VISSER & SMIT HANAB, Langerbruggekaai 3, 9000 Gent, heeft op 20-12-2023 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2023169706 en gemeentelijk dossiernummer O/2023/305 voor:
De aanvraag omvat
De locatie van de aanvraag is Scheldedijk 10, 2070 Zwijndrecht en heeft de kadastrale omschrijving 11056H0174/00G000, 11056H0174/00Y003. De aanvraag werd ingediend op 20-12-2023 en volledig en ontvankelijk verklaard op 21-12-2023. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde procedure is van toepassing.Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd, maar niet het standpunt van de aanpalende eigenaars. Bij deze aanvraag wordt geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast.
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.
Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.
Bijgevolg beslist het college:
Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 46 en 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd.
Tevens zijn volgende algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden van toepassing.
Algemene milieuvoorwaarden:
Omschrijving | Deel | Artikels |
Algemeen | Hfst. 4.1 Afd. 4.1.1 t/m 4.1.12 | Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.12.5
|
Oppervlaktewater | Hfst. 4.2 Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8 | Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1 |
Bodem en grondwater | Hfst. 4.3 Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3 | Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1 |
Lucht | Hfst. 4.4 Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8 | Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4 |
Geluid | Hfst. 4.5 Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7 | Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5 |
Licht | Hfst. 4.6 | Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.4 |
Asbest | Hfst. 4.7 | Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3 |
Energieplanning en energieaudits | Hfst. 4.9 | Art. 4.9.1.1 - Art. 4.9.3.4 |
BKG-emissies | Afd. 4.10.1 | Art. 4.10.1.1 - Art. 4.10.1.7 |
Sectorale milieuvoorwaarden:
Omschrijving | Rubriek | Deel | Artikels |
Lozing van bedrijfsafvalwaters | 3.4, 3.5, 3.6.3, 3.6.5, 3.6.6, 3.6.7, 3.7 | Afd. 5.3.2 | Art. 5.3.2.1 - Art. 5.3.2.4 |
Brandstoffen en brandbare vloeistoffen – Brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen | 6.5 | Afd. 5.6.2 | Art. 5.6.2.1.1 – Art. 5.6.2.3.8 |
Brandstoffen en brandbare vloeistoffen – brandbare vloeistoffen – bovengrondse houders | Subafd. 5.6.1.3 | Art. 5.6.1.3.1 – Art. 5.6.1.3.19 |
|
Gevaarlijke producten - Gemeenschappelijke bepalingen | 17 | Afd. 5.17.1 | Art. 5.17.1.1 - Art. 5.17.1.21 |
Gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen Algemene bepalingen | 17.3, 17.4 | Afd. 5.17.4
| Art. 5.17.4.1.1 – Art. 5.17.4.1.20 |
Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders | 17.3 en 17.4 | Subafd. 5.17.4.3 | Art. 5.17.4.3.1 - Art. 5.17.4.3.21 |
Als bijzondere milieuvoorwaarde: