2023_CBS_01381 - 2023/00169 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: Regularisatie voor het aanbrengen van crepi/gevelbekleding aan de voor- en achtergevel – Verbindingstraat 101 te 2070 Zwijndrecht – Afdeling 11011, sectie A, perceel 237X: Vergunning onder voorwaarden.

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze aanvraag tot omgevingsvergunning te vergunnen krachtens artikel 46§1 en 47van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

• Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
• Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Op te leggen voorwaarden:

• Door de uitgevoerde werken is de samenhang binnen de huizenrij verregaand verstoord door materiaal, kleur van de gevelbepleistering en profiel van de dakgoot. Dit kan enkel deels geremedieerd worden door de kleur aan te passen aan het kleurenpalet van de huizenrij. Als voorwaarde wordt opgelegd: de gevel moet geschilderd worden in een bruinrode baksteenkleur aansluitend bij de woning aan de rechterzijde.  

Op te leggen lasten:

• Er worden geen lasten opgelegd. 

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit.

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

• Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
• De gevraagde werken moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de vergunning. Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Elementen van de aanvraag die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, moeten volledig worden uitgevoerd om als vergund te worden beschouwd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
• Niet-vergunde bestaande constructies die geen onderdeel zijn van deze aanvraag, worden door deze beslissing niet geregulariseerd, met name:
  • De garage die groter werd uitgevoerd en niet op 1 m van de linker perceelsgrens werd geplaatst.
  • De verharding in de voortuinstrook.
  • Het terras achter de veranda dat tot tegen de linker perceelsgrens werd geplaatst.
• Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.