Notulen  college van burgemeester en schepenen

Door de intensievere samenwerking met de politiezone WaNo zijn reeds verschillende voertuigen van de lokale politiezone Zwijndrecht verplaatst naar locaties binnen de politiezone WaNo.

Om deze reden wenst de lokale politie Zwijndrecht dit onderdeel van de bestaande opdracht met Groep INTRO aan te passen.

Groep INTRO heeft per e-mail d.d. 11 september 2024 gemeld dat een aanpassing van de frequentie/aantallen voor het wassen van de voertuigen van de politiezone (van wekelijks naar 2-wekelijks) een aanpassing van de kostprijs met zich meebrengt van 355,50 euro excl. btw of 430,16 euro incl. 21% btw per maand, dus een halvering t.o.v. de huidige prijs.

Deze wijziging zou starten vanaf 1 oktober 2024.

De lokale politiezone Zwijndrecht en de dienst contractbeheer geven positief advies voor aanpassing van de frequentie en kostprijs van de deelopdracht "Autowas" binnen de bestaande opdracht "Uitvoeren van poetsopdrachten van gebouwen en dienstvoertuigen van lokale politiezone Zwijndrecht”, gegund aan de firma Groep INTRO Schoonmaak vzw.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140 000,00 euro niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

De wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Gelet binnen de afdeling gebiedsgebondenwerking de wijkwerking is gesitueerd;

Gelet binnen het organigram vanaf de fusie per 1/1/2025 er binnen het voorziene kader 7 wijkinspecteurs vermeld staan;

Gelet er momenteel een invulling is van 6 wijkinspecteurs;

Gelet de oproep binnen het korps voor inspecteurs om zich kandidaat te stellen voor de functie van wijkinspecteur;

Gelet op deze oproep slechts 1 kandidate zich heeft aangemeld, nl. inspecteur Ostyn Shakira;

Gelet inspecteur Ostyn een onberispelijke staat van dienst heeft;

Gelet inspecteur Ostyn regelmatig haar motivatie uitgesproken heeft;

Gelet er in het dossier van inspecteur Ostyn geen negatieve werkgerelateerde punten staan.

Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten,  
 art. VIII.XV.1;

Ministeriële omzendbrief GPI 15, gewijzigd door de GPI 15bis en 15ter, de mogelijkheid van interne verschuiving binnen een lokaal politiekorps.

3M Belgium, Hermeslaan 7, 1831 Machelen (Brab.) heeft op 01/07/2024 een verzoek tot bijstelling van de voorwaarden ingediend met referentie OMV_2024093028 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/185 voor:

• Bijstelling van de voorwaarden voor lozing van PFAS.

De aanvraag omvat 

• De exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De locatie van de aanvraag is Canadastraat 11, 2070 Zwijndrecht en heeft de kadastrale omschrijving  1ste afdeling, sectie A nrs. 0456 Y, 0456 K, 0456 P, 0456 A  2, 0456 Z, 0456 F, 0456 T, 0456 B  2, 0456 G, 0456 E, 0456 M, 0456 L, 0456 H, 0456 N, 0456 C, 0456 R, 0467 E, 0784 B, 1ste afdeling, sectie H nrs. 0448 C, 0448 D, 13de afdeling, sectie N nrs. 0534 A 2, 0533 E, 0533 B, 0533 D, 0533 C, 0489 A. De aanvraag werd ingediend op 01-07-2024 en volledig en ontvankelijk verklaard op 25-07-2024. De adviesaanvraag werd ontvangen op 25-07-2024 via het omgevingsloket. Er wordt gevraagd een advies te verlenen binnen de 50 dagen over versie V1 in het Omgevingsloket. De uiterste datum voor het uitbrengen van advies is 13-09-2024.

De aanvraag is onderworpen niet aan de milieueffectrapportage. Bij deze aanvraag worden door de gemeente Zwijndrecht geen bijkomende adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag wordt een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen administratieve lus toegepast.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

DEME Environmental, Scheldedijk 30, 2070 Zwijndrecht heeft op 12/07/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij de provincie Antwerpen met referentie OMV_2024076254 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/194 voor:

• Diverse regularisaties.
• Uitbreiding met waterzijdige actief kool, warmtepomp, airco en afspuitplaatsen.
• Herlokalisatie van gevaarlijke stoffen.

De aanvraag omvat:

• Stedenbouwkundige handelingen.
• De exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De locatie van de aanvraag is Scheldedijk 30 en heeft de kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie G, nrs. 0019 P, 0019 S. De aanvraag werd ingediend op 12/07/2024 en volledig en ontvankelijk verklaard op 08/08/2024. De adviesaanvraag werd ontvangen op 08/08/2024 via het omgevingsloket. Er wordt gevraagd een advies te verlenen binnen de 50 dagen over versie V4 in het Omgevingsloket. De uiterste datum voor het uitbrengen van advies is 27/09/2024. De aanvraag is onderworpen aan de milieueffectrapportage. Bij deze aanvraag worden door de gemeente Zwijndrecht geen bijkomende adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag wordt een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen administratieve lus toegepast.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Mikola Danyluk en Tatiana Miaous, Beukenstraat 48, 2140 Antwerpen hebben op 09/07/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024096583 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/171 voor:

• Regularisatieaanvraag voor het wijzigen van de vergunde toestand.

De aanvraag omvat:

• Stedenbouwkundige handelingen.

De locatie van de aanvraag is Lindenstraat 121 en heeft de kadastrale omschrijving 1^ste afdeling, sectie B, n° 0730L. De aanvraag werd ingediend op 09/07/2024 en versie V1 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 26/07/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de vereenvoudigde procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden geen adviezen gevraagd, noch het standpunt van de aanpalende eigenaars. Bij deze aanvraag werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 24/09/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

De aannemer vordert zijn 7e schijf voor de werken die werden uitgevoerd in de maand augustus 2024.   

Vorderingsstaat 23 voor het groenonderhoud op de sportzones bedraagt 15.167,48 euro. De btw ter waarde van 3.185,17 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw. 

Vorderingsstaat 24 voor het groenonderhoud van de begraafplaatsen bedraagt 6.335,72 euro. De btw ter waarde van 1.330,50 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw.

Vorderingsstaat 25 voor het groenonderhoud rond het gemeentehuis bedraagt 1.066,92 euro. De btw ter waarde van 224,05 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw.

Vorderingsstaat 26 voor het maaien van gras met zitmaaier zonder bediener bedraagt 791,00 euro. De btw ter waarde van 166,11 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw. 

Het diensthoofd openbaar domein bevestigt dat de werken werden uitgevoerd volgens de voorwaarden van het bestek zodat de vorderingen gewettigd zijn.

De aannemer vordert zijn 1e vorderingsstaat voor de werken uitgevoerd tijdens de periode mei-juni 2024 voor een bedrag van € 12.440,50 euro. De btw ter waarde van 2.612,51 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw.

Het diensthoofd openbaar domein bevestigt dat de werken werden uitgevoerd volgens de voorwaarden van het bestek zodat de vorderingen gewettigd zijn.

De aannemer vordert zijn 1e vorderingsstaat voor de werken uitgevoerd tijdens de maand augustus 2024 voor een bedrag van 19.663,94 euro. De btw ter waarde van 4.129,43 euro wordt rechtstreeks betaald aan de dienst btw.

De technisch deskundige gebouwen bevestigt dat de werken werden uitgevoerd volgens de voorwaarden van het bestek zodat de vorderingen gewettigd zijn.

Deze nota is het eindresultaat van een uitvoerig proces en veel overleg tussen de leden van de werkgroep. Ze is weliswaar opgesteld vanuit de dienst cultuur, maar vermits het hier over een dienstoverschrijdende samenwerking gaat waarbij ook externen (met name de HKZB) betrokken partij zijn, dient de nota ook als dusdanig te worden opgevat en geïnterpreteerd.

Over de samenstelling van de lijsten

Na het nodige ‘veldwerk’ te hebben verricht, werd een exhaustieve lijst samengesteld waarbij een korte beschrijving en fotomateriaal van de graven werd aangelegd. Op basis hiervan werd ieder graf dat eventueel in aanmerking komt tegen het licht gehouden en werd door de werkgroep een afweging gemaakt of dit graf weerhouden kon worden. De enige ‘categorie’ van graven waarover binnen de werkgroep  eensgezindheid bestond, was om de oorlogsslachtoffers steeds te erkennen als GLHB (cfr. Infra). Alle andere graven op de lijst werden weerhouden omwille van de personen die er begraven liggen (hebben zij een rol van betekenis gespeeld in onze lokale geschiedenis of hadden zij bepaalde merites?); omwille van de bijzondere uiterlijke kenmerken van het graf (is het uniek? Speciaal? Uitzonderlijk? Of een goed voorbeeld van bepaalde ‘trends’ in grafmonumenten…?) of een combinatie van beide. 

Uit dit onderzoek zijn een aantal lijsten samengesteld :

• Lijst A bevat de graven waar geen zogenaamde “claim” van begraving meer op rust en kan worden weerhouden als GLHB. Deze lijst wordt verder opgesplitst in 3 categorieën. Per begraafplaats werd een classificatie gemaakt van ieder graf dat erkend zou worden, door er 1 of meerdere *** aan toe te kennen.

*Betekent dan dat het graf een beperkte waarde kent, en we enkel een strikt noodzakelijk onderhoud voorzien (graf regelmatig proper maken, onkruid verwijderen).

** Impliceert een waardevol graf, waar we door regelmatig nazicht en onderhoud actief inzetten om (verdere) schade in de toekomst zo veel mogelijk te vermijden en indien nodig herstellingen uit te voeren.

*** Worden toegekend aan de meest waardevolle graven – deze zijn prioritair te onderhouden en te herstellen of restaureren.

• Lijst B bevat de graven waar nog een zogenaamde “claim” van begraving op rust, maar die in de toekomst mogelijk in aanmerking komen voor de registratie op de lijst van de GLHB. Deze graven worden niet automatisch mee erkend eens ze concessievrij zijn, maar dienen in een volgende ronde opnieuw kritisch tegen het licht te worden gehouden. Het spreekt voor zich dat we interessante en waardevolle graven (P. D’Haese, G. Moenssens…) waarop nog concessies rusten hier ook vanop afstand opvolgen.
• Er is ook een lijst van de graven die niet weerhouden zijn. Uit deze lijst werden een aantal graven aangeduid, die weliswaar niet voor een vermelding op de lijst in aanmerking komen, doch die, omwille van bepaalde elementen (zoals foto’s, ornamenten of sculpturen) wel waardevol zijn om in een lapidarium te worden tentoongesteld. Ook hier werd gewerkt met een lijst A (geen claim van begraving) en B (wel claim van begraving).

Dit leverde volgende resultaten op:

Voor de begraafplaats van Zwijndrecht:

GLHB A lijst: 40 graven:  17 individuele of familiegraven.  Daarnaast  de 23 graven van het in 2022 gerestaureerde ereperk 19 mei 1940 waar ook het graf van Willy Braem (slachtoffer V-bom) is ondergebracht. 

GLHB B lijst: 59, waarvan in de komende 10 jaar 17 concessievrij worden. (Deze worden niet automatisch opgewaardeerd of weerhouden als GLHB, maar zullen opnieuw geïnspecteerd worden).

Lapidarium A lijst: enkele elementen van het graf zijn het bewaren waard en worden ondergebracht in een lapidarium: 23 (reeds 3 gerecupereerd). Voorstel is om op 1 van de zo goed als vrijgemaakte zones vooraan op de begraafplaats dit lapidarium in te richten.

Lapidarium B lijst: concessie nog niet verlopen, nadien elementen naar lapidarium: 14, waarvan in de komende 10 jaar  6 concessievrij worden. Zelfde opmerking hier als voor B-lijst graven.

Voor begraafplaats Burcht

GLHB A lijst: 19

GLHB B lijst: 40, waarvan 9 in de komende 10 jaar concessievrij worden.

Lapidarium A lijst: enkele elementen van het graf zijn het bewaren waard en worden ondergebracht in een lapidarium: 13 (waarvan reeds 6 gerecupereerd).

Lapidarium B lijst: concessie nog niet verlopen, nadien elementen naar lapidarium: 17, waarvan 11 in de komende 10 jaar concessievrij worden.

Voor het volledige overzicht van deze graven: zie bijlagen.

Over de werkwijze

In het voorjaar van 2021 werd vanuit Erfpunt een vormingsreeks aangeboden rond GLHB en hoe je te werk gaat met het oog op selectie, inventarisatie en conservatie. Hieruit kreeg de werkgroep belangrijke tools aangereikt, niet enkel om bovenvermelde oefening tot een goed einde te kunnen brengen, maar ook wat betreft het inventariseren en beschrijven van elk weerhouden grafmonument.

Alle graven die momenteel op de A-lijst staan, werden daarna opnieuw bezocht en geïnventariseerd aan de hand van een uitgebreide fiche, aangevuld met fotomateriaal. Het gaat hier o.m. over de stijl, begraven personen, de aanwezige ornamenten, de epigrafie, de staat van het graf en het schadebeeld, en welke elementen het graf nu precies bijzonder maken.

Op die manier beschikt de werkgroep nu over een gedetailleerd document van elk GLHB. Dit stelt ons in staat om gefundeerde suggesties te doen naar verdere bewaring en ontsluiting en een prioriteitenlijst op te stellen naar welke herstellingswerken er dienen te gebeuren.

Dit alles is een zeer tijds- en arbeidsintensieve oefening geweest, maar door op deze manier te werk te gaan, hebben we wel als voordeel dat we niet enkel voor nu, maar ook voor de komende jaren en zelfs decennia, weten welke graven van nabij of van ver opgevolgd dienen te worden. Naast een jaarlijkse controle, kan om de x-aantal jaar ook gekeken worden welke graven toegevoegd kunnen worden aan de lijst van GLHB – bv na het doorlopen van een, in het decreet voorziene, procedure. 

conclusies en advies

De meeste graven op onze A-lijst   bevinden zich in een redelijke staat en hebben op korte termijn geen onmiddellijke ingrepen of restauratiewerken nodig. Een minderheid van de graven bevindt zich echter in een vrij slechte tot zeer slechte staat en daarvoor is wel (dringend) actie vereist.

De grafmonumenten die in een redelijke staat zijn, zouden op termijn, en zeker bij de registratie op de lijst van de GLHB, een opkuisbeurt nodig hebben.  Afhankelijk van de werklast uit te voeren in eigen beheer (dienst uitvoering), dan wel door derden.

De grafmonumenten die in vrij slechte tot zeer slechte staat zijn, moeten naargelang de toestand, op zeer korte of  in de nabije toekomst, hersteld worden.  

Twee graven springen daarbij in het oog. In Zwijndrecht gaat het over het familiegraf Borin-Orlent, in Burcht over het graf van Frans Kockelberg. Beide graven moeten dringend aangepakt worden. Beide monumentale graven bevatten enkele unieke en bijzondere elementen, waaronder een graftrommel, maar vertonen ernstige gebreken zoals barsten, verzakkingen en scheuren.

Een erkenning als GLHB betekent in de praktijk dat er vanuit het bestuur een engagement wordt aangegaan voor de bewaring en het onderhoud van deze graven gedurende een periode van minimaal 50 jaar.  Bijgevolg moet jaarlijks een budget voorzien worden voor het onderhoud en eventueel herstel van deze graven. Tevens betekent dit een engagement voor de betrokken diensten. Er moeten dus duidelijk afspraken gemaakt worden, met betrekking tot het onderhoud en eventuele herstellingen. (zie verder: toekomstig protocol)

De grafmonumenten, vermeld op lijst B, zullen naar aanleiding van het vervallen van een concessie of naar aanleiding van de toepassing van een procedure, telkens moeten nagekeken worden.  Aan het college zullen bijkomende registraties op de lijst worden voorgesteld.

Reeds gerealiseerde projecten: Het ereperk voor oorlogsslachtoffers in Zwijndrecht en graf van John Tulpinck

Een tiental jaar geleden werd reeds een uitvoerige restauratie uitgevoerd op het graf van Jan Frans en Jan Peter (John) Tulpinck. Dit opvallende en unieke graf is de laatste rustplaats van een van de markantste inwoners van Burcht van begin 20^e eeuw. Naast ‘inventeur sur demande’ was John Tulpinck een begenadigd amateurfotograaf. Hij liet ons een 600-tal unieke glasnegatieven na (waarvan de gemeente er ca. 300 in beheer heeft).

Op basis van de bevindingen na het opstellen van de fiches, stelden we vanuit de werkgroep voor dat voor 2022 het perk van de oorlogsslachtoffers van 19.5.1940 op de begraafplaats van Zwijndrecht zou worden aangepakt. Het ging hier over een grote ingreep, vermits een aantal graven in slechte staat waren en het ereperk in zijn globaliteit er verwaarloosd en overwoekerd bij lag: het opwaarderen of vervangen van meerdere graven, het vervangen van naambordjes op die graven en het heraanleggen en ‘fatsoeneren’ van het perk in zijn geheel.  Dit werk werd in het najaar van 2022 afgerond en het perk is nu klaar om als waardevolle ‘zone’ in zijn geheel te worden erkend als GLHB.

