Binnen de saneringszone 1A, waar de saneringsplichtige 3M Belgium een afgraving van onverharde delen met 70cm voorziet, is tevens een verkaveling van 12 nieuwbouwwoningen in uitvoering.
De projectontwikkelaar heeft aangegeven te willen aanvangen met de aanleg van de gemeenschappelijke delen en infrastructuur, en heeft overleg gehad met 3M Belgium en in latere fase met de gemeente, met het verzoek om voor dit terrein een voorafgaandelijke sanering te kunnen uitvoeren, zodat de gemeenschappelijke delen en de ondergrondse infrastructuur definitief kunnen worden aangelegd. Nu de aanleg doen, en nadien moeten terugkomen om definitief te saneren zou de complexiteit van de sanering vergroten.
3M Belgium heeft zich akkoord verklaard met deze vraag, en heeft gemeld zelf een aannemer aan te stellen om deze voorafgaandelijke sanering uit te voeren (termijn van uitvoering: vanaf augustus 2024).
Vermits er nog geen werfwegen aangelegd zijn, en er voertuigbewegingen op het openbaar domein zullen gebeuren, is het akkoord van de gemeente wenselijk om dit deelproject naar voren te schuiven. De Ovam had in haar conformverklaring al geschreven dat 'opportuniteiten' naast de clustergewijze aanpak konden worden aangegrepen.
ERM, de door 3M Belgium aangestelde erkend bodemsaneringsdeskundige, geeft volgende motivatie voor de voorgestelde voorafgaandelijke sanering:
- Fluvius dringt aan op het snel plaatsen van een nieuwe elektriciteitscabine binnen het project Bosman waarvoor 2 sleuven tot 1 m diep gegraven moeten worden, vanaf de cabine naar de Molenstraat en de Vlietstraat . Deze cabine is niet alleen nodig voor de 12 nieuwbouwwoningen, maar ook om de overige bewoners van de Molenstraat – Vlietstraat van voldoende elektriciteit te voorzien. Hoe sneller deze cabine kan geplaatst worden, hoe kleiner het risico dat zich problemen voordoen met de elektriciteitsbevoorrading.
- Na de vakantie staat de installatie van de 12 regenwaterputten op het programma, met bijhorende leidingen naar een nieuw aan te leggen wadi. Daarnaast is het ook voorzien om in elke tuin een fietsenberging te plaatsen met elektriciteitsvoorziening naar elke berging, ondergronds vanuit de woning. Indien de sanering wordt uitgevoerd na de installatie van deze ondergrondse infrastructuur zal minder PFAS verontreinigde grond kunnen worden verwijderd;
- In de omgevingsvergunning van Bosman is een groenplan opgenomen, i.e. de inrichting van de tuinen met bomen en hagen, inclusief wadi en ‘openbaar park’. Met andere woorden, deze inrichting moet aansluitend aan de bouw van de woningen gebeuren, en niet door de koper(s) van de individuele woningen. Het project Bosman ligt in cluster 13, de cluster die eerst gesaneerd zal worden, volgens de huidige planning te starten in september 2025. Dit betekent dat bij deze saneringswerken de pas aangelegde tuinen en groenzone volledig vernietigd moeten worden, en opnieuw aangelegd na sanering. Ter hoogte van de wadi zal ook hier, omwille van stabiliteit, niet alle verontreiniging verwijderd kunnen worden;
Op dit moment is het terrein nog een werfzone, zonder bewoners, waar de nodige infrastructuur aanwezig is om stofmaatregelen te implementeren zoals een werfaansluiting elektriciteit en water. De hinder naar bewoners is er niet, wat er allicht wel zal zijn wanneer de sanering volgens de huidige planning na de zomervakantie van 2025 zal gebeuren.
