Op 19 december 2022 werd een aanvraag ingediend door ETABLISSEMENTEN J. MAES ZONEN, met maatschappelijke zetel te 2880 Bornem, Reedonk 12, voor hernieuwing van vergunning voor de uitbating van een tankstation, plaatsen van een hoogspanningscabine, technisch lokaal en laadpalen voor elektrische fietsen en auto's, op een terrein gelegen te Pastoor Coplaan 2, 2070 Zwijndrecht, met kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie B nr. 0679 Z 4 (ref. Omgevingsloket: OMV_2022168120).
Het college van burgmeester en schepenen heeft de vergunning geweigerd in zitting 08 augustus 2023. Tegen deze weigering werd door de aanvrager op 08 september 2023 een administratief beroep ingesteld bij de Deputatie van de provincie Antwerpen (ref. provincie: OMBER-2023-0765).
Op 20 december 2023 bracht de POVC een advies uit naar aanleiding van het administratief beroep, waarbij in tegenstelling tot de beslissing van het college van burgemeester en schepenen werd geadviseerd om de aangevraagde vergunning toe te kennen. In zitting van 25 januari 2024 besloot de Deputatie van de provincie Antwerpen om zich aan te sluiten bij het advies van de POVC en de aanvraag voor de Hernieuwing van vergunning voor de uitbating van een tankstation, plaatsen van een hoogspanningscabine, technisch lokaal en laadpalen voor elektrische fietsen en auto's te vergunnen.
Het college van burgemeester en schepenen van Zwijndrecht kan zich niet akkoord verklaren met het besluit van de Deputatie van de provincie Antwerpen van 25 januari 2024 waarbij een vergunning wordt verleend voor de Hernieuwing van vergunning voor de uitbating van een tankstation, plaatsen van een hoogspanningscabine, technisch lokaal en laadpalen voor elektrische fietsen en auto's, gelegen op een terrein te Pastoor Coplaan 2, 2070 Zwijndrecht met kadastrale omschrijving 1ste afdeling, sectie B nr. 0679 Z 4, dat haar beslissing in eerste aanleg hervormt en alsnog een vergunning aflevert.
Overeenkomstig artikel 105, §1 OVD kan de uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, waarbij artikel 105, §2 OVD de belanghebbenden opsomt.
Artikel 105 §2, 4° OVD bepaalt dat beroepen voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen door het college van burgemeester en schepenen kunnen worden ingesteld als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 21-11-2023 ongunstig geadviseerd omtrent de aanvraag, hetgeen ook als dusdanig is opgenomen in de bestreden beslissing.
Aldus kan worden besloten dat het college van burgemeester en schepenen over het vereiste belang beschikt bij het indienen van een vernietigingsberoep, nu zij wordt aangeduid als belanghebbende in artikel 105, §2, 4° OVD.
Voorts kan de gemeente Zwijndrecht overeenkomstig artikel 105 §2, 2° OVD als belanghebbende worden aangeduid in haar hoedanigheid van “betrokken publiek”, en beschikt zij over het rechtens vereiste belang en procesbevoegdheid om een verzoek tot vernietiging in te leiden.
Artikel 2, 1° OVD definieert het betrokken publiek hierbij als “elke natuurlijke persoon of rechtspersoon alsook elke vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende is bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden waarbij niet-gouvernementele organisaties die zich voor milieubescherming inzetten, geacht worden belanghebbende te zijn”.
De gemeente Zwijndrecht dient inderdaad als rechtspersoon, die gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van de besluitvorming over de afgifte van voormelde omgevingsvergunning te worden gekwalificeerd en maakt aldus deel uit van het ‘betrokken publiek’.
Ingevolge art. 2 Decreet Lokaal Bestuur zorgt de gemeente op het lokale niveau voor het welzijn van de burgers en de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. Overeenkomstig art. 41 G.W. is de gemeente bevoegd voor aangelegenheden van gemeentelijk belang waarvoor zij alle initiatieven kan nemen.
De bestreden vergunningsbeslissing van de Deputatie van de provincie Antwerpen heeft dan ook betrekking op het grondgebied van de gemeente Zwijndrecht.
Conform vaste rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen dienen de verzoekende partijen die zich als betrokken publiek opwerpen blijk te geven van hinderlijke of nadelige gevolgen die ze vrezen te ondergaan als gevolg van de bestreden beslissing (artikel 2, eerste lid, 1° van het Omgevingsvergunningsdecreet) (RvVb 1819-RvVb-0497-SA, 28 april 2020).
De gemeente kan zich niet akkoord verklaren met de vergunningsbeslissing van de Deputatie van de provincie Antwerpen van 25 januari 2024, gezien deze beslissing in strijd is met de gemeentelijke beleidsvisie.
De aanvraag heeft vooreerst een onaanvaardbare klimaatimpact, aangezien er vooralsnog een hervergunning voor 20 jaar voor de exploitatie van een klassiek tankstation met fossiele brandstoffen wordt voorzien. De aanvraag is dan ook in strijd met de gemeentelijke doelstelling en taakstelling tot vermindering van de CO2 uitststoot op gemeentelijk grondgebied. Het advies van het college ter zake (conform art. 4.3.4 VCRO) werd door de Deputatie onvoldoende onderzocht.
Daarenboven houdt de beslissing van de Deputatie een schending in van artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. De vergunningsbeslissing omvat hierbij met name een onzorgvuldig onderzoek van het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid. Enerzijds wordt in de beslissing gesteld dat de aanvrager dient aan te tonen dat er geen onveilige situatie ontstaat in geval van overstroming cfr. het advies van DIW. Aan de aanvrager wordt nog steeds verzocht om bijkomend te motiveren en aan te tonen dat de aanvraag voldoet aan de voorwaarden uit het advies van DIW en dit te illustreren aan de hand van een terreinprofiel.
Echter wordt de naleving van het advies van DIW niet opgelegd als voorwaarde in de vergunningsbeslissing. Daarenboven wordt op p. 12 van de beslissing van de Deputatie wel gesteld dat “door de planaanpassing komt de aanvrager tegemoet aan het advies van DIW. DIW vroeg om terreinprofielen bij te brengen die bewijzen dat er geen ophogingen gebeuren op het terrein en dat de cabine overstromingsvrij gebouwd wordt”. En: “Door het bijbrengen van de plannen verduidelijkt de aanvrager enkel dat er geen ophogingen gedaan worden en dat de geplande werken overstromingsvrij zullen worden uitgevoerd”.
Het moet worden vastgesteld dat het besluit van de Deputatie – wat de watertoets betreft – dan ook tegenstrijdig, minstens onzorgvuldig wordt gemotiveerd.
Tot slot werd door de Deputatie geen rekening gehouden met de beleidsvisie van de gemeente op de geplande heraanleg van de Pastoor Coplaan en de hiermee gepaard gaande risico's op het ontstaan van verkeersonveilige situaties en gebrekkige ontsluiting van het tankstation. Deze visie is vervat in het gemeentelijk Beleidsplan Ruimte evenals de nog in te dienen aanvraag voor de heraanleg van de straat. Verder houdt de beslissing evenmin rekening met het nieuwe gemeentelijke circulatieplan. De Pastoor Coplaan is verder aangeduid als deel van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. De beslissing van de Deputatie houdt onvoldoende rekening met al deze beoordelingspunten.
De aanvraag is dan ook in strijd met de gemeentelijke belangen, het beleid van de gemeente Zwijndrecht evenals haar visie inzake ruimtelijke ordening, zoals dit ook werd veruitwendigd in de weigeringsbeslissing van haar college van burgemeester en schepenen van 08 augustus 2023 en in het Ongunstig advies aan de Deputatie van 21 november 2023.
De gemeente ervaart dan ook hinderlijke en nadelige gevolgen ten gevolge van de beslissing van de deputatie dd. 25 januari 2024.
De gemeente Zwijndrecht beschikt bijgevolg over het rechtens vereiste belang om in haar hoedanigheid van “betrokken publiek” een verzoek tot vernietiging in te dienen, conform art. 105, §2, 2° OVD.
In de zitting van 5 maart 2024 werd door het college van burgemeester en schepenen een advocaat aangesteld om een verzoekschrift tot vernietiging op te stellen en de belangen van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zwijndrecht en de gemeente Zwijndrecht in de zodanig opgestarte procedure verder te verdedigen. Op 31 oktober 2024 vindt de zitting van de Raad van Vergunningsbetwisting plaats.
Naast de advocaat is het wenselijk dat schepenen Steven Vervaet mee wordt aangesteld namens het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zwijndrecht, alsook namens de gemeente Zwijndrecht, vertegenwoordigd door haar schepencollege tijdens de zitting van de Raad van Vergunningsbetwisting.
Het college gelast Steven Vervaet, schepen van gemeente Zwijndrecht, om het college van burgemeester en schepen te vertegenwoordigen op de zittingen van de Raad van Vergunningsbetwisting.
Het college gelast Steven Vervaet, schepen van de gemeente Zwijndrecht, om de gemeente Zwijndrecht, vertegenwoordigd door haar schepencollege, te vertegenwoordigen op de zittingen van de Raad van Vergunningsbetwistingen.