Op beide begraafplaatsen liggen er ook nog op andere plaatsen oorlogsslachtoffers begraven. Dikwijls wel enigszins ‘geclusterd’, maar anderen ook apart. De werkgroep is van oordeel dat alle oorlogsslachtoffers principieel erkend moeten worden als GLHB. Het is waarschijnlijk dat er al een aantal geruimd zijn in het verleden. Net daarom stelt de werkgroep voor om deze resterende graven nu (en in de toekomst) te erkennen als GLHB om ze te bewaren, erkennen en te waarderen als funerair erfgoed en blijvende herinnering aan de oorlogsgruwel.

Er zijn in Burcht 16 graven van oorlogsslachtoffers, waarvan nog 8 in concessie. In Zwijndrecht zijn er 40 oorlogsgraven (inclusief het ereperk) waarvan nog 6 onder concessie. 

Grafmonumenten van de oud-strijders

In het verlengde van het bovenstaande, zijn er de graven van oud-strijders. Voor de oud-strijders, en het eerbetoon, is in het verleden reeds een systeem uitgewerkt.  De graven van de oud-strijders worden behandeld volgens het systeem van hun locatie. In de praktijk betekent dit dat op de graven van de oud-strijders de in het decreet voorziene procedures worden toegepast. Evenwel krijgen zij een aparte nominatieve vermelding op het monument van de oud-strijders, geplaatst op de begraafplaatsen.  Zij worden dus niet automatisch weerhouden als kandidaat-GLHB.

Verschil tussen de Graven van Lokaal Historisch Belang en de beschermde monumenten

Voor het onderhoud en de bewaring van de GLHB moet de lokale overheid instaan. Indien een grafmonument of een volledige begraafplaats beschermd is, dan krijgt men subsidies van de hogere overheid voor de bewaring en het onderhoud (bij ons niet het geval). We vermelden dit ter verduidelijking.

Toekomstig protocol

De werkgroep stelt voor om het toch uitgebreide takenpakket dat bij dit hele verhaal komt kijken te verdelen onder de betrokken diensten.

Dienst cultuur

• Jaarlijkse controle, eventueel met de ondersteuning van de Heemkundige Kring, van de grafmonumenten, vermeld op lijst A en B.  
• Controle van de lijsten A en B, alsook lapidarium A en B, naar aanleiding van de in het decreet uitgevoerde procedures op de begraafplaats.  (ontruiming niet-geconcedeerde begravingen, procedure van hernieuwing van concessies, procedure van voortijdige beëindiging van concessies, procedure van verwaarlozing van grafmonumenten)

Dienst leven

• Jaarlijkse evaluatie van de bevindingen van de dienst cultuur.
• Controle van de lijsten A en B, alsook lapidarium A en B, naar aanleiding van de in het decreet uitgevoerde procedures op de begraafplaats.  (ontruiming niet-geconcedeerde begravingen, procedure van hernieuwing van concessies, procedure van voortijdige beëindiging van concessies, procedure van verwaarlozing van grafmonumenten)

Deze ‘dubbele’ reflex bij zowel dienst cultuur als dienst leven kan (moet) verhinderen dat graven die op de B-lijst staan accidenteel toch geruimd zouden worden. 

Dienst uitvoering

• Uitvoering van eventuele opkuisbeurten en kleine herstellingen, inrichten lapidarium  - in samenspraak met de dienst cultuur en de dienst leven.  Al dan niet in eigen beheer of uitbesteed.

De dienst uitvoering is budgethouder.

De visuele/fysieke controle vanuit dienst cultuur is gekoppeld aan de administratieve controle vanuit dienst leven. Beide worden jaarlijks ingepland en vormen de aanleiding tot overleg- en evaluatiemoment en tussen de betrokken diensten.

Het lapidarium

De inrichting van een lapidarium is mogelijk.  Hierdoor kan men de kostprijs voor de bewaring van de graven aanzienlijk verminderen.  Het is dan immers niet de bedoeling om volledige graven te bewaren, doch enkel gedeelten van grafmonumenten of voorwerpen.  Men zou hieraan ook, weliswaar in een latere fase,  eventuele tentoonstellingen of infomomenten kunnen koppelen. Op die manier blijft de historiek van een begraafplaats, met een beperkt aantal kosten, bewaard.

Indien het college akkoord zou gaan met de samenstelling van een lapidarium, moet er een voorstel worden uitgewerkt om de bewaring van de voorwerpen te regelen.  Dit kan op de begraafplaatsen zelf of op een andere locatie (bv Wolfsbergpark).  In afwachting van de verdere uitwerking van dit concept, zou er evenwel een voorlopige bewaring moeten afgesproken worden. Momenteel rusten al elementen voor een mogelijk lapidarium in de Oude Pastorij van Burcht. 

De uitwerking van het voorstel kan gedaan worden door de dienst cultuur, de dienst leven en de dienst uitvoering.  Het latere beheer kan worden gedaan door de dienst cultuur (info) en de inrichting en onderhoud door uitvoering.

Grafstenen Sint-Martinuskerk

Aansluitend hierbij, werden in 2022 de grafstenen rond de Sint-Martinuskerk verwijderd. Het gaat om een 14 stenen, de eigenlijke graven werden in het verleden reeds ‘ontknekeld’. De grafstenen hebben uiteraard een zekere historische waarde gezien ze dateren van  de 17^e eeuw; sommige gaan nog verder terug in de tijd. Erfpunt heeft de graven als ‘bewarenswaardig’ ingeschat, maar ook hier zal een knoop moeten worden doorgehakt. Men kan ze allemaal weerhouden en verplaatsen. Vanuit de werkgroep wordt dan gedacht aan het verplaatsen naar een lapidarium (vermits het enkel om de grafstenen gaat en de eigenlijke graven nooit op de begraafplaats hebben gelegen), of ook hier een selectie maken op basis van de staat van de grafsteen, de persoon die vermeld wordt (in dat geval is wellicht een inschatting nodig op basis van verder onderzoek waaruit  de historische link met en ‘verdienste’ voor Burcht moet blijken). Een  inventaris werd alvast mee opgesteld door de HKZB (bijlage). Momenteel zijn deze zerken (tijdelijk) overgebracht naar de weide naast de begraafplaats van Burcht. In het portaal van de kerk lagen nog 4 stenen. Ook deze zouden moeten worden overgebracht.

Een teruggevonden graffragment van de 15^e -eeuwse edelman en heer van Zwijndrecht en Burcht  Jan Vilain werd ook reeds overgebracht naar de weide naast de Burchtse begraafplaats. 

Budgetten

Momenteel is er een budget van 8000 euro/jaar voorzien.  Jaarlijks dienen in eerste instantie de graven in de hoogste categorie  te worden nagekeken en waar nodig  hersteld. Het overige budget dient besteed te worden aan de kleinere herstellingen, (éénmalig) voor de inrichting van een lapidarium, en ontsluiting en publiekswerking (aankoop en plaatsing infoborden e.d.m.).

Verder moet er jaarlijks, en dit gedurende 50 jaar, een budget voorzien worden voor het onderhoud en de bewaring van deze graven.  Het is mogelijk dat het budget in de toekomst opgetrokken dient te worden, vermits het hier meestal over oude graven gaat. Weliswaar verkeren de meeste daarvan momenteel in redelijk goede staat, maar het valt niet uit te sluiten dat de kostprijs met betrekking tot het onderhoud  en eventuele herstellingen in latere fase kan stijgen.

Acties op korte termijn, beleid op langere termijn

In 2024 en 2025:

• worden 2 grafmonumenten prioritair hersteld (familiegraf Borin in Zwijndrecht, graf F. Kockelberg in Burcht).
• Staat de Open Monumentendag (2024) in het teken van funerair erfgoed – een uitgelezen publieksmoment om betrokkenheid en gedragenheid te creëren en promoten rond alles wat met de GLHB te maken heeft
• Bekijkt de werkgroep hoe en waar op beide begraafplaatsen een lapidarium kan worden ingericht.
• Worden  infoborden aangekocht voor de GLHB.

Voor het beleid op de langere termijn is een overleg met de betrokken diensten van de fusiepartners uit Beveren en Kruibeke cruciaal. De visie over de zorg en bewaring, maar ook over de beleving van het funerair erfgoed, verdienen verdere aandacht.

• Ontsluiting, publiekswerking en sensibilisering

Het bewaren van waardevolle graven is 1 ding, er ook nog iets mee doen zodat het de gemeenschap ten goede komt, is iets anders. Het is de ambitie om rond een deel van de GLHB ook een publiekswerking uit te werken. Het minimum is dat elk GLHB voorzien wordt van een bordje met de vermelding ‘Graf van Lokaal Historisch Belang’ , waarbij (ook naar analogie van de kunstwerken) middels een QR-code meer informatie beschikbaar wordt gesteld over het graf en de persoon. Daarnaast zou het mooi zijn om bij gelegenheid thematische wandelingen in te richten waarbij de bezoekers aan de hand van de GLHB ook een ‘verhaal’ mee krijgen over de lokale geschiedenis.

Het (blijvend) onder de aandacht brengen van dit funeraire erfgoed kan er ook toe bijdragen dat mensen, scholen, verenigingen of bedrijven zich willen ontfermen en het peterschap willen opnemen van 1 of meerdere graven. Dit is, in onze visie, steeds een ‘en- en’ verhaal, waarbij we als gemeente het voortouw (en het goede voorbeeld) dienen te nemen. Gekoppeld aan of ook verbonden aan dit peterschap, kan bv. ook worden gezocht naar een vrijwilligersgroep die het ‘regelmatig onderhoud’ (reinigen) van graven (al dan niet graven die erkend werden) op zich wil nemen. De gemeente kan het peter- en meterschap stimuleren op verschillende manieren: Voor de hand liggend zijn het aanbieden van ‘good practices’, en daarbij ook het nodige materiaal ter beschikking stellen. Opkuisen mag niet met de grove borstel en bleekwater of andere bijtende producten gebeuren. Ook ertegenaan gaan met een hogedrukreiniger is een slecht idee. Met een eenvoudige basisopleiding en demonstraties kom je hier al een heel eind mee.  Er is een eenvoudige werkfiche over hoe men dat best doet. Op deze manier breng je eveneens ons funerair erfgoed onder de aandacht en de betrokken mensen weten meteen ook hoe ze de graven van hun eigen dierbaren op een duurzame manier kunnen onderhouden.

Hoe dient peter- en meterschap te worden ingevuld?

Een niet-onbelangrijke vraag, vermits het hier over engagement van vrijwilligers gaat. Afhankelijk van het ‘statuut’ van een grafmonument (erkend als GLHB of niet), kan hier op verschillende manieren invulling aan worden gegeven. Alleszins is het duidelijk dat een peter- en meterschap enkel van toepassing kan zijn op graven waarop geen concessie meer rust.

Indien een grafmonument erkend is, lijkt het evident dat de persoon die hier een eventueel peter- en meterschap aangaat, zich ertoe engageert om een regelmatig onderhoud uit te voeren op en rond dit monument. Regelmatig poetsen en onkruidvrij maken, zijn in deze de voornaamste taken en bekommernissen. Herstellingswerken lijken hier echter niet bij te horen, vermits dit een taak is die de gemeente zou moeten opvolgen. In onderling overleg kunnen eventueel afspraken worden gemaakt of de peter/meter minimale herstellingen of reparaties op zich neemt, maar het spreekt voor zich dat deze taak prioritair bij de gemeente dient te liggen.
Iets anders ligt het wanneer iemand een peter/meterschap zou willen opnemen rond een graf dat niet erkend werd als GLHB. Eigenlijk zijn de zorgtaken in deze dezelfde als wanneer iemand een concessie zou hebben op een bepaald grafmonument; m.a.w.: naast het regelmatige onderhoud vallen ook alle mogelijke herstellingen ten laste aan deze persoon. Het grote verschil met een gewone concessie, is dat dit engagement niet enkel kosteloos, maar ook vrijblijvender is en bijvoorbeeld met periodes van 1, 2 of 5 jaar kan worden aangegaan.

We denken hier concreet aan een aantal graven die  op de ‘longlist’ stonden voor erkenning, maar uiteindelijk niet werden weerhouden. Al staat het mensen uiteraard vrij om te kiezen welk graf ze in peterschap wensen te nemen

Beleving op de begraafplaatsen

In het verleden werden reeds ballonnen opgelaten om de beleving op de begraafplaatsen te optimaliseren. Een aantal stappen zijn reeds gezet: het verfraaien van de begraafplaatsen met een aantal kunstwerken van Pieter De Decker, het inrichten van troostplaatsen, de verplaatsing van het oorlogsmonument van de Sint-Martinuskerk naar de begraafplaats van Burcht…  het zijn doorgaans subtiele ingrepen, die vooral he funeraire aspect van de begraafplaatsen beklemtonen  en versterken. Men kan dit echter veel breder opentrekken.

Aangepaste (‘grafvriendelijke’) aanplantingen, en ingrepen die  een ‘open’  waarneming en beleving stimuleren (waar mogelijk oude muren verwijderen zodat de begraafplaats aansluit bij en opgaat in de omgeving) zijn daar mogelijke pistes in. Er is al langer sprake van het ‘opentrekken’ en ontsluiten van de begraafplaats van Zwijndrecht door de fysieke verbinding te maken met enerzijds het geboortepark en anderzijds de hoogstamboomgaard.  Een begraafplaats als park, hetzij als onderdeel, hetzij op zichzelf en alle gebruik en beleving die daarbij komen kijken: mits het in achtnemen en respecteren van de sereniteit zijn er hier zeker mogelijkheden. Van oudsher waren begraafplaatsen  immers ook ontmoetingsplaatsen, en niet enkel om te rouwen of overledenen te herdenken.  De publiekswerking rond funerair erfgoed, het uitwerken van thematische wandelingen, het in de kijker zetten van een lapidarium,  het stimuleren van peter- en meterschap in combinatie met workshops rond duurzaam en reversibel onderhoud… zijn daar onlosmakelijk mee verbonden. Dit vergt evenwel een helikoptervisie waarbij de betrokken diensten nog nauwer in overleg dienen te gaan. Deze nota eindigt dan ook met een oproep:  de erkenning als funerair erfgoed is geen eindpunt, maar het begin van een groter verhaal.

Bijlagen:

• A- Lijst GLHB
• Inventaris graven erepark 19 5 1940
• B-lijst, incl.  lijst graven lapidarium en B-lijst lapidarium
• Advies Erfpunt grafstenen kerk Sint-Martinus
• offerte herstel familiegraf Borin-Orlent

De cultuurdienst vraagt aan het college of zij instemmen met deze visienota en de voorgestelde werkwijze en of zij de voorgestelde graven op de A-lijst willen laten erkennen als GLHB.

De Vrijetijdsbalie heeft de aanvraag ingegeven in Eaglebe met dossiernummer 226326. De aanvraag is in bijlage toegevoegd.

De zaakvoerders van Angkana Phunsup wensen de opening van de nieuwe zaak, een massagesalon gelegen in de Statiestraat 175, feestelijk in te luiden op zondag 29 september 2024. Die dag zal de zaak zijn deuren openstellen en is iedereen welkom om een kijkje te nemen. Het massagesalon is aangesloten bij de Belgische Massage Federatie en biedt professionele massages. Men verwacht ongeveer 100 bezoekers doorheen de dag op zondag 29 september 2024 vanaf 09:30 uur tot 20:00 uur. 

Vanaf oktober 2024 kunnen mensen in deze zaak terecht op afspraak . De dienst Lokale Economie behartigde hiervan het dossier en de nodige vergunningen zijn in orde gebracht.

Advies politie: Gunstig

Advies dienst Noodplanning: Standaardadvies zonder bijkomende voorwaarden of maatregelen.

De aanvraag heeft dossiernummer 2263343 in Eaglebe en is in bijlage toegevoegd.

Het Ensorjaar verhuist in september van Oostende naar Antwerpen. In opdracht van het KMSKA werken Onuitwisbaar en Com-Fort van 21 t.e.m. 25 september 2024 een staptocht uit van Oostende naar Antwerpen.  Deze tocht (onder begeleiding van Bart De Clerck) wordt in beeld gebracht door een kleine crew (cameraman, productie, regisseur). De groep (lokale) wandelaars is beperkt tot max. 50 personen.  Wat ook mee zal reizen met het gezelschap is een levensgrote badkoets zoals Ensor die ooit schilderde op doek ‘Badkoets op het strand’ (deze stopt op verschillende locaties, rijdt apart van de groep).

Op woensdag 25 september 2024 in de loop van de dag trekt de groep door Burcht. De karavaan komt vanuit Bazel Burcht binnen via de Ter Locht wijk en gaat over de wandelwegen in Burcht richt Pastoor Coplaan. Eens de Pastoor Coplaan overgestoken gaat de stoet richting de Idsteinlaan en via de Kloosterstraat naar de Antwerpsesteenweg. Daar gaat de wandeltocht over de Koningin Astridlaan naar Burchtse Weel om nadien verder te voet te trekken richting Antwerpen. In bijlage is de exacte route toegevoegd.

De organisatie vraagt om deze vierdaagse Ensortocht van Oostende naar Antwerpen mee in de kijker te zetten en te communiceren. Men hoopt heel wat lokale mensen op de wandeling te mogen verwelkomen of onderweg tegen te komen om te supporteren. Inschrijven kan via de website van het KMSKA of via cloud.nieuws.kmska.be/badkoets4 . Startplaats: kerk Bazel (Kruibeke) (start om 9u30).  Aankomstplaats: KMSKA Antwerpen (aankomst omstreeks 16u45). 

