Terug
Gepubliceerd op 02/10/2024

2024_CBS_01197 - O/2024/171 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand – Lindenstraat 121 – 1ste afdeling, sectie B, n° 0730L: vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 24/09/2024 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Ilse Weynants, algemeen directeur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2024_CBS_01197 - O/2024/171 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand – Lindenstraat 121 – 1ste afdeling, sectie B, n° 0730L: vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Ilse Weynants
Stemmen voor 6
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Steven Vervaet, Denise Melis-De Lamper, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_CBS_01197 - O/2024/171 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand – Lindenstraat 121 – 1ste afdeling, sectie B, n° 0730L: vergunning onder voorwaarden. 2024_CBS_01197 - O/2024/171 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand – Lindenstraat 121 – 1ste afdeling, sectie B, n° 0730L: vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

Mikola Danyluk en Tatiana Miaous, Beukenstraat 48, 2140 Antwerpen hebben op 09/07/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024096583 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/171 voor:

  • Regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand.

De aanvraag omvat:

  • Stedenbouwkundige handelingen.

De locatie van de aanvraag is Lindenstraat 121 en heeft de kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie B, n° 0730L. De aanvraag werd ingediend op 09/07/2024 en versie V1 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 26/07/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, noch het standpunt van de aanpalende eigenaars. Bij deze aanvraag werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 24/09/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:
Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 46 en 47 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het in overeenstemming zijn met de bepalingen van het gewestplan Antwerpen, goedgekeurd d.d. 3 oktober 1979, herhaaldelijk gewijzigd.
  • Het in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Opgelegde voorwaarden:

  • In de toekomst dient steeds een tuinzone van minimaal 65 m² gevrijwaard van bebouwing en verharding.
  • Volgens het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders dienen de nodige rookmelders geplaatst te worden.
  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.

Artikel 2

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit

Artikel 3

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Bij uitvoering moeten alle werken en opgelegde voorwaarden in overeenstemming met de vergunning worden uitgevoerd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
  • Openbaar domein: de bouwheer is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de verhardingen van de openbare weg, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Uitvoering herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen