] Minder belangrijke wijzigingen kunnen evenwel enkel als vermeldingen in het dagboek worden opgetekend.” Gezien er geen schriftelijke wijzigingsbevelen gekend zijn, kan niet aanvaard worden dat dit in overleg met het opdrachtgevend bestuur zou beslist zijn.
Er werd gevraagd om een minprijs voor te stellen voor de aangepaste fundering. Hier is tot op heden geen gevolg gegeven. Bij deze wordt de minprijs ambtshalve vastgelegd. De fundering van de voetpaden was voorzien op 15 cm dikte met een EH-prijs van 8.42 euro/m². De gemiddeld dikte die werd uitgevoerd bedraagt volgens de beproeving 13 cm rekening houdend met de regel van 3 wordt de EH-prijs gereduceerd naar 6.37 euro/m². De minprijs bedraagt 2.05 euro/m² voor een oppervlakte van 2055 m² wat op een totale minprijs komt van 4.212,75 euro en de herziening bedraagt 865,89 euro (herziening volgens VS08: 1.20554). De totale minprijs bedraagt 5078,64 euro. Bovendien houdt de prijs geen rekening met het minder uitvoeren van het ondiep grondwerk.
De refractie volgens PV11 is als volgt opgebouwd:
Zoals ook besproken tijdens het overleg zijn wij van mening dat er geen schadevergoeding verschuldigd is ten gevolge de schorsing aangezien het om omstandigheden gaat die vreemd zijn aan de aanbesteder. Daarenboven gebeurde de melding laattijdig waardoor de vraag evenmin rechtsgeldig was (Artikel 38/12 van het KB Uitvoering). Finaal dient de aannemer zijn schade te bewijzen. Het aangeleverde document is echter vrij summier, en geeft aanleiding tot minstens volgende opmerkingen:
De voorlopige opleveringsdatum werd aangehouden op 04/09/23 maar zoals gevraagd en principieel goedgekeurd door de gemeente, werd de aanvang van de waarborgperiode gelijkgesteld met 01/04/23 zodat de volledige borg (met uitzondering van de bijkomende borg tgv de rijweg), kan vrijgegeven worden tijdens definitieve oplevering op 01/04/25.
Om consensus te bekomen voor bovenstaande financiële discussie is de opdrachtgever bereid om 50 % van de boete t.g.v. de termijnoverschrijding kwijt te schelden en geen gevolg te geven aan de boete t.g.v. bijakte nr.1 (t.w.v 4.000 euro), op voorwaarde dat er geen gevolg gegeven wordt aan enige verwijlintresten t.g.v. eventueel laattijdige vorderingsstaten, facturen of vrijstellingen van borgen.
Concreet wordt de afhandeling als volgt samengevat:
| Versie 10/06/23 | Versie 24/11/23 |
Boete tgv termijnsoverschrijding | -102.439,23 euro | -51.219,62 euro |
Boete tgv bijakte nr. 1 | -4.000,00 euro |
|
Refractie tgv PV11 | -24.363,96 euro | -18.679,06 euro |
Refractie tgv PV36bis | -639,71 euro | -639,71 euro |
Refractie tgv PV38 | -557,75 euro | -557,75 euro |
Grondafvoer |
| + 32.160 euro |
| -132.000,65 euro | - 38.936,14 euro |
Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorstel goed en gaat ermee akkoord dat dit aan de firma Hertsens bezorgd wordt.