Terug
Gepubliceerd op 26/06/2024

2024_CBS_00766 - O/2023/256 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: uitbreiding kantoor met magazijn-Heidestraat 259 - 2de afdeling, sectie A nr. 233 E: vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 18/06/2024 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2024_CBS_00766 - O/2023/256 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: uitbreiding kantoor met magazijn-Heidestraat 259 - 2de afdeling, sectie A nr. 233 E: vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 6
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Denise Melis-De Lamper, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_CBS_00766 - O/2023/256 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: uitbreiding kantoor met magazijn-Heidestraat 259 - 2de afdeling, sectie A nr. 233 E: vergunning onder voorwaarden. 2024_CBS_00766 - O/2023/256 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: uitbreiding kantoor met magazijn-Heidestraat 259 - 2de afdeling, sectie A nr. 233 E: vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

CKS, Cesar Van Kerckhovenstraat 40, 2880 Bornem heeft op 30/10/2023 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2023116947 en gemeentelijk dossiernummer O/2023/253 voor:

  • Uitbreiding kantoor met magazijn.

De aanvraag omvat:

  • Stedenbouwkundige handelingen.
  • Exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De locatie van de aanvraag is Heidestraat 259, 2070 Zwijndrecht en heeft de kadastrale omschrijving 2de afdeling, sectie A nr. 0233 E en EPB-nummer 11056-G-OMV_2023116947. De aanvraag werd ingediend op 30/10/2023 en versie 2 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 05/01/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de gewone procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag wordt een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd een administratieve lus toegepast op 26/02/2024. Er werd een wijzigingsverzoek gevraagd op 12/04/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het Omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en wijzigingen, het Omgevingsvergunningsbesluit van 27 november 2015 en wijzigingen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5 april 1995 en het Natuurdecreet van 21 oktober 1997 en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 32 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de voorschriften van het BPA nr 15 Lindenstraat – Pastoor Coplaan , MB d.d. 07/01/2002. 
  • Het in overeenstemming zijn met het preadvies.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.
  • Het in overeenstemming zijn met collegepunt 2021_CBS_01294.

Opgelegde voorwaarden:

  • Aan te planten bomen hebben minimum een plantmaat van 14/16.
  • Een waterdoorlatende verharding dient te bestaan uit een combinatie van een niet met cement gebonden fundering en een niet monoliet verhardingsmateriaal dat door zijn open structuur, brede voegen of de aanwezigheid van gaten doorheen het verhardingsmateriaal over een hogere waterdoorlatendheid beschikt dan traditionele verhardingsvormen.
  • Respecteren van de kleuren van de  rioleringsbuizen volgens gebruik, m.n. grijs voor RWA en oranje voor DWA .
  • Contactname met Technische Dienst vóór aanvang rioleringswerken (03/250 48 70) of uitvoering@zwijndrecht.be.
  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.
  • Beplanting die in de vergunning is voorzien, wordt aangevraagd of als voorwaarde wordt opgelegd maar die niet gedijt, moet het eerstvolgende plantseizoen worden heraangeplant. Deze werkwijze moet worden herhaald tot de beplanting de voorgestelde aard heeft verkregen.
  • De draadafsluiting moet een groene kleur hebben.

Opgelegde lasten:

  • Er worden geen lasten opgelegd.

Tevens zijn volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van toepassing: 

Algemene milieuvoorwaarden:

Omschrijving

Deel

Artikels

Algemeen

Hfst. 4.1

Afd. 4.1.1 t/m 4.1.12

Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.12.5

 

Oppervlaktewater

Hfst. 4.2

Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8

Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1

Bodem en grondwater

Hfst. 4.3

Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3

Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1

Lucht

Hfst. 4.4

Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8

Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4

Geluid

Hfst. 4.5 

Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7

Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5

Licht

Hfst. 4.6

Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.4

Asbest

Hfst. 4.7

Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3

Energieplanning en energieaudits

Hfst. 4.9

Art. 4.9.1.1 - Art. 4.9.3.4

BKG-emissies

Afd. 4.10.1

Art. 4.10.1.1 - Art. 4.10.1.7

 

Sectorale milieuvoorwaarden:

Omschrijving

Rubriek 

Deel

Artikels

Gassen – Gemeenschappelijke bepalingen

16

Afd. 5.16.1

Art. 5.16.1.1 - Art. 5.16.1.9

Koelinstallaties

16.3.1 

16.3.2

Afd. 5.16.3

Art. 5.16.3.3

Installaties voor het fysisch behandelen van gassen andere dan luchtcompressoren en koelinstallaties

16.3.1

16.3.2

16.3.3

Afd. 5.16.3

Art. 5.16.3.4

 

Bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Geluidsbeperkende maatregelen buitenunits verkoeling/verwarming: De buitennunits van de airco’s dienen van het geluidsarme type te zijn en van de nodige geluidsisolerende omkasting of unitcovers (type Climeon wave 7 of gelijkwaardig) voorzien te worden. De positie van de installatie wordt zo gekozen dat de afstand tot aangrenzende percelen voldoende groot is. Geluid wordt zoveel mogelijk weg van de omliggende woningen geprojecteerd.

Artikel 2

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit.

Artikel 3

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten: 

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • De gevraagde werken en de opgelegde voorwaarden moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de vergunning. Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Elementen van de aanvraag die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, moeten volledig worden uitgevoerd om als vergund te worden beschouwd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Artikel 4

Het college merkt op dat de parkeerplaatsen langs Westpoort ter hoogte van de aanvraag gedeeltelijk op privaat perceel en gedeeltelijk op gemeentelijke eigendom liggen. 


Bijlagen