Terug
Gepubliceerd op 07/08/2024

2024_CBS_00955 - O/2024/86 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: sloop en heropbouw van een eengezinswoning en verbouwen van een bijgebouw – Smoutpot 23 – 1ste afdeling, sectie I, nrs. 0594 F, 0595 F: vergunning onder voorwaarden.

college van burgemeester en schepenen
di 30/07/2024 - 13:30 collegezaal, Binnenplein 1, 2070 Zwijndrecht
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

André Van de Vyver, burgemeester; Ann Van Damme, schepen; Bruno Byl, schepen; Denise Melis-De Lamper, schepen; Veerle Beernaert, schepen; Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Steven Vervaet, schepen; Ilse Weynants, algemeen directeur

Secretaris

Dennis Van den Broeck, adjunct-algemeendirecteur

Voorzitter

André Van de Vyver, burgemeester

Stemming op het agendapunt

2024_CBS_00955 - O/2024/86 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: sloop en heropbouw van een eengezinswoning en verbouwen van een bijgebouw – Smoutpot 23 – 1ste afdeling, sectie I, nrs. 0594 F, 0595 F: vergunning onder voorwaarden.

Aanwezig

André Van de Vyver, Ann Van Damme, Bruno Byl, Denise Melis-De Lamper, Veerle Beernaert, Dennis Van den Broeck
Stemmen voor 5
Bruno Byl, Ann Van Damme, Veerle Beernaert, Denise Melis-De Lamper, André Van de Vyver
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_CBS_00955 - O/2024/86 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: sloop en heropbouw van een eengezinswoning en verbouwen van een bijgebouw – Smoutpot 23 – 1ste afdeling, sectie I, nrs. 0594 F, 0595 F: vergunning onder voorwaarden. 2024_CBS_00955 - O/2024/86 – Aanvraag omgevingsvergunning voor: sloop en heropbouw van een eengezinswoning en verbouwen van een bijgebouw – Smoutpot 23 – 1ste afdeling, sectie I, nrs. 0594 F, 0595 F: vergunning onder voorwaarden.

Motivering

Motivering

van Ijperen Willem en Maris Mieke, Zwaluwlaan 11, 2070 Zwijndrecht hebben op 29/03/2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend met referentie OMV_2024041020 en gemeentelijk dossiernummer O/2024/86 voor:

  • Sloop en heropbouw van een eengezinswoning en verbouwen van een bijgebouw.

De aanvraag omvat:

  • Stedenbouwkundige handelingen.

De locatie van de aanvraag is Smoutpot 23 en heeft de kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie I, nrs. 0594 F, 0595 F en EPB-nummer 11056-G-OMV_2024041020. De aanvraag werd ingediend op 29/03/2024 en versie V1 in het Omgevingsloket werd volledig en ontvankelijk verklaard op 23/04/2024. De aanvraag is niet onderworpen aan de milieueffectrapportage. Ze bevat geen handelingen opgesomd in art. 11 t.e.m. 14 van het BVR d.d. 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, de gewone procedure is van toepassing. Bij deze aanvraag werden adviezen gevraagd. Bij deze aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd. De uiterste beslissingsdatum van het dossier is 06/08/2024.

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de ter zake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, het decreet Natuurbehoud en hun uitvoeringsbesluiten.

Zie verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd op basis van artikel 56-57 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college treedt het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaren bij zoals weergegeven onder punt 6 van het verslag en maakt de opgesomde argumentatie tot de hare.

Bijgevolg beslist het college:
Deze omgevingsaanvraag te vergunnen onder voorwaarden krachtens artikel 32 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning d.d. 25 april 2014, herhaaldelijk gewijzigd, op basis van:

  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de preadviezen.
  • Het grotendeels in overeenstemming zijn met de plaatselijke goede ruimtelijke ordening.

Opgelegde voorwaarden:

  • De nodige voorzieningen dienen getroffen om te voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders.
  • De bodemkwaliteit in de onverharde zones moet in acht worden genomen en indien nodig hersteld. Mechanisch verdichte grondlagen dienen vóór de aanplanting opnieuw te worden losgemaakt; puin en bodemvreemde materialen moeten worden verwijderd; anaerobe condities onder nieuw aangevoerde grond dient te worden vermeden. Contactname met de dienst Uitvoering vóór de aanplanting van bomen is verplicht.
  • Ca. 72 m² van de verharding tussen de tuin, de oprit en de kopgevel moet verwijderd worden (zie intekening voorwaarde op inplanting).

Artikel 2

De plannen en het aanvraagdossier waarop dit besluit gebaseerd is, maken er integraal deel van uit

Artikel 3

Het college wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:

  • Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed.
  • Met betrekking tot de raamopeningen die in berging 7 en 8 worden gemaakt, moet worden opgemerkt dat in het bijgebouw geen woon- of verblijfsfunctie toegelaten is. De bestemming van de ruimtes is aangegeven als berging en zal als dusdanig moeten worden uitgevoerd.
  • Een omgevingsvergunning is in principe ondeelbaar. Bij uitvoering moeten alle werken en opgelegde voorwaarden in overeenstemming met de vergunning worden uitgevoerd. Deels uitgevoerde werken zijn als onvergund te beschouwen, met uitzondering van op zichzelf staande delen waarvan vaststaat dat het vergunningverlenend bestuursorgaan ook zonder het afgesplitste ontbrekende gedeelte dezelfde beslissing zou genomen hebben.
  • De gemeente Zwijndrecht is vandaag een milieukundig aandachtsgebied ten gevolge van de vaststelling van verhoogde PFAS-concentraties in het grondwater en het vaste deel van de bodem. Bij grondwaterverlaging is de grootste voorzichtigheid geboden. Vanuit het stand-still principe moet de verplaatsing van verontreiniging zo veel mogelijk worden beperkt, zowel horizontaal (onttrekking uit de omgeving) als verticaal (lozing in het oppervlaktewater of de riolering). Het is aangewezen voor de realisatie van kelders bij woningbouwprojecten te werken in een gesloten bouwkuip of op een andere manier grondwaterverplaatsing tegen te gaan. Bij grondverzet dient verantwoord te worden omgegaan met potentieel verontreinigde lagen, en deze niet zomaar te verplaatsen buiten de grenzen van uw kadastraal perceel. Breng uw ontvanger steeds op de hoogte van de herkomst en de kwaliteit van de aangeleverde grond.

Bijlagen