In dit BBO is de aard en omvang van de PFAS-verontreinigingen onderzocht op en rond de 3M-site in het vaste deel van de aarde, het grondwater, het oppervlaktewater, sediment en het vaste deel van de waterbodem van belangrijkste waterlopen in het onderzoeksgebied. De PFAS-verontreinigingen op en in de directe omgeving van de 3M-site zijn gekarakteriseerd als voornamelijk PFOS, en zijn gerelateerd aan voormalige productieprocessen van 3M. Tevens zijn de risico’s voor volksgezondheid en leefmilieu geëvalueerd. Het onderzochte gebied bestaat uit verschillende landbestemmingstypes, met name natuur-, landbouw-, woon-, recreatie- en industriegebied. Deze zone is aangeduid als het ‘projectgebied’ en heeft een oppervlakte van ongeveer 40 km2.
Dit geïntegreerd beschrijvend bodemonderzoek (BBO) spitst zich toe op de 3M site en de omgeving rondom de 3M site. Bij aanvang van de studie is in overleg met de OVAM afgesproken om gefaseerd te werk te gaan, en te starten met de actualisatie van het verontreinigingsbeeld voor het vaste deel van de aarde. In een tweede fase, die van start zou gaan vanaf wanneer de Oosterweel werken op Linkeroever afgerond zijn en een finale eindtoestand is bereikt van de lokale hydrogeologische situatie (einde werken verwacht voor 2025), zou de verontreiniging in het grondwater geactualiseerd worden.
Dit betekent dat in dit rapport uitspraak zal gedaan worden over het humaan-toxicologisch-, het verspreidings- en het ecotoxicologisch risico dat uitgaat van de PFAS-verontreiniging afkomstig van de activiteiten op de 3M-site. Op basis van deze evaluatie zal de saneringsnoodzaak voor het vaste deel van de aarde en het grondwater bepaald worden. Het projectgebied waarop voorliggend geïntegreerd BBO betrekking heeft, is de 3M fabriekssite zelf, samen met de ruime omgeving rondom deze site die verschillende landgebruiken kent.
Het onderzoeksgebied omvat dus:
De bulk van de PFAS-verontreinigingsmassa (>90%) zowel in grond als in grondwater is aanwezig ter hoogte van de 3M-site en de directe omgeving en is gekarakteriseerd als voornamelijk PFOS. Off-site zijn de meest verhoogde PFAS-concentraties aangetoond in residentieel- en landbouwgebied zone 1A (onderwerp van de goedgekeurde leeflaagsanering; gebied gelegen rond de Polderstraat, Molenstraat en Neerstraat in Zwijndrecht), de Palingbeek, en het westelijk deel van natuurgebied Blokkersdijk. De PFAS-impact neemt af met afstand tot de 3M-site en de verspreiding ervan blijkt te worden bepaald door de meest dominante windrichtingen (zuidwest-noordoost, en omgekeerd). De PFOS-concentraties nemen duidelijk af in de bovenste bodemlaag met toenemende afstand tot de 3M-fabriek. In het grondwater nemen de legacy PFAS-, C8- en C6-concentraties eveneens af met toenemende afstand tot de 3M-site, en is de aanwezigheid van meer recente C4-verbindingen (PFBA & PFBS) belangrijker. Het totale verontreinigingsbeeld is echter beduidend complexer door de aanwezigheid van andere externe PFAS-bronnen, die grotendeels toe te schrijven zijn aan het gebruik van PFAS-houdend brandblusschuim met zowel PFOS/PFHxS alsook fluortelomeerformulering.
De PFAS-fingerprint van verontreinigingen ter hoogte van de 3M-fabriek is volledig toe te schrijven aan het complexe productieverleden, waarbij in het verleden zowel de legacy C8-C6 PFAS verbindingen (PFOS, PFOA, & PFHXS) - de basiscomponenten van het eerste generatie brandblusschuim- alsook de meer recente kortere keten PFAS-verbindingen zijn vervaardigd. De aanwezigheid van fluortelomeren is gerelateerd aan vergelijkende testen die zijn uitgevoerd met telomeer-geformuleerd brandblusschuim. De belangrijkste PFAS-precursoren zijn ook hoofdzakelijk op de 3M-site en de directe nabije omgeving aangetoond.
Op basis van een ‘multiple lines of evidence’-aanpak die onder andere bestond uit een doorgedreven evaluatie van grond- en grondwatergegevens al of niet afkomstig van 3M- of derden-onderzoek, een statistische analyse van de gegevens en een recente expertnota van Arche die de historische depositie van PFBA vanuit luchtemissies afkomstig van de 3M-fabriek heeft geëvalueerd, is de impact van de PFAS-verontreinigingen gerelateerd aan 3M-activiteiten in kaart gebracht en op conservatieve wijze afgeperkt in grond en grondwater.
Resultaten bodem:
Uit deze evaluatie bleek eveneens de aanwezigheid van externe PFAS-bronnen, die niet zijn gerelateerd aan 3M-activiteiten, met uitzondering van enkele anomaliën. Voor het vaste deel van de aarde zijn de PFOS-, PFOA- en som gemeten PFAS-verontreinigingen afgeperkt naar de huidige bodemsaneringsnorm en richtwaarde. Het totale geraamde oppervlak met verontreinigde grond boven de richtwaarde bedraagt ongeveer 12,2 km².
Grondwater:
Voor grondwater is de som PFAS-verontreiniging afgeperkt tot aan de huidige saneringsnorm van 500 ng/l. Voor som PFAS 20 EU DWRL was horizontaal afperken niet mogelijk tot de saneringsnorm van 100 ng/l aangezien de aangetoonde grondwaterconcentraties op grotere afstand van de 3M-fabriek (> 2-3 km) zich nog boven deze waarde bevinden. Verticaal is de grondwaterverontreiniging afgeperkt op de Boomse klei. Om de aan 3M-gerelateerde PFAS-grondwaterverontreinigingen horizontaal af te perken voor deze som parameter zijn verschillende opties bekeken en is de meest conservatieve verontreinigingscontour weerhouden, met name deze voor PFBS in grondwater. PFBS is het C4-equivalent van PFOS en is als basisproduct geproduceerd op de 3M-site enerzijds. Daarnaast is PFBA eerder een bijproduct tijdens PFAS-productie en zijn er ook andere toepassingen van dit product waardoor er op grotere afstand van de 3M-site vermengingen met externe bronnen mogelijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan PFAS-verontreinigingen gelinkt aan landbouwactiviteiten zoals de toepassing/gebruik van plantbestrijdingsmiddelen, bodemverbeteraars en mest waarbij PFBA door afbraak kan gegenereerd worden. De finale verontreinigingscontouren zijn ook conservatief in die zin dat ook vermengde zones waar verschillende PFAS-signalen zijn aangetoond, alsook enkele externe bronnen en anomale meetpunten in Zwijndrecht mee in de contour zijn opgenomen.
De PFAS-verontreiniging in ondiep grondwater gerelateerd aan 3M-activiteiten is terug te brengen tot een zone van ongeveer 15 km², waarbij Linkeroever en een groot deel van het industriegebied ten westen van de 3M-site buiten de contouren vallen. In deze zones is de aanwezigheid van externe bronnen aangetoond, waarvan de PFAS-oorzaken gekend en gerapporteerd zijn (zoals bv. brandweerpost Linkeroever, brand Vliegbouwschool, brandoefenterrein Ketenis/Keetberglaan, …). Bijkomend blijken andere PFAS-verontreinigingen aanwezig te zijn in het ganse Antwerpse havengebied op basis van informatie die ERM heeft ontvangen in het kader van het Sitebesluit. Het lopende onderzoek door de OVAM en het Havenbedrijf Antwerpen om de PFAS-achtergrondwaarden voor het havengebied te bepalen zal dit nader bekijken en meer uitsluitsel kunnen geven.
Oppervlaktewater:
Uit de analyseresultaten van oppervlaktewater blijkt dat de Palingbeek sterker verontreinigd is in vergelijking met water uit de vijver van Blokkersdijk. Dit bevestigt de noodzaak van de hydraulische barrière op de 3M-site, en de noodzaak voor het opstellen van een bodemsaneringsproject voor de Palingbeek. In de overige waterlopen zijn minder hoge PFAS-concentraties gemeten.
Groenten en fruit:
Uit de analyseresultaten blijkt de aanwezigheid van enkele PFAS-verbindingen in sommige van de geteste groenten, fruit en voedergewassen. De verhoogde PFAS-concentraties komen niet alleen voor nabij de 3M-site, maar ook op verdere afstand waar er vermoeden is van vermenging van externe bronnen. Er is op basis van de beschikbare informatie geen duidelijke relatie tussen de PFAS-concentratie in bodem en deze in groenten en fruit.
Eieren:
In de geteste eieren van scharrelkippen zijn voor een verschillende individuele PFAS-componenten verhoogde concentraties gemeten, waarbij PFOS de meest dominant aanwezige parameter is waarbij de Europese actiewaarde is overschreden in elk getest ei. Dit is ook het geval voor geteste eieren in de zone met een PFOS-gehalte in de bodem lager dan de richtwaarde van 3 μg/kg ds.