Gunstig advies van politie, met opmerking: evenement veel te laat aangevraagd

Advies dienst Noodplanning: Standaardadvies zonder bijkomende voorwaarden of maatregelen.

N.V.T.

In uitvoering van art. 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2022 tot toekenning van een projectsubsidie aan de OverKopnetwerken voor de uitvoering van de opdrachten inzake psycho-educatie ter ondersteuning van het jeugdwerk binnen hun werkingsgebied, verbinden het lokaal bestuur van Zwijndrecht en vzw Vagevuur zich er toe in resp. Zwijndrecht en Lokeren een volwaardig OverKophuis te realiseren. Dit OverKophuis beantwoordt aan de voorwaarden en principes zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over de financiering van vernieuwend aanbod in de preventieve gezinsondersteuning. Daarenboven zorgt het OverKopnetwerk voor een groeipad naar een volwaardige uitvoering van de opdrachten inzake psycho-educatie, zoals vermeld in art. 6 van het besluit van 9 december 2022.

Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor een periode die aanvangt op 1 september 2024 en loopt zolang de Vlaamse regering (Agentschap Opgroeien) de subsidie blijft voorzien. Indien het Agentschap Opgroeien reguliere middelen voorziet voor OverKop kan deze samenwerkingsovereenkomst verlengd of aangepast worden in samenspraak met het partnerschap OverKop.

Agenda: 

1. Goedkeuring verslag vergadering 03/06                                                                                               
2. Collegebesluiten                                                                                                                                               
3. Actiepuntenlijst                                                                                                                                           
4. Wandelmeedag                                                                                                                                                  
5. Huldiging sportlaureaten
6. Aanvraag tariefwijziging Bazel/Sobabee                                                                                            
7. Adviesraden na fusie                                                                                                                                 
8. G-OAL: G-voetbalproject                                                                                                             
9. Varia en rondvraag                                                                                                                                                                                                                                                     

Op zondag 27 oktober 2024 richt Judoclub Zwijndrecht vzw het individueel judotornooi Jeugdtrofee 'Thibaut Van Roeyen' 2024 in.

Er worden +/- 300 judoka's verwacht.

Alle voorwaarden van het reglement werden nageleefd.

Zij hebben hun bekers en trofeeën besteld bij PROM'ES event supply voor de jaren 2023 tem 2025.

Toelagereglement voor het verkrijgen van bekers en trofeeën bij de organisatie van sportmanifestaties van 27 april 2023

De gemeente voorziet een toelage voor het basisonderwijs ten bedrage van 25 000 euro, verdeeld in een basissubsidie van 7 000 euro en een bijkomende subsidie van 18 000 euro ter ondersteuning van maatschappelijk kwetsbare kinderen op basis van OKI-kenmerken. Hiervoor dienen de scholen een verantwoordingsnota in.

Alle aanvragen zijn ingediend door de scholen.

De berekening is gemaakt op basis van de officiële gegevens van het Ministerie van Onderwijs voor het schooljaar 2024-2025.

De uitgebreide berekening en de officiële leerlingenaantallen zijn te raadplegen als bijlagen.

De betaling toelage onderwijs mag uitgevoerd worden op volgende rekeningen:

- Het Laar: BE40.0682.3286.1863 voor een bedrag van 7628 euro,

- De Krinkelrups: BE79.0682.2936.6833 voor een bedrag van 3261 euro,

- De Krinkel: BE04.0682.2936.6631 voor een bedrag van 5804 euro,

- Sint Martinus: BE02.0682.2553.6040 voor een bedrag van 8306 euro.

NIEUW vanaf 2022 is dat de uitbetaling van de terugbetaling van de maximumfactuur voor kinderen met een UiT-pas met kansentarief ook via de dienst Kind verloopt dit na overleg met de dienst Welzijn.

Volgende bedragen als terugbetaling van de maximumfactuur van de UiT-pas met kansentarief mogen uitbetaald worden:

- Het Laar: BE40.0682.3286.1863 voor een bedrag van 8020 euro,

- De Krinkelrups: BE79.0682.2936.6833 voor een bedrag van 2244 euro,

- De Krinkel: BE04.0682.2936.6631 voor een bedrag van 6720 euro,

- Sint Martinus: BE02.0682.2553.6040 voor een bedrag van 7128 euro.

Het gemeentebestuur betaalt in totaal voor 49 112 euro aan toelagen aan het basisonderwijs in 2024.

Op het lokaal woonoverleg van 13 september 2024 werd volgend project opnieuw besproken en voorgelegd voor een lokale woontoets:

• Initiatiefnemer: Woonpunt Waas
• Soort project: vervangingsbouw & renovatie
• Locatie: Schrijverswijk
• Aantal wooneenheden:
  • Renovatie: 12 woningen voor realisatie - 12 woningen na realisatie
  • Vervangingsbouw: 48 woningen voor realisatie - 122 woningen na realisatie 
• (In het CBS-besluit van 2022 was er sprake van 13 renovatiewoningen na realisatie en 143 vervangingswoningen na realisatie - deze cijfers werden destijds anders aangeleverd.  Het aantal woningen na renovatie- en vervangingsbouw was en is nog steeds 134 in totaal - zie eveneens cijfers PowerPoint bij CBS 05/07/2022)
• Advies lokaal woonoverleg: Positief advies
• Argumentatie: Ondanks het feit dat Zwijndrecht met haar bestaande en geplande woonprojecten de grens van 9% sociale huurwoningen reeds heeft overschreden wenst het lokaal bestuur bijkomend in te zetten op de bouw van sociale huurwoningen. De nood aan bijkomende sociale woningen blijft immers groot. Als gemeente zonder bindend sociaal objectief (dus met meer dan 9% gerealiseerde + geplande sociale huurwoningen) moest Zwijndrecht een sociaal woonbeleidsconvenant sluiten met de Vlaamse Regering opdat de sociale huisvestingsmaatschappijen, het Vlaams Woningfonds en eventuele andere erkende initiatiefnemers nog aanspraak kunnen maken op Vlaamse financiering voor bijkomende sociale huurwoningen. Zwijndrecht ondertekende samen met VMSW de woonbeleidsconvenant van 01/03/2022 met mogelijkheid tot het bouwen van 182 bijkomende sociale woningen.

Het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten en houdende wijziging van diverse bepalingen van het Financieringsbesluit van 21 december 2012 bepaalt de wijze waarop sociale woonprojecten moeten worden goedgekeurd vooraleer er kan gestart worden aan de realisatie. Artikel 9 §2 van datzelfde besluit bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de lokale woontoets moet uitvoeren.

De huidige retributiereglementen brandweerinterventies en brandpreventie met betrekking tot de Brandweer Zone Antwerpen stoppen vanaf 01/01/2025 van rechtswege doordat de gemeente Zwijndrecht in de gemeenteraad van 21 december 2023 heeft beslist om de nieuwe fusiegemeente, bestaande uit het grondgebied van de huidige fusiegemeente Beveren, Kruibeke en Zwijndrecht, vanaf 1 januari 2025 te laten behoren tot de hulpverleningszone Waasland.

Het retributiereglement Hulpverleningszone Waasland treedt vanaf 01/01/2025 in voege, zodat het van toepassing is op het volledige grondgebied van de zone inclusief Zwijndrecht.

De gemeenteraad dient akte te nemen van het nieuwe retributiereglement.

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikelen 178-180 bepalen de regels in verband met het verhalen van de kosten van de interventies.
Koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn, artikel 4 bepaalt dat de hulpverleningszone de lijst opstelt met de opdrachten waarvan de kosten verhaald worden en met hun tarief.
Koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot bepaling van de opdrachten en taken van civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele Bescherming en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.
Koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van de voorwaarden van de facturering tussen hulpverleningszones in het kader van de snelste adequate hulp.

De behandeling van dossiers in het kader van de omgevingsvergunningen zorgt voor een werklast bij het gemeentebestuur. Om de wettelijke procedures correct te volgen, dient de gemeente te investeren in hardware, software en personeel. Door de invoering van een retributie per dossier recupereert de gemeente een deel van de door haar gemaakte kosten.

Gelet op de jaarlijks stijgende kosten en de bijhorende uitdaging om een financieel evenwicht te bereiken, worden in de tarieven van de retributiereglementen ook prijsstijgingen verwerkt en vastgelegd voor de gehele meerjarenplanning.   

De gehanteerde tarieven variëren naargelang de werklast voor de gemeente en naargelang de kosten die moeten worden gemaakt om de dienstverlening uit te voeren.  

Omwille van het algemeen en/of maatschappelijk doel van beschutte werkplaatsen, sociale huisvestingsmaatschappijen, openbare besturen en dierenopvangcentra, krijgen zij een vrijstelling van retributie.

