2024_CBS_00930 - 2021-00211 - Kennisname beslissing Deputatie in beroepsprocedure laatste aanleg na arrest van Raad voor Vergunningsbewistingen (RvVb) - Regularisatie van verhardingen in voortuin, zijtuin en achtertuin, uitvoering liftgebouw en passerellen, uitvoering fietsenstalling, raamopeningen, interne inrichting en terrassen van enkele appartementen van en bij een bestaande meergezinswoning – Fortlaan 20-21-22 - 1ste afdeling sectie B nr. 766/S3

Op het CBS van 21/03/2023 werd beslist een verzoek tot vernietiging in te dienen bij de RvVb tegen het besluit van de Deputatie. Op 3 april 2023 werd door GSJ advocaten dit verzoek ingediend bij de RvVb.  Op 9/08/2023 werd door dit advocatenkantoor een toelichtende nota opgemaakt nadat door beide tussenkomende partijen (VME van Fortlaan 20-21-22 en aanvrager One Group Invest) een schriftelijke uiteenzetting werd ingediend.

Op 4/01/2024 werd de uitnodiging ontvangen voor een hoorzitting bij de RvVb; deze hoorzitting werd later geannuleerd. Op 21/03/2024 werd door de RvVb het arrest uitgesproken dat de bestreden beslissing wordt vernietigd.

Op 2/04/2024 kregen wij bericht van GSJ advocaten over deze uitspraak van het arrest bij de RvVb, met name dat de Raad was overgegaan tot de vernietiging van de beslissing waarbij ze zelfs de 4 betrokken ontwikkelde middelen gegrond bevindt. De deputatie moet een nieuwe beslissing moeten nemen binnen de 3 maanden, rekening houdende met dit arrest van de RvVb.

Het voorstel tot beslissing volgens het verslag van de POA d.d. 4/06/2024 was vergunning onder voorwaarden. Maar er werd weinig of geen argumentatie toegevoegd waarom dit plots wel als gunstig onder voorwaarden kon beschouwd worden. Er werd niet tegemoet gekomen aan de argumenten uit het Arrest van de RvVb.

Op 11/06/2024 vond een tweede hoorzitting plaats.

Op 13/06/2024 heeft de Deputatie opnieuw een vergunning onder dezelfde voorwaarden afgeleverd voor deze aanvraag:
Vergunning wordt verleend onder volgende voorwaarden:

• De fietsstalplaatsen moeten duurzaam uitgevoerd worden door het plaatsen van fietsbeugels
• De draadafsluiting aan de voorste perceelsgrens dient beperkt te worden tot een hoogte van maximaal 1,50 m.
• Ter compensatie van de gekapte boom is er een heraanplanting in de achtertuinzone verplicht met minimum 2 standplaatsgeschikte hoogstammige inheemse bomen (in de minimum plantmaat 18/20). Bij inplanting van de nieuwe bomen dienen de wettelijke bepalingen betreffende plantafstanden ten opzichte van aanpalende percelen nageleefd te worden. De aanplanting dient te gebeuren in het eerstvolgende plantseizoen. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant. Dit veronderstelt niet alleen een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed, maar ook het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en het aanbrengen van een bescherming tegen vraatschade door grazers, indien van toepassing. De nieuwe aanplanting dient gedurende de eerste jaren na aanplant beschermd te worden tegen droogte door gietbeurten te voorzien. Eventuele uitval van de nieuwe aanplant dient stelselmatig vervangen te worden in het daaropvolgende plantseizoen.