Terug
Gepubliceerd op 13/08/2024

2024_CBS_00990 - O/2024/138 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: vellen van gele Cipres in de achtertuinstrook – Fortlaan 29 – 1ste afdeling, sectie B nr. 0749 E 2: vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 06/08/2024 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Verontschuldigd

André Van de Vyver, burgemeester; Denise Melis-De Lamper, schepen

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2024_CBS_00990 - O/2024/138 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: vellen van gele Cipres in de achtertuinstrook – Fortlaan 29 – 1ste afdeling, sectie B nr. 0749 E 2: vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

Ann Van Damme, Bruno Byl, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 4
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_CBS_00990 - O/2024/138 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: vellen van gele Cipres in de achtertuinstrook – Fortlaan 29 – 1ste afdeling, sectie B nr. 0749 E 2: vergunning onder voorwaarden. 2024_CBS_00990 - O/2024/138 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: vellen van gele Cipres in de achtertuinstrook – Fortlaan 29 – 1ste afdeling, sectie B nr. 0749 E 2: vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

Van Wauwe Johan - Fortlaan 29, 2070 Zwijndrecht heeft op 03/06/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024080265 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/138 voor:

  • Vellen van gele Cipres in de achtertuinstrook.

De aanvraag omvat:

  • Stedenbouwkundige handelingen.

De locatie van de aanvraag is Fortlaan 29, 2070 Zwijndrecht  en heeft de kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie B nr. 0749 E  2 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2024080265. De aanvraag werd ingediend op 03/06/2024 en versie PIV1 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 21/06/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, noch het standpunt van de aanpalende eigenaars. Bij deze aanvraag werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 20/08/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 46  van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het in overeenstemming zijn met de voorschriften van het B.P.A. nr. 13 'Binnengronden Adhemar Borinstraat – Fortlaan', MB d.d. 25 mei 1999.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.
  • Het in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige inlichtingen.

Opgelegde voorwaarden:

  • Er mogen geen kapwerkzaamheden worden uitgevoerd tijdens de broedperiode (van 1 maart tot 1 juli). 
  • Overeenkomstig de bepalingen van het gemeentelijk milieubeleidsplan en de conclusie uit de beslissingsmatrix van het Agentschap Natuur en Bos dient een heraanplanting te worden voorzien van minstens 1 streekeigen boom in de achtertuin, zoals bijvoorbeeld een zomereik, linde, beuk, of soortgelijk.
  • De plantmaat van de heraanplanting dient minimaal 14/16 (stamomtrek in cm) te bedragen.
  • De heraanplanting dient te worden uitgevoerd uiterlijk het plantseizoen volgend op  de kapping en moet ondersteund worden door middel van 2 steunpalen en bindsels.
  • De nieuwe aanplanting dient in voorkomend geval te worden beschermd tegen vee- en wildvraat.
  • De nieuwe aanplanting dient tot volle wasdom gebracht te worden. Eventuele uitval dient stelselmatig te worden vervangen.
  • Een heraanplanting van bomen die meer dan 2 m hoog worden moet conform boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, Art. 3.133. Afstanden van beplantingen gebeuren op minstens 2 m van de perceelgrens.
  • De vergunninghouder moet rapporteren over de heraanplant (locatie, soort en foto bezorgen aan dienst ruimtelijke ordening).

Artikel 2

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit.

Artikel 3

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Bij uitvoering moeten alle werken en opgelegde voorwaarden in overeenstemming met de vergunning worden uitgevoerd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben. Voorwaarden zijn een integraal deel van de vergunning en moeten altijd uitgevoerd worden.
  • Niet-vergunde bestaande constructies die geen onderdeel zijn van deze aanvraag, worden door deze beslissing niet geregulariseerd, met name: het tuinhuis rechts achteraan het perceel.
  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen