2024_CBS_00088 - Dorp Oost 51, Constant Van Goeystraat 21 - voorstel tot aankoop percelen - 1ste afdeling, sectie B, 854/C6,854/D6 en 854/P4: voorstel tot goedkeuring en doorverwijzing naar de gemeenteraad.

Na overleg met de eigenaars wenst de gemeente over te gaan tot de aankoop van de percelen 854/C6,854/D6 en 854/P4 met adres Dorp Oost 51 en C. Van Goeystraat 21.

De percelen zijn geheel gelegen binnen het BPA Oude Molenkouter van 22/10/1987. Perceel 854/D6, met als adres Dorp Oost 51, is een perceel waarop Villa Roosenberg (dat zelf een aparte kadastrale nummer 854/C6 toegewezen kreeg) staat. Dit perceel is volgens het BPA gelegen in ‘plaatsen bestemd voor openbare bebouwing en/of bebouwing met publieke bestemming.

Perceel 854/P4, met adres C. Van Goeystraat 21, betreft een onbebouwd perceel gelegen in een bouwrij voor aaneengesloten ééngezinswoningen.
In het verleden werden door de eigenaars verscheidene aanvragen gedaan tot private ontwikkeling van de percelen, waarbij Villa Roosenberg zou worden afgebroken, en het perceel 854/P4 zou dienen als ontsluitingsweg naar meergezinswoningen op perceel 854/D6.

Gezien de gemeente de percelen wenst te vrijwaren tegen toekomstige private ontwikkelingen werd er overlegd met de eigenaars en overeen gekomen dat de percelen kunnen worden aangekocht voor een bedrag van 1.000.000 euro, te betalen door de gemeente op rekeningnummer BE 72731027755816, en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat:

• Indien op het verkochte goed ooit meer dan 1 woongelegenheid komt, al dan niet door de kopers of in hun opdracht opgericht, zal er door de kopers of hun rechtsopvolgers een bijkomende som aan de verkopers of hun rechtsopvolgers betaald worden gelijk aan tweehonderdvijftigduizend euro (€ 250 000,00), te indexeren vanaf heden tot aan de eigenlijke uitbetaling ervan, aan de hand van de hoogste van volgende twee indexen: de consumptie-index of de residentiële vastgoedprijsindex. De kopers zullen de verplichting hebben bij eventuele overdracht van het verkochte goed deze verplichting op te leggen aan hun rechtsopvolgers en blijven met deze laatste hoofdelijk gehouden tot de nakoming van deze verbintenis.

Gezien de bijzondere voorwaarde werd er advies ingewonnen bij GD&A advocaten (zie bijlage). Samengevat formuleren zij het volgende:

• De afdwingbaarheid van de bijzondere voorwaarde lijkt juridisch discutabel. Vanuit die optiek kan het wenselijk zijn om de bijzondere voorwaarde aan een bepaalde of bepaalbare redelijke termijn te koppelen.
• De schattingsverslagen houden geen rekening met de bijzondere voorwaarde. Er dient bekeken te worden:

• Of nieuwe schattingsverslagen wenselijk zijn, waarbij de bijzondere voorwaarde in rekenschap gebracht wordt.
• Of de potentieel totaal te betalen vergoeding als uitgangspunt wordt genomen en daarbij een afwijking van de schattingswaarde met objectieve redenen gemotiveerd wordt. 

Op basis van dit advies werd er terug contact opgenomen met de eigenaars en werden er nieuwe onderhandelingen opgestart. De eigenaars gingen telefonisch akkoord om de beperking op het vrij beschikkingsrecht over het vastgoed te beperken in de tijd tot 20 jaar. Er werd de betrokken eigenaars gevraagd om een nieuwe en aangepaste, ondertekende koopbelofte te bezorgen die dan kan voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

Inmiddels werd door de verkoper een nieuwe ondertekende verkoopbelofte bezorgd waarin de beperkende voorwaarde in de tijd wordt beperkt tot 20 jaar na het verlijden van de akte.

Er wordt aan het college gevraagd om hiermee akkoord te gaan en de aankoop, na het verkrijgen van een nieuwe ondertekende verkoopbelofte, voor te leggen aan een volgende gemeenteraad.