Door de huidige PFAS problematiek dient, afhankelijk van de locatie,  de uitvoerder het grondwater te laten analyseren op PFAS. Indien de VLAREM II normen worden overschreden, moet er een omgevingsvergunning worden ingediend om PFAS houdend grondwater te kunnen lozen. Voor civiele bouwwerken zorgt dit voor hoge meerkosten.  Daarom wordt er een vrijstelling voorzien voor de retributie voor het indienen en behandelen van aanvragen voor het lozen van PFAS houdend grondwater bij bronbemaling voor de uitvoering van particuliere bouwwerven.

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, meermaals gewijzigd;

Het decreet van 18 mei 1999 op de Ruimtelijke Ordening, meermaals gewijzigd;

Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014;

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 177 betreffende het debiteurenbeheer;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van de handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017 tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning;

Het gemeenteraadsbesluit van 25 augustus 2022 betreffende "Retributiereglement op aanvragen en/of meldingen van een omgevingsvergunning.

Volgens artikel 7 van het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2023 betreffende "Indirecte belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten", dient ten laatste binnen veertien kalenderdagen na de verspreiding van het eerste exemplaar een aangifte ingediend te worden bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier.

Er werd door de financiële dienst vastgesteld dat er een verspreiding van 5 niet-geadresseerde drukwerken heeft plaatsgevonden zonder de bijhorende aangifte te hebben ontvangen.

- De folder genaamd “D€ALhaize geldig van 11/07/2024 t.e.m. 17/07/2024” – met een gewicht van 21 gram/exemplaar.

Op 31/07/2024 werd een laatste herinneringsmail gestuurd naar Marketing Map (mde@marketingmap.be; distriService@marketingmap.be) waarin gevraagd werd de aangifte te bezorgen voor 15/08/2024.

Onze administratie heeft ondanks deze inspanning geen aangifte ontvangen voor de bovengenoemde reclamedrukwerken.

Er kan bijgevolg een ambtshalve aanslag worden berekend voor DELHAIZE Le Lion/De Leeuw NV, Brusselsesteenweg 347, 1730 Asse met ondernemingsnummer 0402.206.045 betreffende de belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten aanslagjaar 2024 zoals beschreven in artikel 10 van het belastingreglement.

In geval van een ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van de gegevens waarover onze administratie beschikt, met name de bedeelde reclamefolders waarvoor geen belastingaangifte werd ingediend.

Artikel 10 van het belastingreglement stelt: 

'Wanneer de aanslag ambtshalve wordt gevestigd zullen de niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten geacht worden te zijn verdeeld per deelgemeente, waarbij het aantal brievenbussen forfaitair als volgt wordt bepaald:
aantal brievenbussen Burcht 2070: 3.663;
aantal brievenbussen Zwijndrecht 2070: 5.391.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd als volgt:
- 10 % bij een eerste overtreding;
- 25 %, 50 % en 100 % bij respectievelijk een tweede, derde en vierde overtreding, met dien verstande dat vanaf het moment waarop de belastingaangifte correct en tijdig werd ingediend, de goede trouw in hoofde van de belastingplichtige volledig hersteld wordt;
- vanaf de vijfde opeenvolgende overtreding zal de belastingverhoging 200 % van de ambtelijk in te kohieren belasting bedragen.
De belastingverhoging bedraagt minimum 50 euro.'

Voor aanslagjaar 2024 week 29 betreffende drukwerk “D€alhaize geldig van 11/07/2024 t.e.m. 17/07/2024” zal de ambtshalve belastingaanslag als volgt worden berekend:

-Totaal aantal bedeelde brievenbussen: 9054; 

-Het belastingtarief wordt als volgt vastgesteld: 0,05 euro per verspreid exemplaar van meer dan 10 gram en tot en met 25 gram.

-Berekening ambtshalve aanslag: 9054 * 0,05 euro = 452,70 euro.

-Berekening van de ambtelijke belastingverhoging: 452,70  euro te verhogen met 10% bij een eerste overtreding volgens art. 10 van het belastingreglement  = 45, 27euro. De belastingverhoging bedraagt minimaal 50,00 euro.

-Totaal van de ambtelijke aanslag = 502,70 euro.

Er kan bijgevolg een aangetekende kennisgeving per brief worden verzonden naar DELHAIZE Le Lion/De Leeuw NV, Brusselsesteenweg 347, 1730 Asse met ondernemingsnummer 0402.206.045.

De Grondwet, meer bepaald artikel 170, § 4;
Het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het Invorderingswetboek van 13 april 2019;
Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulpverleningszones;
De Omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 aangaande het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
De Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019;
Gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2023 betreffende de indirecte belasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.

Het bedrag en de inhoud van de factuur werden gecontroleerd door de desbetreffende dienst en stemmen overeen met de geleverde werken en/of diensten.

De werkelijke kost van de factuur kan voor het gemeentebestuur hoger of lager uitvallen, afhankelijk van de btw-plicht van het bestuur, die van toepassing is op de factuur.

 Deze overeenkomsten zullen nog lopende zijn op de samenvoegingsdatum en worden dus allen overgenomen door de fusiegemeente.

De drie overeenkomsten vertonen evenwel een aantal verschillen t.o.v. elkaar. Om op de fusiedatum te kunnen beschikken over een eenduidig contractueel kader (én een eenduidig softwarepakket), dienen de overeenkomsten op elkaar te worden afgestemd.

De drie overeenkomsten werden daarom “samengesmolten” tot één enkele overeenkomst, waarvan de modaliteiten in bijlage terug te vinden zijn.

Huidige recurrente kosten - MijnBurgerzaken/Vreemdelingen/Onderhoud/Ce-services/Consultatietool/Interactieve webservices bevolking/Abonnementen/Keesing:

* detail huidige prijszetting + overzicht huidige modules per bestuur in bijlage. 

Voorstel recurrente kosten fusiegemeente BKZ - MijnBurgerzaken/Vreemdelingen/Onderhoud/Ce-services/Consultatietool/Interactieve webservices bevolking/Abonnementen/Keesing:

* detail prijszetting fusiegemeente BKZ in bijlage.

Voorstel éénmalige kosten fusiegemeente BKZ - MijnBurgerzaken/Vreemdelingen/Onderhoud/Ce-services/Consultatietool/Interactieve webservices bevolking/Abonnementen/Keesing:

* detail prijszetting fusiegemeente BKZ in bijlage.

De totale kosten voor de fusiegemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht (installatie, huur en onderhoud) op 3 jaar bedragen 525 843,87 euro excl.btw of 636 271,08 euro incl. 21% btw.

De betrokken diensten Burgerzaken (BKZ) hebben de offertes nagezien op hun correctheid.

De fusiegroep ICT geeft een gunstig advies.

De nieuwe opdracht, resulterende uit de “samensmelting” van de opdrachten/overeenkomsten, verschilt niet materieel t.o.v. de opdrachten die de gemeente Beveren, de gemeente Kruibeke en de gemeente Zwijndrecht aanvankelijk met Cevi gesloten hebben. De wijzigingen zijn niet dermate verregaand dat aangenomen zou kunnen worden dat andere kandidaten geselecteerd zouden zijn geweest, dat de opdracht aan een andere ondernemer zou zijn gegund geweest of dat bijkomende ondernemers deelgenomen zouden hebben aan de plaatsingsprocedure indien deze wijzigingen van bij aanvang voorzien waren geweest. Het economisch evenwicht van de opdracht wordt niet gewijzigd (in het voordeel van de opdrachtnemer op een wijze die niet voorzien is in de oorspronkelijke opdracht). De wijziging leidt ook niet tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van de oorspronkelijke opdracht. 

Deze wijziging van de lopende opdracht is gerechtvaardigd op basis van de artikelen 38/5 en 38/6 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (AUR).

Deze overeenkomsten zullen nog lopende zijn op de samenvoegingsdatum en worden dus allen overgenomen door de fusiegemeente.

De twee overeenkomsten vertonen evenwel een aantal verschillen t.o.v. elkaar. Om op de fusiedatum te kunnen beschikken over een eenduidig contractueel kader (én een eenduidig softwarepakket), dienen de overeenkomsten op elkaar te worden afgestemd.

De overeenkomsten werden daarom “samengesmolten” tot één enkele overeenkomst, waarvan de modaliteiten in bijlage terug te vinden zijn.

Huidige recurrente kosten - eGovFlow:

* detail huidige prijszetting per bestuur in bijlage - blz.17.  

Voorstel recurrente kosten fusiegemeente BKZ - eGovFlow:

* detail prijszetting fusiegemeente BKZ in bijlage - blz. 17.

Voorstel éénmalige kosten fusiegemeente BKZ - eGovFlow:

* detail prijszetting fusiegemeente BKZ in bijlage- blz.17.

