Op 17 november 2022 werd een aanvraag ingediend door NV TOTALENERGIES MARKETING BELGIUM, met maatschappelijke zetel te 1040 BRUSSEL (ETTERBEEK), Handelsstraat 93, voor de exploitatie van een tankstation (hervergunning), op een terrein gelegen te 2070 ZWIJNDRECHT, Pastoor Coplaan ZN, met kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie A percelen 566 W 0 (ref. Omgevingsloket: OMV_2022130324).
Het college van burgmeester en schepenen heeft de vergunning geweigerd in zitting van 23 mei 2023. Tegen deze weigering werd door de aanvrager op 22 juni 2023 een administratief beroep ingesteld bij de Deputatie van de provincie Antwerpen (ref. provincie: OMBER-2023-0481).
Op 13 oktober 2023 bracht de POVC een advies uit naar aanleiding van het administratief beroep, waarbij in tegenstelling tot de beslissing van het college van burgemeester en schepenen werd geadviseerd om de aangevraagde vergunning toe te kennen. In zitting van 3 november 2023 besloot de Deputatie van de provincie Antwerpen om zich aan te sluiten bij het advies van de POVC en de aanvraag voor de exploitatie van een tankstation (hervergunning) te vergunnen.
Het college van burgemeester en schepenen van Zwijndrecht kan zich niet akkoord verklaren met het besluit van de Deputatie van de provincie Antwerpen van 3 november 2023 waarbij een vergunning wordt verleend voor de exploitatie van een tankstation (hervergunning), gelegen op een terrein te 2070 ZWIJNDRECHT, Pastoor Coplaan ZN, met kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie A percelen 566 W 0, dat haar beslissing in eerste aanleg hervormt en alsnog een vergunning aflevert.
Overeenkomstig artikel 105, §1 OVD kan de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, waarbij artikel 105, §2 OVD de belanghebbenden opsomt.
Artikel 105 §2, 4° OVD bepaalt dat beroepen voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen door het college van burgemeester en schepenen kunnen worden ingesteld als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 31 augustus 2023 ongunstig geadviseerd omtrent de aanvraag, hetgeen ook als dusdanig is opgenomen in de bestreden beslissing.
Aldus kan worden besloten dat het college van burgemeester en schepenen over het vereiste belang beschikt bij het indienen van een vernietigingsberoep, nu zij wordt aangeduid als belanghebbende in artikel 105, §2, 4° OVD.
Voorts kan de gemeente Zwijndrecht overeenkomstig artikel 105 §2, 2° OVD als belanghebbende worden aangeduid in haar hoedanigheid van “betrokken publiek”, en beschikt zij over het rechtens vereiste belang en procesbevoegdheid om een verzoek tot vernietiging in te leiden.
Artikel 2, 1° OVD definieert het betrokken publiek hierbij als “elke natuurlijke persoon of rechtspersoon alsook elke vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende is bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden waarbij niet-gouvernementele organisaties die zich voor milieubescherming inzetten, geacht worden belanghebbende te zijn”.
De gemeente Zwijndrecht dient inderdaad als rechtspersoon, die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van de besluitvorming over de afgifte van voormelde omgevingsvergunning te worden gekwalificeerd en maakt aldus deel uit van het ‘betrokken publiek’.
Ingevolge art. 2 Decreet Lokaal Bestuur zorgt de gemeente op het lokale niveau voor het welzijn van de burgers en de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. Overeenkomstig art. 41 G.W. is de gemeente bevoegd voor aangelegenheden van gemeentelijk belang waarvoor zij alle initiatieven kan nemen.
De bestreden vergunningsbeslissing van de Deputatie van de provincie Antwerpen heeft dan ook betrekking op het grondgebied van de gemeente Zwijndrecht.
Conform vaste rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen dienen de verzoekende partijen die zich als betrokken publiek opwerpen blijk te geven van hinderlijke of nadelige gevolgen die ze vrezen te ondergaan als gevolg van de bestreden beslissing (artikel 2, eerste lid, 1° van het Omgevingsvergunningsdecreet) (RvVb 1819-RvVb-0497-SA, 28 april 2020).
De gemeente kan zich niet akkoord verklaren met de vergunningsbeslissing van de Deputatie van de provincie Antwerpen van 3 november 2023, gezien deze beslissing in strijd is met de gemeentelijke beleidsvisie.
De aanvraag heeft vooreerst een onaanvaardbare klimaatimpact, aangezien er geen laadstations worden voorzien. De aanvraag is dan ook in strijd met de gemeentelijke doelstelling en taakstelling tot vermindering van de CO2 uitststoot op gemeentelijk grondgebied. Het advies van het college ter zake (conform art. 4.3.4 VCRO) werd door de Deputatie onvoldoende onderzocht.
Daarenboven voorziet de aanvraag niet in de plaatsing van een hemelwaterput, voor hergebruik van het hemelwater dat op het dak van de shop en de luifel van de piste valt. Dit in strijd met art. 4.2.1.3 §5 van Vlarem II.
Tot slot werd door de deputatie geen rekening gehouden met de beleidsvisie van de gemeente op de ontwikkeling van het bouwblok en de geplande heraanleg van de Pastoor Coplaan. Deze visie is vervat in het gemeentelijk Beleidsplan Ruimte evenals de nog in te dienen aanvraag voor de heraanleg van de straat. De Pastoor Coplaan is verder aangeduid als deel van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De beslissing van de Deputatie houdt onvoldoende rekening met al deze beoordelingspunten.
De aanvraag is dan ook in strijd met de gemeentelijke belangen, het beleid van de gemeente Zwijndrecht evenals haar visie inzake ruimtelijke ordening, zoals dit ook werd veruitwendigd in de weigeringsbeslissing van haar college van burgemeester en schepenen van 23 mei 2023 en in het ongunstig advies aan de deputatie van 31 augustus 2023.
De gemeente ervaart dan ook hinderlijke en nadelige gevolgen ten gevolge van de beslissing van de deputatie dd. 3 november 2023.
De gemeente Zwijndrecht beschikt bijgevolg over het rechtens vereiste belang om in haar hoedanigheid van “betrokken publiek” een verzoek tot vernietiging in te dienen, conform art. 105, §2, 2° OVD.
Het is wenselijk dat een advocaat wordt aangesteld om een verzoekschrift tot vernietiging op te stellen en de belangen van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zwijndrecht en de gemeente Zwijndrecht in de zodanig opgestarte procedure verder te verdedigen.
Het college neemt kennis van de omgevingsvergunning, verleend door de Deputatie van de provincie Antwerpen d.d. 3 november 2023 waarbij een vergunning wordt verleend voor de exploitatie van een tankstation (hervergunning), gelegen op een terrein te 2070 ZWIJNDRECHT, Pastoor Coplaan ZN, met kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie A percelen 566 W 0 (ref. Omgevingsloket: OMV_2022130324), in laatste administratieve aanleg.
Het college beslist een verzoek tot vernietiging in te stellen tegen de omgevingsvergunning, verleend door de Deputatie van de provincie Antwerpen d.d. 3 november 2023 waarbij een vergunning wordt verleend voor de exploitatie van een tankstation (hervergunning), gelegen op een terrein te 2070 ZWIJNDRECHT, Pastoor Coplaan ZN, met kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie A percelen 566 W 0 (ref. Omgevingsloket: OMV_2022130324), dit zowel namens de gemeente in haar hoedanigheid van betrokken publiek in de zin van art. 105 §2, 2° OVD als namens het college van burgemeester en schepenen in de zin van art. 105 §2, 4° OVD.
Het college gelast Mr. Cies GYSEN, advocaat, optredend voor GYSEN – DE KEYSER – SWERTS genaamd ‘GD&A Advocaten’, burgerlijke vennootschap onder de vorm van een BV, KBO nr. 0884.605.752 en met maatschappelijke zetel te 2800 MECHELEN, Antwerpsesteenweg 16-18 om namens het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zwijndrecht, alsook namens de gemeente Zwijndrecht, vertegenwoordigd door haar schepencollege, een verzoekschrift tot vernietiging tegen voormelde vergunningsbeslissing in te dienen alsmede om daartoe al de nodige en rechtens toegelaten handelingen te verrichten met inbegrip van onder meer het vertegenwoordigen van het schepencollege en de gemeente op de te organiseren hoorzittingen.