2024_CBS_01102 - O/2024/165 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: riolerings- en wegeniswerken: uitbreiding van tijdelijke zuivering i.k.v. PFAS-verontreiniging en bijkomende lozingsnorm. – Werfzone Burchtsestraat, Alfred Oststraat, Bareelstraat en Laarstraat: vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen

di 03/09/2024 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht

Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

André Van de Vyver, burgemeester; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Stemming op het agendapunt

Aanwezig

Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Dennis Van den Broeck

Stemmen voor 5

Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Denise Melis-De Lamper

Stemmen tegen 0

Onthoudingen 0

Blanco stemmen 0

Ongeldige stemmen 0

Motivering

Gemeente Zwijndrecht, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht heeft op 01/07/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024087172 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/165 voor:

Riolerings- en wegeniswerken: uitbreiding van tijdelijke zuivering i.k.v. PFAS-verontreiniging en bijkomende lozingsnorm.

De aanvraag omvat:

De exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De locatie van de aanvraag is werfzone Burchtsestraat, Alfred Oststraat, Bareelstraat en Laarstraat. De aanvraag werd ingediend op 01/07/2024 en versie V1 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 04/07/2024. De aanvraag is onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de gewone procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 17/10/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:

Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden en lasten krachtens artikel 33 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd,

Tevens zijn volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van toepassing

Algemene milieuvoorwaarden:

Omschrijving	Deel	Artikels
Algemeen	Hfst. 4.1 Afd. 4.1.1 t/m 4.1.12	Art. 4.1.0.1 - Art. 4.1.12.5
Oppervlaktewater	Hfst. 4.2 Afd. 4.2.1 t/m 4.2.8	Art. 4.2.1.1 - Art. 4.2.8.3.1
Bodem en grondwater	Hfst. 4.3 Afd. 4.3.1 t/m 4.3.3	Art. 4.3.1.1 - Art. 4.3.3.1
Lucht	Hfst. 4.4 Afd. 4.4.1 t/m 4.4.8	Art. 4.4.1.1 - Art. 4.4.8.4
Geluid	Hfst. 4.5 Afd. 4.5.1 t/m 4.5.7	Art. 4.5.1.1 - Art. 4.5.7.1.5
Licht	Hfst. 4.6	Art. 4.6.0.1 - Art. 4.6.0.4
Asbest	Hfst. 4.7	Art. 4.7.0.1 - Art. 4.7.0.3
Energieplanning en energieaudits	Hfst. 4.9	Art. 4.9.1.1 - Art. 4.9.3.4
BKG-emissies	Afd. 4.10.1	Art. 4.10.1.1 - Art. 4.10.1.7

Sectorale milieuvoorwaarden:

Omschrijving	Rubriek	Deel	Artikels
Lozing van bedrijfsafvalwaters	3.4, 3.5, 3.6.3, 3.6.5, 3.6.6, 3.6.7, 3.7	Afd. 5.3.2	Art. 5.3.2.1 - Art. 5.3.2.4
Winning van grondwater	53	Hfst. 5.53	Art 5.53.1.1 – Art. 5.53.6.4.5

Bijzondere milieuvoorwaarden:

In afwijking of in aanvulling van de algemene lozingsnormen zijn volgende bijzondere lozingsnormen van toepassing:
- arseen: 50 μg/l.
- cyanide: 500 μg/l.
- cadmium: 0,8 μg/l.
- xyleen: 40 μg/l.
- minerale olie: 500 μg/l.
- som VOCl’s: 100 μg/l.
- PFAS: 100 ng/L per PFAS.
Gedurende de bemaling dient het bemalingswater ter hoogte van de zone van OVAM-dossier 83726 gemonitord te worden en geanalyseerd te worden op bovenstaande parameters (SAP + cyanide). Na opstart wordt een staal genomen en nadien wordt de bemaling opnieuw stil gelegd. Indien blijkt dat de vastgestelde concentraties de aangevraagde lozingsnormen overschrijden, dient het bemalingswater ter hoogte van deze zone gezuiverd te worden alvorens het geloosd wordt. Indien blijkt dat het bemalingswater voldoet aan de lozingsnormen, dient dit verder gemonitord te worden volgens het onderstaande schema:
- Staalname bij start bemaling in deze zone.
- 3x per week gedurende week 1 t.e.m. week 3.
- Indien geen overschrijdingen worden vastgesteld: maandelijkse staalname vanaf week 4.
Voor de gehele bemalingszone geldt: De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. Vervolgens dient het bemalingswater bemonsterd te worden volgens onderstaand schema:
- Staalname bij start bemaling.
- Indien concentraties hoger liggen dan 80% van de norm: Eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks.
- Indien concentraties lager dan 80% van de norm: geen monitoring nodig.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
De resultaten van de analyses worden bezorgd aan de milieudienst van de gemeente Zwijndrecht (milieu@zwijndrecht.be).
In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 Vlarem II dient de exploitant geen debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur te plaatsen. De staalnames worden gedaan via een aftapkraan.
Er wordt een SPOC aangesteld die aanspreekpunt is bij incidenten en vragen van buurtbewoners. De contactgegevens worden aan de omwonenden gecommuniceerd.

Bijlagen

Verval_en_Beroepsmogelijkheden.pdf
O-2024-165 - Verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.pdf
Advies VMM.pdf
O-2024-165 - Alle documenten en plannen.pdf