In het voorstel werd rekening gehouden met een realistische stijging van 25% extra af te leveren attesten. Per 1000 extra attesten stijgt de kostprijs met 250 euro excl. btw per jaar. Door de gunstige staffelprijs (dmv schaalvoordeel) kan de gemeente Kruibeke zo goed als kosteloos inkantelen.

De totale kosten voor de fusiegemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht op 36 maanden bedragen 74 847 euro excl. btw of 90 564,87 euro incl. 21% btw (= éénmalige kosten en recurrente kosten).

De betrokken diensten (BKZ) hebben de offertes nagezien op hun correctheid.

De fusiegroep ICT geeft een gunstig advies.

De nieuwe opdracht, resulterende uit de “samensmelting” van de opdrachten/overeenkomsten, verschilt niet materieel t.o.v. de opdrachten die de gemeente Beveren, de gemeente Kruibeke en de gemeente Zwijndrecht aanvankelijk met Vanden Broele gesloten hebben. De wijzigingen zijn niet dermate verregaand dat aangenomen zou kunnen worden dat andere kandidaten geselecteerd zouden zijn geweest, dat de opdracht aan een andere ondernemer zou zijn gegund geweest of dat bijkomende ondernemers deelgenomen zouden hebben aan de plaatsingsprocedure indien deze wijzigingen van bij aanvang voorzien waren geweest. Het economisch evenwicht van de opdracht wordt niet gewijzigd (in het voordeel van de opdrachtnemer op een wijze die niet voorzien is in de oorspronkelijke opdracht). De wijziging leidt ook niet tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van de oorspronkelijke opdracht. 

Deze wijziging van de lopende opdracht is gerechtvaardigd op basis van de artikelen 38/5 en 38/6 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (AUR).

Aannemer Hertsens Infra dient zijn derde vorderingsstaat (voor de maand maart 2024) en vorderingsstaat 4 BIS (voor de maand april) in voor de heraanleg van de sokkel van het gemeentehuis.

Deze werden nagekeken door ontwerper Studio Klein Brabant en door Pieter Mennes, coördinator infrastructuur.

Vorderingsstaat 4 bedraagt 31.128,84 euro, of 37.665,90 euro incl. BTW.

Vorderingsstaat 4 BIS bedraagt 19.939,43 euro, of 24.126,71 euro incl. BTW.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

De PFAS - verontreiniging in Zwijndrecht brengt mentale, economische en ecologische schade toe die gedeeltelijk hersteld kan worden door herwaarderingsingrepen op macroniveau, waar mogelijk in rechtstreekse synergie met de invasieve sanering die aan de saneringsplichtige 3M wordt opgelegd. Tal van domeinen worden immers gelijktijdig getroffen door de verontreiniging en saneringsopgave, waaronder:

• Duurzame ruimtelijke ontwikkeling / stadsontwikkeling, waarbij waardevermindering een rem zet op investeringen en mogelijks verloedering in de hand werkt.
• Mentaal en maatschappelijk welzijn, zowel individueel als collectief.
• Ecosysteemdiensten.
• Biodiversiteit.
• Beeldkwaliteit van de leefomgeving.
• Klimaat.
• Energie.

Al van bij aanvang is het bestuur zeer actief en gedreven om deze schade te herstellen. Als lid van het Saneringsverbond, dat in november 2022 afgesloten werd tussen een aantal betrokken partners, maakt de gemeente aanspraak op een budget van in totaal €15 miljoen aan Vlaamse subsidies om de nadelige effecten van deze verontreiniging om te buigen in opportuniteiten en koppelkansen. De gemeente kan hiervoor gedurende een periode van 10 jaar subsidiedossiers indienen bij de Vlaamse overheid om passende maatregelen op haar grondgebied uit te voeren. Al deze subsidieprojecten worden verzameld in een ‘Masterplan Herwaardering PFAS-hotspot Zwijndrecht’.

Het Masterplan zal in hoofdzaak invulling geven aan vijf doelstellingen:

• Het robuust maken van de open ruimte;
• Het laten opleven van de publieke ruimte;
• Groenblauwe verbindingen realiseren en toekomstbestendig maken;
• Implementeren van circulair denken;
• Het bevorderen van maatschappelijke verbinding door ruimtelijke ingrepen.

Om de middelen om te zetten in maatregelen op het terrein, werd besloten om een PFAS-team op te richten binnen de gemeentelijke administratie. De aanwerving van deze profielen (een coördinator, een ruimtelijk planner, een deskundige milieu en een deskundige uitvoering) is nog steeds lopende.

In afwachting van de installatie van dit PFAS-team schreef de gemeente een openbare aanbesteding uit om het Masterplan alvast op te starten. De gemeente diende immers uiterlijk eind maart 2024 een ontwerp-Masterplan voor te leggen aan de stuurgroep, onder leiding van het departement Omgeving. De voorzitter van deze stuurgroep dient finaal zijn goedkeuring te verlenen, zodat in een volgende fase subsidiedossiers kunnen worden ingediend, ten belope van globaal ongeveer € 10 mio.

Op 28 maart 2024 keurde de gemeenteraad het ontwerp - actieplan 'Recht op Zwijndrecht' goed. van Op 30 maart 2024 werd het definitieve ontwerp-actieplan 'Recht op Zwijndrecht' neergelegd bij de voorzitter van de stuurgroep van het Departement Omgeving. Op 17 juli 2024 keurde administrateur-generaal van het Departement Omgeving het ontwerpplan goed.

Door deze beslissing kan de gemeente projecten beginnen definiëren, plannen en uitrollen over de komende tien werkjaren. Aan het college wordt gevraagd kennis te nemen van de beslissing tot goedkeuring van het actieplan 'Recht op Zwijndrecht'.

Om inwoners (herhaaldelijk) te laten kiezen voor deelmobiliteit is het een belangrijke vereiste dat er een betrouwbaar deelsysteem beschikbaar is, en idealiter op wandelafstand. Dit betekent dat het vaak opportuun is om als eerste het aanbod uit te breiden, zodat de vraag volgt. Deze strategie is bijvoorbeeld succesvol toegepast in stad Mechelen. Om het gebruik van deelwagens verder te bevorderen, stelt Interwaas het project 'Deelwagen zoekt Waas Dorp' voor.

Projectvoorstel:

Het project beoogt extra deelwagens te plaatsen op die locaties in het Waasland waar de vraag van inwoners het grootst is om zo het Wase netwerk deelmobiliteit te versterken en het gebruik van te laten toenemen. Een gelijkaardig project is door intercommunale Solva succesvol opgezet in de regio Zuid-Oost-Vlaanderen.

• Via een regionale campagne (uitwerking door Interwaas) leiden we inwoners naar een online bevraging: Inwoners die graag een deelauto in hun buurt willen kunnen een gemotiveerde aanvraag indienen en een locatie voorstellen.  
• Interwaas analyseert de resultaten van de inzendingen en stuurt een samenvattend rapport naar de lokale besturen.
• Het lokaal bestuur kiest samen met de autodeelaanbieder de locatie(s) van de nieuwe deelwagen(s). Hierbij wordt maximaal rekening gehouden met de input van inwoners.
• Wagens kunnen geplaatst worden via afname van het raamcontract autodelen van Interwaas of het lokaal bestuur kan ook kiezen om zelf (via een eigen openbare aanbesteding) een wagen te plaatsen. 

Dit project streeft naar een CO2 - reductie door duurzaam transport, en kadert binnen Waasland Klimaatland, het burgemeestersconvenant 2030, en de strategische doelstelling (SD3) ‘Fossielvrije (deel-)mobiliteit’ van het regionaal klimaatmitigatieplan.

Interwaas heeft (onder voorbehoud) volgende timing opgesteld:

Advies dienst Leefomgeving:

Voor onze gemeente is recent een vraag binnengekomen om een elektrische deelwagen van Autopartners Share te plaatsen in Burcht. Deze vraag komt van Zorgpunt Waasland (ZPW). Personeel van ZPW maakt sinds kort gebruik van de elektrische deelwagens van Autopartners Share voor dienstverplaatsingen. ZPW heeft hiervoor twee elektrische bestelwagens aan Houtmere geplaatst. Maar voor de mensen van thuiszorg is er ook vraag naar een wagen in Burcht. Eén van de door de gemeente geplaatste deelwagens van Autopartners Share stond aanvankelijk in Burcht, maar deze is een aantal maanden geleden verplaatst naar Zwijndrecht (Statiestraat). Dit om het gebruik van deze elektrische deelwagens te stimuleren: met de nieuwe locatie staat de wagen aan het toekomstige hoppinpunt aan de stationsomgeving en op wandelafstand van de andere wagen. Door een defect aan de laadpaal aan de Statiestraat staat de wagen nu tijdelijk in de Jan Baptist Tassynsstraat, maar de bedoeling is dat deze weer naar de Statiestraat verplaatst wordt zodra de laadpaal hersteld is. Maar dit betekent dat er in Burcht geen elektrische deelwagen van Autopartners Share meer is.