Na het uitvoeren van de vervroegde sanering kunnen de verschillende aannemers van Bosman hun werken in schone grond uitvoeren. De regenwaterputten zullen door de saneringsaannemer gezet worden parallel met de saneringswerken, maar het verbindend leidingwerk kan nadien in schone grond gelegd worden. Ook het aanleggen van de tuinen en het park met wadi kan geschieden in schone grond. De ervaring leert dat aannemers die minder vertrouwd zijn met werken in verontreinigde grond over het algemeen meer blootgesteld worden aan de verontreiniging wegens gebrek aan kennis over de mogelijke gevaren en middelen om hiermee om te gaan. Tot slot kunnen deze werken in verontreinigde bodem ook leiden tot ongewenste stofvorming, wat nadelig is voor de omwonenden.
Het voorstel werd beoordeeld zowel door de dienst Mobiliteit als door de dienst Milieu. Volgende elementen kwam naar voren:
- Door de voorafgaandelijke sanering wordt vermeden dat transportbewegingen tweemaal moeten gebeuren.
- Afwerking kan niet gebeuren omdat er moet gesaneerd worden.
- Qua verkeersafwikkeling over de openbare weg heeft dit project slechts beperkte impact; het laten aan- en afrijden via de Neerstraat en een werfweg geeft in de praktijk meer omrijdfactor en dus meer overlast voor de buurt.
- Het is essentieel dat de voorafgaandelijke sanering onder dezelfde voorwaarden gebeurt als in het BSP beschreven staat. Vermits 3M Belgium de aannemer zelf selecteert, en ERM de begeleiding van de sanering zal doen, biedt voldoende waarborgen voor de omgeving.
- Communicatie naar de overige betrokkenen waarom deze sanering wel naar voren wordt getrokken is essentieel om draagvlak te krijgen/behouden. Vandaar dat het aangewezen is om 3M Belgium op te leggen hierover proactief en open te communiceren.
- Het is aangewezen om nu al een SPOC (single point of contact) aan te stellen waar burgers met hun vragen/klachten terechtkunnen.
- De kans bestaat dat andere betrokken eigenaars ook bij 3M Belgium zullen aankloppen om hun eigendom prioritair te laten saneren (er zijn een aantal eigenaars die hun tuinaanleg nog niet hebben uitgevoerd, omdat ze liever wachten tot nà de sanering). Om een cascade te vermijden, en om de systematische aanpak van 3M Belgium niet te ondermijnen, stelt de dienst voor om volgende criteria te hanteren bij mogelijke toekomstige vragen uit de subzone 1A:
- Kan er door een vroegtijdige sanering méér vuilvracht worden verwijderd?
- Betreft het een groepsbelang?
- Welke (efficiëntie-) winsten kunnen er geboekt worden?
- Welke mobiliteitsimpact zou worden gegenereerd?
- Is er een impact op het openbaar domein?
- Wordt er onherstelbare schade veroorzaakt indien niet vroegtijdig wordt ingegrepen?
- Kunnen alle flankerende maatregelen uit het goedgekeurde BSP worden toegepast?
- Gebeurt de sanering door eigen aannemer of door een door 3M Belgium aangestelde aannemer?
- Moeten er ondergrondse constructies of installaties worden aangelegd?
De dienst Leefomgeving adviseert het college om haar goedkeuring te geven voor deze voorafgaandelijke sanering van het bouwproject Molenstraat - Vlietstraat, mits volgende voorwaarden worden opgelegd aan de uitvoerder van de sanering:
- De saneerder brengt de eigenaars en gebruikers van de terreinen in zone 1A voorafgaandelijk en schriftelijk op de hoogte van de geplande werkzaamheden. Alle communicatie wordt vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeente en aan het ombudsteam van Igemo. De saneerder motiveert hierin waarom de voorafgaandelijke sanering wordt uitgevoerd.
- De saneerder voorziet een informatiepaneel aan de werfzone met alle nuttige informatie over de sanering.
- De saneerder voorziet in een uniek aanspreekpunt voor vragen en klachten en doet een regelmatige terugkoppeling met de gemeente.
- Alle in het BSP vermelde flankerende maatregelen zijn van toepassing op deze deelsanering.
- De saneerder neemt alle nodige maatregelen om de vlotte doorstroming van het verkeer te garanderen.