Het bedrijf Umicore in Hoboken recycleert verschillende metalen, waaronder goud, zilver, platina, rhodium en palladium uit meer dan 200 verschillende grondstoffen. Het recyclageproces genereert naast de verschillende metalen ook non-ferroslakken. Die slakken worden momenteel onder een grondstofverklaring van OVAM ingezet als bouwstof en gebruikt voor de opbouw van een geluidswal op de site van Umicore.
Omwille van de beperkt resterende capaciteit van de geluidswal zal Umicore in de toekomst geen bergingscapaciteit meer vinden voor de volledige hoeveelheid van haar slakken. Umicore werkt aan een technologisch vernieuwende oplossing maar die is vandaag nog niet inzetbaar zodat er gezocht moet worden naar bergingscapaciteit. Die is gevonden op zeer korte afstand aan de overzijde van de Schelde zodat het transport hoofdzakelijk kan georganiseerd worden via het water. De meeste geschikte locatie is de Argex-groeve in Kruibeke/Zwijndrecht.
Voor deze groeve werd in het verleden een GRUP uitgewerkt met strikte bepalingen over de nabestemming (deels industriegebied en deels natuurgebied) en over de stortmogelijkheden. De huidige stedenbouwkundige voorschriften sluiten het storten van non-ferroslakken uit. Om dat op korte termijn mogelijk te maken is een wijziging van het GRUP vereist, via een geïntegreerd planproces.
Een startnota werd voorbereid die nu ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Het voorgenomen plan omvat de groeve en ligt op grondgebied van de gemeenten Kruibeke en Zwijndrecht.
UPMR heeft de afgelopen 10 jaar uitgebreid onderzoek gevoerd naar technologische verbetering van haar slakken, met focus op een maximale inzetbaarheid als circulaire bouwstof en ‘urban mining’. Mits de vereiste technologie beschikbaar wordt of aangepaste gebruiksmogelijkheden worden voorzien, kan er in de toekomst ook gedacht worden aan het hergebruik van de geborgen non-ferro slakken. Hoewel dit onderzoek reeds beloftevolle resultaten heeft opgeleverd, biedt het voorlopig onvoldoende garantie dat Umicores huidige en verbeterde non-ferroslakken blijvend als circulaire bouwstof en in voldoende grote volumes zullen kunnen ingezet worden.
Om de continuïteit van de recyclageactiviteiten van UPMR in Hoboken te garanderen, wordt voor de verwijdering van de non-ferroslakken gekeken naar de Argex-site. Zo zou er een nood zijn om jaarlijks maximaal 220.000 ton non-ferroslakken te bergen.
Umicore heeft de mogelijke stortplaatsen geëvalueerd in functie van de bergingsproblematiek van non-ferroslakken. De Argex-groeve is volgens het locatie onderzoek omwille van de nabijheid en de mogelijkheden om de slakken via het water te vervoeren, de meest geschikte stortplaats voor de berging van de non-ferroslakken. Het vertrekpunt (site Umicore Hoboken) en de bestemming (deponie kleigroeve Argex-Sterhoek) zijn gelegen op ca. 2 km vogelvluchtafstand van elkaar. Dit maakt dat de te bergen goederen over water aangeleverd kunnen worden. Zowel de site van Umicore Hoboken als de site kleigroeve Argex-Sterhoek beschikken over een laad- en loskade langs de Schelde.
De gemeentebesturen van Zwijndrecht en Kruibeke zijn lid van het planteam, en hebben meegewerkt aan de opmaak van deze startnota.
Er is op de volgende manier reeds rekening gehouden met de suggesties van het gemeentebestuur van Zwijndrecht, namelijk:
Een geïntegreerd planningsproces kent vijf fases. De resultaten van elk van deze vijf fases worden geconsolideerd in een nota. De startnota is dus de eerste van vijf nota’s.
Over de startnota en de procesnota wordt, na de goedkeuring ervan door de Vlaamse Regering, het advies gevraagd aan SARO en Minaraad, de gemeenten Kruibeke en Zwijndrecht en de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen en de door de Vlaamse Regering bepaalde adviesinstanties.
Er wordt over de startnota een publieke consultatie van de ruime bevolking georganiseerd in overeenstemming met de decretale bepalingen. Naast de gebruikelijke aankondigingen in het Belgisch Staatsblad, in kranten en op de website van het Vlaamse Departement Omgeving, wordt de startnota en de procesnota ook ter inzage gelegd op de gemeentehuizen van Kruibeke en Zwijndrecht.
Op basis van de inspraakreacties participatie zal daarna door het planteam een scopingnota, voorontwerp-RUP en ontwerp-milieubeoordeling worden uitgewerkt. Daarna volgt een plenaire vergadering over het voorontwerp-GRUP en de milieubeoordeling.
Publieke inspraak:
De startnota werd na goedkeuring door de Vlaamse regering op 13 oktober 2023 overgemaakt aan de gemeenten Zwijndrecht en Kruibeke ter bekendmaking. De termijn van terinzagelegging loopt van 24 oktober 2023 tot en met 22 december 2023. Binnen dezelfde termijn kan de gemeente een advies over deze startnota verlenen. Op 21 november 2023 vond een publiek participatiemoment (infomarkt) plaats in het gemeentehuis van Kruibeke.
Er werd op 4 december 2023 een bezwaar ontvangen van Natuurpunt Waasland. Op 9 december 2023 werd een aanvulling op het eerste bezwaar ontvangen, met het verzoek om beide documenten als één bezwaar te beschouwen.
Natuurpunt haalt o.a. volgende argumenten aan:
Advies van de dienst Leefomgeving:
1. Plan-MER:
De wijziging van het GRUP omvat een geïntegreerd proces, waarbij de opmaak van het plan-MER parallel loopt met de verdere processtappen. In de scoping-nota en aanzet MER-methodologie wordt vermeld dat de volgende sleuteldisciplines aan bod zullen komen:
De hierna genoemde disciplines betreffen geen sleuteldisciplines, maar zullen wel in het plan-MER worden onderzocht als nevendiscipline:
Gezien het feit dat de nabestemming voor het grondgebied Zwijndrecht ‘natuur’ is, en de gemeente belang stelt in een optimale invulling van het terrein met hoogwaardige natuurelementen, stelt de dienst voor om de disciplines ‘Biodiversiteit’ en ‘Landschap’ toch als sleuteldiscipline te laten bespreken in het plan-MER.
Gelet op het feit dat bijkomende transporten een niet te verwaarlozen impact op de verkeersafwikkeling kunnen hebben, stelt de dienst voor om de discipline ‘Mens-mobiliteit’ ook als sleuteldiscipline te laten bespreken in het plan-MER.
Gelet op de argumentatie uit het bezwaar van NPW over de globale nabestemming van de projectzone als ‘natuurgebied’, stelt de dienst voor om alle aspecten in het plan-MER ten gronde te bespreken.
De startnota vermeldt dat er momenteel nog geen voldoende verwerkingsmogelijkheden zijn om de non-ferroslakken tot circulaire bouwstof om te zetten. Die komen er mogelijk wel in de toekomst. Het is bijgevolg aan te bevelen om de berging van de slakken in locatie en oppervlakte te beperken, met het oog op een mogelijke latere hervalorisatie om toekomstige generaties niet bijkomend te belasten. Ook dit aspect dient te worden beoordeeld in het op te maken plan-MER.
2. Natuurinrichting:
Het oorspronkelijke natuurinrichtingsplan uit 2006 ging er nog van uit dat de groeve niet zou worden verontdiept, waardoor er veel ruimte was voor een waterrijke herinvulling. Door de opvulling van de groeve met initieel niet-verontreinigde slibs en gronden, maar nadien met verontreinigde fracties werd de uitvoering van het bestaande natuurinrichtingsplan onmogelijk.
De dienst Leefomgeving stelt voor om via dit advies te vragen dat een nieuw natuurinrichtingsplan zou worden opgemaakt voor het deel van de groeve op grondgebied Zwijndrecht. Dit nieuwe natuurinrichtingsplan dient rekening te houden met de aard en uitvoering van de opvulling van de groeve, maar moet tegelijk maximaal kansen bieden op biodiverse, waterrijke natuur. Daarnaast moet het natuurinrichtingsplan rekening houden met de bepalingen van het gemeentelijk Beleidsplan Ruimte inzake versterking van natuurwaarden (groenblauwe netwerken) langsheen de fortengordel aan de westzijde van de gemeente. De gemeente(n) dienen maximaal betrokken te worden bij de opmaak van het natuurinrichtingsplan, en dienen er finaal hun goedkeuring aan te hechten.
Ter overweging: het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen (RSPOV) werd op 24 maart 2004 bij ministerieel besluit goedgekeurd. In het bijzonder wordt in het bindend gedeelte van het RSPOV ten aanzien van de bagger- en ruimingsproblematiek vermeld dat de provincie in provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen locaties voor lagunering en berging van ruimingsspecie zal afbakenen. In het structuurplan wordt verder verduidelijkt dat de kleiput behoort tot de open ruimtefragmenten van de Vlaamse Ruit, gedragen door de Schelde. Voor de deelruimte E17 netwerk wordt gekozen voor de vrijwaring van de open ruimte corridor tussen Melsele en Zwijndrecht. De open ruimte op de provinciegrens is als een open ruimtecorridor geselecteerd. Deze open ruimtecorridor dient als buffer tussen de stedelijke ontwikkelingen, meer bepaald tussen het grootstedelijk gebied Antwerpen, en de stedelijke gebieden van het netwerk E17.
Gelet op de inmiddels gewijzigde context (de gemeenten Kruibeke en Zwijndrecht zitten samen met de gemeente Beveren in een fusietraject) en gelet op de argumentatie van NPW voor wat betreft de voorgestelde wijziging van de nabestemming op grondgebied Kruibeke naar ‘natuurgebied’, is het aangewezen om – indien het bezwaar van NPW wordt gehonoreerd - een natuurinrichtingsplan voor de totale site op te maken.
3. Mobiliteit:
De startnota vermeldt dat, om de impact op de gewestweg te minimaliseren bij het bergen van afvalstoffen in de kleigroeve Argex-Sterhoek via watertransport, wordt bekeken of een ondergrondse kruising met de gewestweg gebouwd kan worden.
Gezien een bijkomende en bovendien kruisende verkeerstroom een zeer negatief effect kan hebben op de doorstroming van verkeer op de N419, stelt de dienst voor om de ongelijkgrondse en conflictvrije kruising als een bindende milderende maatregel op te nemen in het GRUP.
Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening
Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM)
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan Milieueffectrapportage
Het college neemt kennis van de startnota voor de wijziging van het GRUP ‘Herstructurering kleigroeve Argex’.
Het college verleent een gunstig advies, mits volgende voorwaarden worden nageleefd:
Het college onderschrijft de vraag van Natuurpunt Waasland om de nabestemming ‘gemengd regionaal bedrijventerrein‘ voor het grondgebied Kruibeke te wijzigen in nabestemming ‘natuurgebied’.