Daarom wordt voorgesteld om nog een deelwagen in Burcht te plaatsen. Omdat de vraag van ZPW komt, komen we in aanmerking om via dit project een deelwagen te plaatsen. De kostprijs varieert afhankelijk van het extern gebruik van de wagen. Vanaf ongeveer 40 gebruiksuren door inwoners of bedrijven, daalt de forfaitkost voor de gemeente. Vanaf 200 gebruiksuren is er geen kost meer voor de gemeente. Momenteel gebruikt ZPW Cambio in Burcht, maar ze wensen volledig over te stappen naar Autopartners Share. Uit navraag blijkt dat de Cambiowagens in Burcht in juni 109 uren gebruikt werden door ZPW, in juli 69 uren. Dit ligt dus boven de drempel van 40 gebruiksuren, waardoor de forfaitkost voor de gemeente lager zal liggen dan de kost opgegeven in de tabel. Daarnaast zitten in de forfaitkost ook 80 uren en 800 kilometers inbegrepen voor gemeentepersoneel.

Simulatie kostprijs:

De voorkeur van ZPW gaat naar een elektrische bestelwagen. De maandelijkse forfaitprijs bedraagt 675 euro exclusief btw, of 816,75 euro inclusief btw. De maximale kostprijs voor de gemeente bedraagt dan:

• Jaar 1 (2025): kostprijs: 9.801 euro incl. btw, inkomsten: 2.649,49 euro middelen van WIB
• Jaar 2 (2026): kostprijs: 9.801 euro incl. btw, inkomsten: 1.589,69 euro middelen van WIB
• Jaar 3 (2027): kostprijs: 9.801 euro incl. btw, inkomsten:  1.059,79 euro middelen van WIB

De totaalkost voor 3 jaar bedraagt dus 29.403 euro incl. btw. De financiële middelen die we voor dit project ontvangen van WIB bedragen 5.298,97 euro, waardoor de totaalprijs op 24.104,03 euro komt. Dit is gerekend zonder de daling van de forfaitkost door extern gebruik van de wagens (inwoners en personeel van ZPW). Voor jaar 2 en 3 (2026 en 2027) dient de gemeente eerst de volledige kostprijs te financieren. De middelen van WIB kunnen bekomen worden door de betalingen aan te tonen door middel van facturen.

Eind mei 2024 werd er reeds een bedrag van €40.665 gestort aan Verbroedering Zwijndrecht op basis van de eindfactuur van Waterlink. Vanaf heden wordt elke maand de meterstand automatisch geregistreerd en factureert Waterlink ook maandelijks.  Een eerste afrekening van juli  voor een bedrag van €1.218,26 is reeds betaald door Verbroedering Zwijndrecht.  Een tweede afrekening voor de maand augustus voor een bedrag van €4.865,58 is ondertussen ook ontvangen. Voor de periode september wordt de afrekening geschat op €5.000.

Tot op heden is er nog geen akkoord met 3M, dewelke bij monde van advocaat de ingebrekestelling voor de factuur van het leidingwater afwijst. Er is momenteel nog wel overleg met 3M om een akkoord te verkrijgen, zo niet is het alternatief om dit via gerechtelijke procedure te bekomen. De mogelijkheid bestaat echter dat 3M niet tot terugbetaling zal overgaan.

Als de gemeente geen terugbetaling van 3M ontvangt, kan de vergoeding die de gemeente betaalt aan Verbroedering Zwijndrecht opgevat worden als een extra toelage aan deze vereniging. Hiervoor gelden specifieke regels die door de gemeenteraad moeten worden goedgekeurd.

BV Bakkerij Marc Hiel, Statiestraat 57, 2070 Zwijndrecht heeft op 20/03/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024041259 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/74 voor:

• Herinrichting van een bestaande bakkerij tot handelszaak met verbruiksruimte + het slopen van de garage, niet-waterdoorlatende verharding, enkele aanbouwen en de silo.
• Exploitatie van de handelszaak.

De aanvraag omvat:

• Stedenbouwkundige handelingen.
• De exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

De locatie van de aanvraag is Statiestraat 57 en heeft de kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie B, nr. 0776 E 7 en EPB-nummer 11056-G-OMV_2024041259. De aanvraag werd ingediend op 20/03/2024 en versie V3 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 28/06/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de gewone procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd. Er werd geen wijzigingsverzoek gevraagd. Er werd geen administratieve lus toegepast. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 11/10/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Politieverordening publiek toegankelijke inrichtingen

De taskforce die belast is met het uitwerken van een uniform politiereglement zal dit jaar niet klaar zijn met haar werkstuk.

Vanuit hulpverleningszone Waasland (HVZW) werd de vraag gesteld om voor de brandveiligheid in publiek toegankelijke inrichtingen (PTI) al een politieverordening goed te keuren zodat alle burgers van hun grondgebied (Zwijndrecht, Beveren, Kruibeke, Temse, Sint-Niklaas, Stekene, Sint-Gillis-Waas en Waasmunster) op 1 januari 2025 dezelfde dienstverlening krijgen.

De “politieverordening publiek-toegankelijke inrichtingen” werd eind 2023 door de gemeenteraden van de gemeenten Beveren, Kruibeke, Temse, Sint-Niklaas, Stekene, Sint-Gillis-Waas en Waasmunster goedgekeurd.

Deze verordening brengt enkele grote wijzigingen met zich mee voor de PTI's in Zwijndrecht.

Zo is de wijze van berekening van de maximumcapaciteit verschillend van de huidige methode. De PTI's zullen een herberekening moeten uitvoeren om de maximumcapaciteit te bepalen.

Er wordt gewerkt met 2 categorieën: 

• Categorie 1: maximumcapaciteit van 49 personen. Deze PTI's zijn niet verplicht een brandveiligheidscontrole te laten uitvoeren, maar worden wel geacht in orde te zijn met de regelgeving.
• Categorie 2: maximumcapaciteit van 50 personen of meer. Deze PTI's moeten een brandveiligheidscontrole laten uitvoeren en op basis van het brandpreventieverslag wordt een attest burgemeester opgemaakt. 

Geen enkele PTI van categorie 2 mag openen zonder in het bezit te zijn van een geldig brandveiligheidsattest A of B. Elke PTI van categorie 2 dient te beschikken over een brandveiligheidsattest binnen een periode van 10 jaar na de inwerkingtreding van het onderhavig reglement.

Aanpassing Bestuurlijk Handhavingsreglement

Hulpverleningszone Waasland verzoekt om het bestuurlijk handhavingsreglement aan te passen voor het gedeelte rond publiek toegankelijke inrichtingen (PTI's) zodanig dat het ganse grondgebied van HVZW op 1 januari 2025 dezelfde dienstverlening krijgt.

We kiezen ervoor om deze politieverordening uit het bestuurlijk handhavingsreglement te halen en apart vast te stellen naar voorbeeld van onze andere collega-gemeenten.

Hierdoor zal in Hoofdstuk 3, 'Afdeling 2: Inrichtingen toegankelijk voor het publiek en recreatie' worden geschrapt.

Communicatietraject

Bij goedkeuring van deze verordening wordt een (klantvriendelijk) communicatietraject opgemaakt teneinde de uitbaters van de PTI's in Zwijndrecht te informeren over en te begeleiden in deze nieuwe reglementering. Dit communicatietraject wordt getrokken door HVZW en focust zich op:

• De diensten van de gemeente die aanvragen krijgen via een infosessie: doorverwijzen naar de website van HVZW en helpen bij het bepalen van de juiste categorie.
• De politiezone en andere regulatoren (horecacoach, centrummanager, publieke veiligheid) via een infosessie: melden van potentieel gevaarlijke situaties.
• De aanvragers zelf krijgen via brochures, website en de adviseurs van HVZW (telefonisch of persoonlijk contact) info over wat ze moeten doen en in welke categorie ze zitten.

De wet van 15/05/2007 en latere wijzigingen betreffende de civiele veiligheid

De wet van 30/07/1979 en latere wijzigingen betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen in het bijzonder artikel 4 en artikel 5

De gecoördineerde wet van 24/06/1988 en latere wijzigingen op het nieuwe gemeentedecreet inzonderheid artikel 135 § 2 5°

Het KB van 19/12/2014 op de organisatie van de brandpreventie in de hulpverleningszones

Het besluit van de zoneraad HVZW van 9/11/2023.

De voorzitter vraagt of er opmerkingen zijn bij het verslag van de vorige zitting.

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Er kunnen variapunten voorgelegd worden ter bespreking.