Humaan-toxicologisch risico:
De humaan-toxicologische risico-evaluatie heeft aangetoond (herbevestigd) dat er een risico aanwezig is voor de bewoners binnen het projectgebied. Het grootste risico gaat uit van de consumptie van vrije uitloop kippeneieren en in mindere mate van het eten van lokaal geteelde fruit en groenten uit de eigen (moes)tuin. Deze blootstelling wordt in afwachting van de saneringswerken ondervangen in de recent goedgekeurde voorzorgsmaatregelen en de van toepassing zijnde no-regret maatregelen.
Verspreidingsrisico:
Er is een verspreidingsrisico aanwezig voor de PFAS-grondwaterverontreiniging omdat deze de grondwaterwinningen en de oppervlaktewaters bedreigen. Er is tevens een verspreidingsrisico door het verder uitlogen van de PFAS-verontreiniging ter hoogte van de kernzones op de 3Msite, en het verdere verspreiden van verontreiniging voornamelijk via het diepe grondwater. In het ondiepe grondwater is eerder een ‘steady state’ situatie bereikt, en is er in de toekomst geen significante toename van de verontreinigingspluim te verwachten. Omwille van de omvang van de pluim in het ondiepe en diep grondwater is er sprake van een significante uitbreiding. Er is dus ook een saneringsnoodzaak voor het grondwater.
Ecotoxicologisch risico:
Voor het ecotoxicologisch onderzoek is een locatiespecifieke methodologie gebruikt voor zowel het aanpalende natuurgebied Blokkersdijk en de Palingbeek, de overige natuurgebieden en de overige niet-natuurgebieden. Uit deze evaluatie blijkt dat er een actueel en potentieel ecotoxicologisch risico is voor PFAS in het vaste deel van de aarde, de waterbodem en het oppervlaktewater ter hoogte van Blokkersdijk, inclusief de Palingbeek. Het betreft zowel een direct ecotoxicologisch risico als een risico via doorvergiftiging. Voor de overige natuurgebieden is er eveneens een actueel en potentieel ecotoxicologisch risico voor PFAS in het vaste deel van de aarde, voornamelijk ten gevolge van doorvergiftiging en in mindere mate directe ecotoxiciteit. Voor de niet-natuurgebieden is er geen ecotoxicologisch risico met uitzondering van de gekende kernzones op de 3M-site waar op basis van de berekende PAF-waarden voor PFOS een ecotoxicologisch risico is. Er is bijgevolg een saneringsnoodzaak omwille van het ecotoxicologisch risico.
Voorzorgsmaatregelen:
De toepassing van deze no-regret-maatregelen moeten in afwachting van de sanering worden behouden. Naast deze no-regret-maatregelen zijn er bijkomende voorzorgsmaatregelen uitgewerkt voor de PFAS-verontreiniging buiten de 3M-site, voor het woon- en landbouwgebied ten zuiden van de snelweg E34, waarvoor de saneringsnoodzaak al is bepaald in het eerste en gewijzigd tweede gefaseerd BBO. Deze uitwerking is gebaseerd op de antwoorden die de bevraagde bewoners binnen de verontreinigingscontour hebben geformuleerd op de vragenlijst die peilde naar mogelijk ontbrekende blootstellingsroutes aan PFAS. De implementatie van deze voorzorgsmaatregelen zal, in afwachting van de saneringswerken, in het eerste kwartaal van 2024 opgestart worden.
Saneringsnoodzaak en prioritering:
Op basis van dit BBO dienen verschillende nieuwe gefaseerde bodemsaneringsprojecten te worden opgesteld, waarbij het noodzakelijk is omwille van de aangetoonde risico’s, de geconstateerde vrachtvrachtverdeling, de noodzaak tot het creëren van het nodige maatschappelijke draagvlak en het beschermen van receptoren, te werken met een haalbare prioriteitsstelling qua fasering en timing.
Het woongebied ten zuiden van de E34, dat geen deel uitmaakt van saneringszone 1A, moet prioritair aangepakt worden om het humaan-toxicologische risico weg te nemen. Een gefaseerd BSP voor het vaste deel van de aarde zal opgemaakt worden tegen 1 april 2024 voor de woongebieden.
Zoals aangeven is de sanering van de Palingbeek urgent omdat er een belangrijke vuilvrachtmassa aanwezig is in zowel het vaste deel van de aarde, het grondwater rond en onder de Palingbeek, het oppervlaktewater en de sedimenten, en de Palingbeek uitmondt in de Schelde. De eerste stappen zijn al gezet met de installatie van de hydraulische barrière stroomopwaarts van de Palingbeek op de 3M-site zelf om de instroom van verontreinigd grondwater zo goed als mogelijk te reduceren.
Bemerkingen op dit geïntegreerd BBO worden ter zitting zelf besproken. Toelichting vanwege schepen Vervaet.
Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Het college neemt kennis van het geïntegreerde beschrijvend bodemonderzoek 3M Zwijndrecht en omgevende gebieden.
Het college beslist om de besproken bemerkingen aan de Ovam over te maken.